Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-4535

van Bart Tommelein (Open Vld) d.d. 23 september 2009

aan de minister van Binnenlandse Zaken

Rijksregister - Opzoeken van gegevens zonder professionele redenen - Aantallen - Gevolgen

Rijksregister van de natuurlijke personen
eerbiediging van het privé-leven
persoonlijke gegevens
raadpleging van informatie

Chronologie

23/9/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 22/10/2009)
24/11/2009Antwoord

Vraag nr. 4-4535 d.d. 23 september 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In de dagen na het overlijden van zangeres Yasmine, bleken meer dan negenhonderd agenten in het Rijksregister haar persoonlijke gegevens te hebben opgevraagd. Naar verluidt gebeurde dit blijkbaar in politiezones in heel Vlaanderen. De opvragers hadden geen enkele geldige reden om in het Rijksregister deze gegevens op te vragen. De noodzaak voor de overheid om snel en efficiënt persoonlijke gegevens te kunnen opvragen, komt duidelijk in conflict met het recht op privacy.

1) Kan de geachte minister meer informatie verschaffen over het aantal opvragers van deze gegevens en de herkomst en functie?

2) Konden deze gegevens bijvoorbeeld worden opgevraagd door leden van politiediensten alleen, of ook door gemeentebesturen of andere overheden?

3) Welke controlemechanismen worden toegepast om onoordeelkundig gebruik tegen te gaan?

4) Zijn er de afgelopen vijf jaren agenten hiervoor gesanctioneerd?

5) Kan een burger laten controleren hoeveel keren zijn gegevens in het Rijksregister zijn opgevraagd en voor welke doeleinden (buiten het zelf scannen van de chip op de elektronische identiteitskaart)?

6) Zo ja, hoeveel burgers hebben deze informatie de afgelopen vijf jaar opgevraagd?

Antwoord ontvangen op 24 november 2009 :

In de dagen na het overlijden van zangeres Yasmine, bleken meer dan negenhonderd agenten in het Rijksregister haar persoonlijke gegevens te hebben opgevraagd. Naar verluidt gebeurde dit blijkbaar in politiezones in heel Vlaanderen. De opvragers hadden geen enkele geldige reden om in het Rijksregister deze gegevens op te vragen. De noodzaak voor de overheid om snel en efficiënt persoonlijke gegevens te kunnen opvragen, komt duidelijk in conflict met het recht op privacy.

1) Uit de opzoekingen op de archiefbestanden van het Rijksregister is gebleken dat het dossier van mevrouw Hilde Rens (Yasmine) 524 maal ondervraagd werd in de maand juni 2009, en 309 maal in de maand juli 2009.

Van deze ondervragingen werden er via de portaalsite van de federale politie zevenenzeventig uitgevoerd in de maand juni, en achtenvijftig in de maand juli 2009.

De vraag naar de herkomst en de functie van de betrokken politieambtenaren lijkt mij weinig relevant te zijn. Wel kan ik meegeven dat binnen de politiediensten de nodige procedures werden opgestart om de betrokkenen ter verantwoording te roepen.

2) Ieder organisme dat, bij koninklijk besluit of bij beraadslaging van het sectoraal Comité van het Rijksregister, gemachtigd werd tot toegang tot de informatiegegevens van het Rijksregister heeft de mogelijkheid om het dossier van betrokkene te ondervragen.

Het dossier van betrokkene werd als volgt ondervraagd door de andere gebruikers van het Rijksregister.

Juni 2009:

Andere overheden – 160

Gemeenten – 287

Juli 2009:

Andere overheden – 81

Gemeenten – 170

3) De toegang tot het Rijksregister wordt aan de gebruikers verleend overeenkomstig de voorwaarden die werden opgelegd in de voormelde koninklijke besluiten of beraadslagingen.

In het advies nr. 12/2009 van 29 april 2009 bepaalt de Commissie ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer uitdrukkelijk dat de gemachtigde zelf verantwoordelijk is voor het correct gebruik van de machtiging die hem werd verleend.

