Schriftelijke vraag nr. 4-4744

van Louis Ide (Onafhankelijke) d.d. 16 oktober 2009

aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen

Belastingcontroles - Parlementsleden, uitvoerende macht en rechterlijke macht - Aantallen - Criteria

inkomstenbelasting
fiscale controle
mandaat
ministerie
politieke moraal
afgevaardigde
rijkdom
officiële statistiek
magistraat

Chronologie

Vraag nr. 4-4744 d.d. 16 oktober 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Als verkozen parlementslid wordt men blijkbaar onderworpen aan een onderzoek van de Federale Overheidsdienst (FOD) Financiën, door het speciaal belastingcentrum Brussel. Daar is op zich niets mis mee. Het is goed dat mensen met een publiek ambt aan een onderzoek worden onderworpen. De ambtenaren kunnen daarvoor gebruik maken van de mandatenlijst. Deze komt tot stand omdat onder andere parlementsleden verplicht zijn hun mandaten publiek te maken. De Nieuw-Vlaamse Alliantie (N-VA) lanceerde zonet twintig voorstellen om te komen tot een meer koosjere politiek. Stuk voor stuk valabele voorstellen waarvan we hopen dat andere deze mee gaan steunen. De fiscale controle van de parlementsleden hoort daar bij. De burger heeft recht te weten hoeveel parlementsleden gecontroleerd worden en wie gecontroleerd wordt, zonder daarbij de privacy te schenden. Trouwens niet alleen parlementsleden, maar ook magistraten, ministers en leden van een beleidscel dienen gecontroleerd te worden.

De controle moet uiteraard ook evenwichtig gebeuren vandaar volgende vragen.

1.Hoeveel Belgische parlementsleden werden er in de legislatuur 2004–2009 gecontroleerd voor respectievelijk het Europees Parlement, het Vlaams Parlement, het Parlement van de Franstalige Gemeenschap, het Waals Parlement en het Parlement van de Duitstalige gemeenschap, het Brussels Parlement? Graag kreeg ik deze informatie opgesplitst per partij of fractie voor elk van deze parlementen apart.

2.Hoeveel Belgische parlementsleden werden er in de legislatuur 2007–2009 gecontroleerd voor respectievelijk de Kamer en de Senaat? Graag kreeg ik deze informatie opgesplitst per partij / fractie apart voor elke assemblee.

3.Hoeveel Belgische parlementsleden werden er in de legislatuur 2003–2007 gecontroleerd voor respectievelijk de Kamer en de Senaat? Graag kreeg ik deze informatie opgesplitst per partij / fractie?

4.Aangezien de wetgevende macht op deze wijze gecontroleerd wordt, is dit ook het geval voor de rechterlijke macht en de uitvoerende macht? Zo ja, voor wat betreft de rechterlijke macht, hoeveel controles waren er in 2009, 2008, 2007, 2006, 2005? En opgesplitst per gewest? Misschien kan deze informatie best beperkt worden tot het Hof van Cassatie, de hoven van beroep en de hoven van eerste aanleg, zowel correctioneel, arbeidsrechterlijk, kamers van koophandel, …

5.Hoe zit dat voor de uitvoerende macht? Hoeveel ministers werden er gecontroleerd in de periode 2004–2009 voor wat betreft de Vlaamse regering, de Waalse regering, de Franstalige regering, de Brusselse regering, de regering van de Duitstalige Gemeenschap?

6.Hoeveel ministers werden er gecontroleerd in de federale regering voor de periode 2007–2009 en 2003–2007?

7.Aan de hand van welke criteria wordt er over gegaan tot controle? Is dit willekeurig?

8.Worden alle mensen op de mandatenlijst gecontroleerd?

Antwoord ontvangen op 24 november 2009 :

1. tot 4. De cijfers in de onderstaande tabel handelen over de onderzoeken van Controlecentrum Brussel 4 (belast met het onderzoek van de aangifte in de personenbelasting van de personen vermeld in artikel 27, 5°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 - WIB 92); deze cijfers worden niet per legislatuur bijgehouden.

In de loop van een legislatuur treden er regelmatig wijzigingen op in de lijst van de parlementsleden (bijvoorbeeld : benoeming van een plaatsvervanger bij het vertrek van een lid van de vergadering) en dat kan gevolgen hebben voor het aantal te onderzoeken dossiers. In het jaar van een federale of regionale verkiezing is het aantal onderzochte parlementsleden omvangrijker, want zowel de oude als de nieuwe verkozenen zijn tijdens de belastbare periode lid geweest van een vergadering en hebben dus inkomsten genoten, beoogd in artikel 27, 5°, WIB 92.

Jaar 2007

(*) gecumuleerde resultaten

Jaar 2008

(*) gecumuleerde resultaten.

De Administratie van de ondernemings- en inkomensfiscaliteit houdt geen statistieken bij die toelaten de andere gevraagde inlichtingen mede te delen.

5. en 6. Het controlecentrum Brussel 4 is in principe niet belast met het onderzoek van de fiscale toestand van de ministers, behalve wanneer de ministers gedurende een deel van de belastbare periode lid geweest zijn van een parlementaire vergadering.

De eigenlijke inkomsten van ministers zijn inkomsten van loontrekkers, te rangschikken bij de inkomsten beoogd in artikel 30, 1°, WIB 92.

De regionale ministers die deel uitmaken van de Raad van Brussel-Hoofdstad, de Waalse Gewestraad en de Franse Gemeenschap ontvangen voor de helft een vergoeding van parlementslid en voor de andere helft een halve wedde van minister. Zij worden dus gecontroleerd door het controlecentrum Brussel 4.

De administratie houdt hierover geen specifieke statistiek bij.

7. De oprichting van het betrokken controlecentrum kwam voort uit de keuze van de wetgever om tegemoet te komen aan de noodzaak aan juridische zekerheid en éénvormigheid bij de toepassingen voor het onderzoek van de aangiftes van de parlementsleden. De toenmalige minister wou dat alle dossiers onderzocht werden om misverstanden van welke aard ook te voorkomen. De aard van het gevoerde onderzoek hangt ondermeer af van de uitgevoerde activiteiten van het parlementslid en/of van zijn echtgenote, maar ook van de capaciteiten van het controlecentrum : het beschikbare personeel en hun kwalificatie, het verloop van de taxatiewerkzaamheden, enz. Thans kan ik u verzekeren dat de administratie zich voor deze doeleinden steeds heeft ingezet.

8. De laatste jaren neemt het controlecentrum Brussel 4 kennis van de lijst van mandaten gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad en wordt er regelmatig toe aangezet de instellingen te ondervragen waar de parlementsleden de functies uitoefenen die in de voornoemde lijst vermeld zijn