Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-4720

van Dirk Claes (CD&V) d.d. 7 oktober 2009

aan de staatssecretaris voor Begroting, voor Migratie- en asielbeleid, voor Gezinsbeleid, en voor de Federale Culturele Instellingen

Uitwijzing van asielzoekers - Samenwerking met andere landen- Bilaterale akkoorden

Dienst Vreemdelingenzaken
politiek asiel
illegale migratie
verwijdering
remigratie
bilaterale overeenkomst
biometrie
persoonlijke gegevens
asielzoeker

Chronologie

7/10/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 5/11/2009)
24/11/2009Antwoord

Vraag nr. 4-4720 d.d. 7 oktober 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Ik vernam via cijfers van de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) dat minstens één op de vier repatriëringen van asielzoekers mislukt. Enerzijds is het positief om vast te stellen dat het hoge aantal mislukte repatriëringen niet zozeer te wijten is aan ernstig verzet van de uitgewezen persoon. De hoofdoorzaak blijkt daarentegen voornamelijk van procedurele aard te zijn. Volgens de DVZ weigeren diverse landen hun medewerking bij het uitwijzen van illegalen van Belgisch grondgebied. Deze landen zouden uitgewezen illegalen de toegang tot hun grondgebied ontzeggen met als argument dat de identiteit van de betrokkene onvoldoende kan worden aangetoond.

Een ander probleem vloeit voort uit het feit dat sommige landen geen uitgewezen illegalen wensen op te nemen wanneer deze personen geen vrijwillige vertrekverklaring hebben ondertekend. Zonder dit officieel document kan de Belgische overheid de uitgewezen asielzoekers niet terugzenden naar het land van oorsprong.

Uit al deze gegevens blijkt nogmaals hoe belangrijk het is dat ons land voldoende contacten onderhoudt met andere staten teneinde in deze dossiers bilaterale akkoorden te kunnen sluiten. Blijkbaar schort er toch nog steeds iets aan de contacten met andere landen.

In het kader van mijn parlementaire werkzaamheden in de commissie Binnenlandse Zaken van de Senaat, ontving ik graag antwoord op onderstaande vragen.

1. Welke landen weigeren systematisch uitgewezen asielzoekers uit België op te nemen en met welke landen bestaat er een duurzaam probleem met betrekking tot het terugsturen van illegalen?

2. Op welke manier tracht de DVZ het land van oorsprong van uitgewezen asielzoekers te achterhalen? Kan de DVZ hiervoor op de medewerking rekenen van de internationale gemeenschap?

3. Welke oplossing ziet de geachte minister op korte en middellange termijn voor de bovenstaande problematiek?

4. Op welke manier tracht de Belgische overheid akkoorden te bekomen met andere lidstaten omtrent de opname van uitgewezen asielzoekers op hun grondgebied? Blijkt uit bovenstaande informatie niet dat er nood is aan meer bilaterale akkoorden tussen België en andere landen?

5. Tussen welke landen bestaan er op dit ogenblik afspraken omtrent de opname van uitgewezen asielzoekers? Zijn er op dit ogenblik vooruitzichten dat er ook met andere landen nog afspraken kunnen worden gemaakt?

Antwoord ontvangen op 24 november 2009 :

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vraag.

Ik wil eerst en vooral nogmaals erop wijzen dat we geen asielzoekers naar hun herkomstland verwijderen, omdat dit in strijd zou zijn met de Conventie van Genève; de titel van het bewuste persartikel in de kranten van de Concentra-groep kan met andere woorden al tot verwarring leiden. Asielzoekers kunnen enkel in het kader van de Dublin-verordening naar een ander land van de Europese Unie gezonden worden, indien dit land verantwoordelijk is voor de verdere behandeling van hun asielprocedure. Het zijn dus slechts afgewezen asielzoekers die we kunnen verwijderen.

1. Sommige ambassades doen moeilijk omtrent de verwijdering van hun onderdanen. De ambassades willen garanties dat de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) alle elementen inzake het mogelijk verblijfsrecht van de vreemdelingen heeft gecontroleerd. Dergelijke controle wordt ook systematisch uitgevoerd en het resultaat hiervan wordt desgewenst aan de ambassades meegedeeld.

