Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-4421

van Ann Somers (Open Vld) d.d. 17 september 2009

aan de vice-eersteminister en minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid

Activiteitsgraad van ouderen - Verhoging - Generatiepact - Doelstellingen van Lissabon - Maatregelen in andere Europese landen - Initiatieven in België

oudere werknemer
vergrijzing van de bevolking
beroepsbevolking
bevolking op arbeidsgeschikte leeftijd

Chronologie

17/9/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 22/10/2009)
25/11/2009Dossier gesloten

Heringediend als : schriftelijke vraag 4-5484

Vraag nr. 4-4421 d.d. 17 september 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Bij een ongewijzigd beleid zal een jongere van vijftien jaar gemiddeld slechts 28,4 jaar van zijn loopbaan werken. Dat blijkt uit een projectie van experts van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg (FOD WASO). Tijdens een colloquium van het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO) werd tot de bevinding gekomen dat het Generatiepact zijn doel voorbij schiet en niet bijdraagt tot een wezenlijke verhoging van de activiteitsgraad van ouderen. Nog steeds kan België geen gelijke tred houden met het Europese Unie (EU)-gemiddelde.

Het ziet er niet naar uit dat daar snel verandering in zal komen. Landen als Nederland, Finland en Duitsland en zelfs Frankrijk hebben de jongste jaren nieuwe maatregelen genomen om mensen langer aan het werk te houden. Vooral landen die kiezen voor een integrale benadering die zich richt op alle beleidsdomeinen en de hele loopbaan blijken succes te hebben.

1. Blijft het de ambitie van de geachte minister om de doelstellingen van Lissabon na te streven en zo snel mogelijk te komen tot een activiteitsgraad van 50 % van de 55-plussers?

2. Welke concrete termijn acht ze haalbaar, rekening houdend met de economische crisis?

3. Zal ze rekening houden met de maatregelen die andere Europese landen zijn genomen en die hebben bijgedragen tot een gevoelige verhoging van de werkgelegenheidsgraad van 55-plussers?

4. Welke concrete maatregelen komen in aanmerking voor de Belgische arbeidsmarkt?

5. Zal ze rekening houden met de vaststelling dat vooral landen die kiezen voor een integrale benadering die zich richt op alle beleidsdomeinen en de hele loopbaan succes blijken te hebben in het optrekken van de werkgelegenheidsgraad van 55-plussers?

6. Wat betekent dit concreet in Belgische context en welke initiatieven zal ze hieromtrent nemen?