Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-4594

van Christine Defraigne (MR) d.d. 30 september 2009

aan de minister van Buitenlandse Zaken

Verenigde Naties (VN) - Raad voor de Mensenrechten - Aanwezigheid van de Verenigde Staten - Belgische diplomaten - Samenwerking - Probleem van de mensenrechten in Egypte en Pakistan - Belgisch Standpunt

rechten van de mens
VN
Verenigde Staten
Egypte
Pakistan

Chronologie

30/9/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 29/10/2009)
29/10/2009Antwoord

Vraag nr. 4-4594 d.d. 30 september 2009 : (Vraag gesteld in het Frans)

Bij de opening van de 12de gewone zitting van de Raad voor de Mensenrechten te Genève hebben de Verenigde Staten zich laten vertegenwoordigen door hun adjunct-staatssecretaris belast met de internationale organisaties. Washington heeft nog geen permanente vertegenwoordiger in Genève aangesteld. In het licht daarvan zou ik graag weten welke politieke draagwijdte dat gebaar in uw ogen heeft en of het VS-discours in Genève bij monde van mevrouw Brimmer is veranderd.

België neemt actief deel aan de werkzaamheden van de Raad. Ik zou willen weten in welke dossiers onze diplomaten kunnen samenwerken met de Verenigde Staten en welke dossiers door de betrokkenheid van Washington de politieke krachtsverhoudingen in de Raad kunnen veranderen.

Hoe benaderen wij de problemen inzake mensenrechten in Egypte of Pakistan, twee bondgenoten van Washington met een kwalijke reputatie op dat vlak?

Antwoord ontvangen op 29 oktober 2009 :

1. Uiteraard ben ik zeer verheugd dat de Verenigde Staten zich opnieuw engageren in de Mensenrechtenraad, nadat ze hun stoel als waarnemer verlieten in juni 2008. Het is dit hernieuwde engagement dat van doorslaggevend belang is. Bovendien zijn de Verenigde Staten niet teruggekeerd als waarnemer, maar werden ze in juni verkozen als stemgerechtigd lid en zijn ze een belangrijke speler binnen de Westerse groep. Hier moet wel meteen aan worden toegevoegd dat het lidmaatschap van de Verenigde Staten de mathematische machtsverhoudingen ongewijzigd laat: de Verenigde Staten bekleden één van de zeven zetels die toekomen aan de Westerse groep. Het uitblijven van de aanstelling van een Amerikaanse permanente vertegenwoordiger bij de Verenigde Naties in Genève is een louter interne kwestie en zegt niets over het Amerikaanse engagement in Genève.

2. België neemt inderdaad actief deel aan de werkzaamheden van de Raad en werkt nauw samen met de Europese lidstaten die lid zijn van de Mensenrechtenraad. Daarnaast wordt binnen de Westerse groep uiteraard ook samengewerkt met de niet-Europese Unie leden, zoals ook de Verenigde Staten Met hen, net zoals bijvoorbeeld met Noorwegen, waken we over de vrijwaring van de universaliteit van de mensenrechten, die een aantal landen trachten te ondermijnen. Samen zetten we ons ook in voor het behoud van de landenmandaten, de onafhankelijkheid van de Hoge Commissaris voor de Rechten van de Mens, de vrijwaring van de Speciale Procedures waar de Raad over beschikt.

3. Een van de grote nieuwigheden van de Mensenrechtenraad is het Universeel Periodiek Onderzoek (zogenaamde UPR). Het gaat om een zogenaamd ‘peer review mechanism’, waarbij Staten de mensenrechtensituatie in een ander land evalueren en aanbevelingen formuleren. Uniek aan het mechanisme is het universeel karakter: de mensenrechtensituatie in alle 192 Verenigde Naties-lidstaten wordt onderzocht tegen 2011. De mensenrechtensituatie in Egypte zal aan bod komen tijdens de UPR werkgroep in februari 2010 en ons land zal niet nalaten om tijdens de UPR werkgroep tussen te komen.

De mensenrechtensituatie in Pakistan is reeds aan bod gekomen in mei 2008. De thematiek van de Belgische tussenkomst betrof enerzijds de problematiek van seksueel misbruik van kinderen en handel in kinderen en anderzijds de situatie van niet-moslim minderheden in Pakistan. Verder kan tijdens elke sessie van de Mensenrechtenraad tussengekomen worden met betrekking tot de mensenrechtensituatie in derde landen door de leden, waarnemers en vertegenwoordigers van de civiele maatschappij, die deelnemen aan de werkzaamheden van de Raad.