Omdat mijn administratie met alle diplomatieke en consulaire vertegenwoordigingen goede relaties wil opbouwen en behouden, vind ik het niet opportuun mee te delen welke vertegenwoordigingen minder meewerken. Ik kan u wel zeggen dat er maar met een kleine minderheid van ambassades en consulaten minder goede relaties bestaan. Wat nu niet goed werkt, kan door bilaterale contacten op administratief of hoger niveau toch positief evolueren. Essentieel voor een goede samenwerking zijn het onderhouden van goede persoonlijke contacten met de dossier-behandelaars van de diverse ambassades en consulaten. DVZ heeft daarom ook op verschillende niveaus op regelmatige basis ontmoetingen en vergaderingen met de diverse vertegenwoordigingen.

2. en 3. Bepaalde vreemdelingen trachten bewust verwarring te stichten omtrent hun identiteit en nationaliteit, teneinde hun identificatie en dus ook hun verwijdering te voorkomen. DVZ tracht op verschillende manieren te weten te komen wie hij is en waar hij vandaan komt.

Mijn diensten onderzoeken ook samen met het College van de Procureurs-generaal, hoe de informatie-uitwisseling tussen parketten en DVZ kan verbeterd worden.

Tegelijkertijd loopt een project om tot een unieke identificatie van de vreemdeling te komen, waarbij informatie met betrekking tot de identiteit van vreemdelingen, gelinkt aan biometrische gegevens, met de verschillende bestaande databanken op niveau van DVZ, Justitie en politie zal kunnen vergeleken worden.

We onderzoeken hiervoor nog zowel de juridische als technische voorwaarden, die moeten voldaan worden opdat dit project zou kunnen slagen.

Sinds 1 januari 2008 heeft DVZ ook een databank met de vingerafdrukken van alle sindsdien geïntercepteerde vreemdelingen in onregelmatig verblijf, teneinde personen die meerdere malen worden aangehouden, maar telkens een andere identiteit of nationaliteit gebruiken te kunnen identificeren en meervoudige dossiers te vermijden.

Sinds 2008 worden ook alle vreemdelingen, die een tijdelijk verblijf, dat langer duurt dan drie maanden, of een definitief verblijf in België hebben, in het bezit gesteld van een elektronische verblijfsvergunning, teneinde fraude en vervalsingen tegen te gaan. In de volgende generatie van deze kaarten zullen hier ook biometrische gegevens aan toegevoegd worden.

De Europese Unie heeft ook een aantal initiatieven genomen om de identiteitsfraude tegen te gaan en onregelmatig verblijvende vreemdelingen te kunnen verwijderen.

Sedert 2003 bestaat al de Eurodac-databank, waarin de vingerafdrukken van alle asielzoekers van elke lidstaat van de Europese Economische Ruimte en Zwitserland worden geregistreerd. Dit systeem heeft tot doelstelling personen te identificeren, die in meerdere lidstaten proberen een asielaanvraag in te dienen.

Vanaf volgend jaar zal het VIS (Visa-Informatiesysteem) in werking treden. In deze Europese databank zullen alle visumaanvragen van visumplichtige vreemdelingen uit derde landen, die bij een ambassade van een lidstaat van de Europese Unie worden ingediend, geregistreerd worden. Deze databank zal ook biometrische gegevens kunnen bevatten (in eerste instantie de foto, maar mogelijks ook de vingerafdrukken), alsook de gegevens van het paspoort waarmee de vreemdeling een visum heeft aangevraagd.

Andere initiatieven, onder andere de verplichting van het gebruik van biometrische paspoorten, zijn in ontwikkeling.

4. en 5. Op niveau van de Europese Unie werden al elf readmissieakkoorden met herkomstlanden ondertekend; met zes landen lopen nog onderhandelingen of is een mandaat aan de EU gegeven. Op niveau van de Benelux werden al zeventien readmissieakkoorden met andere EU-landen en herkomstlanden ondertekend; de Benelux onderhandelt nog met tien herkomstlanden voor het afsluiten van dergelijk akkoord.

Op Belgisch niveau werden met verschillende herkomstlanden (negen) administratieve akkoorden of “Memoranda of Understanding” ondertekend. DVZ onderhandelt nog met vier andere landen voor het afsluiten van dergelijke akkoorden en onderzoekt met welke landen het zich loont om afspraken op administratief niveau te maken.