Het is de gebruiker die er in de eerste plaats over moet waken dat zijn personeelsleden geen misbruik maken van de gegevens van het Rijksregister. Dit betekent dat hij over een gedetailleerd systeem van logins moet beschikken dat reikt tot de individuele persoon.

Het feit dat agenten weten dat hun toegang tot de gegevens wordt geregistreerd, moet hen ertoe aansporen om de toegang correct te gebruiken aangezien ze desgevallend om uitleg kunnen worden gevraagd.

Bovendien worden de gebruikers van het Rijksregister regelmatig gewezen op de wettelijke verplichting die hen toebehoort om de doelstellingen uit de verleende machtiging strikt te respecteren en over de strafrechterlijke en burgerlijke sancties (schadevergoedingen) waaraan ze blootgesteld zijn, indien de genoemde voorwaarden niet nageleefd worden. Een laatste nota in deze zin werd verstuurd aan alle gebruikers van het Rijksregister op 10 juli 2008.

4) 1. In het kader van het toezicht op de eerbiediging van de regels voor de consultatie van databanken die ter beschikking staan van de politiediensten, voert de Directie van het Beheer van de Operationele Informatie (CGO) steekproefcontroles uit van de individuele consultaties van de Algemene Nationale Gegevensbank (ANG) inclusief het Rijksregister. Die resultaten worden systematisch meegedeeld aan de betrokken korpschefs.

Het komt aan de betrokken korpschef toe om na te gaan of de consultatie van de databank door een bepaald personeelslid gerechtvaardigd was, en indien nodig maatregelen te treffen. In dat geval informeert de korpschef ook het Comité P.

De Federale Politie (CGO) beschikt niet over statistieken van het aantal privacyinbreuken die jaarlijks door de bevoegde hiërarchische oversten worden vastgesteld.

2. Uit cijfers van de Tuchtraad blijkt dat er binnen de geïntegreerde politie in 2007 en in 2008 respectievelijk negenendertig en eenenzestig tuchtstraffen werden opgelegd voor “het consulteren zonder toestemming of voor private doeleinden van de politionele gegevensbank”.

De tuchtstraffen die aan de betrokken politiemensen werden opgelegd liepen op van een “waarschuwing” tot een “schorsing bij tuchtmaatregel van twee maanden”. De straf is afhankelijk van het tuchtverleden van de betrokken politieambtenaar, van het motief van de onrechtmatige consultatie en, vooral, van de gevolgen ervan.

Er wordt dus opgetreden tegen ongezonde nieuwsgierigheid en dat is maar goed ook. Privégegevens zijn geen koopwaar en politiemensen moeten daar correct mee omgaan.

5. De burger beschikt via de webtoepassing “Mijn dossier” met zijn elektronische identiteitskaart over de mogelijkheid om na te gaan wie, met uitzondering van de politie- en veiligheidsdiensten, er gedurende de laatste zes maanden zijn dossier heeft ondervraagd.

Het objectief van de ondervraging kan alleen door de gebruiker meegedeeld worden.

Bovendien kan eenieder die meent dat er een inbreuk werd gepleegd op zijn persoonlijke levenssfeer een klacht indienen bij de Commissie ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer.

6. Hieronder vindt het geachte lid het overzicht van het aantal ondervragingen van de toepassing “Mijn dossier” sedert het opstarten ervan in de maand juni 2006.

Maand/jaar

2006

2007

2008

2009

Gecumuleerd totaal

Januari


9526

10843

19251


Februari


9219

12084

17568


Maart


8515

15039

17606


April


7546

12208

20164


Mei


9907

14930

23962


Juni

9071

11438

22910

30387

Juli

10943

9129

20797

15595


Augustus

10402

8075

14595

14502


September

10312

10703

15103

38598


Oktober

12684

11616

18615



November

10363

10425

14431



December

8600

8916

14746



Totaal

72375

115015

186301

197633

571324