Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-4300

van Paul Wille (Open Vld) d.d. 7 september 2009

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie

Evenwichtige voeding - Enquête van het marktonderzoekbureau Millward Brown - Cijfers - Maatregelen - Sensibiliseringscampagne - Cardiovasculaire aandoeningen - Cijfers

levensmiddelen
voeding
voedselverbruik
voedingsgewoonte
onderzoek naar de consumptie
hart- en vaatziekte
voedingsziekte
bewustmaking van de burgers
officiële statistiek
levensmiddelenindustrie
consumptievet

Chronologie

7/9/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 8/10/2009)
21/10/2009Antwoord

Vraag nr. 4-4300 d.d. 7 september 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In 2009 publiceerde marktonderzoekbureau Millward Brown de resultaten van een representatieve steekproef die moest achterhalen wat volwassenen weten over vetten en de rol die ze spelen in een evenwichtige voeding. Uit de resultaten van 3 200 waaronder Belgische en Nederlandse consumenten bleek dat die kennis behoorlijk ontoereikend was. Over de “ gevaarlijke “ vetten zijnde, de verzadigde vetten die voornamelijk in dierlijk producten zitten, weten we al langer dat deze verantwoordelijk zijn voor een forse stijging van cholesterol in onze bloedspiegel. Deze stijging laat de aders en bloedvaten dichtslibben en laat het risico op hart- en vaatzieken sterk toenemen. Meer verontrustend wordt het als we weten dat 86 % van de Belgen (volgens voorvernoemde onderzoek) overtuigd is gezond te eten. Bovendien blijkt dat niet minder dan 15,6 % van de energie die volwassen Belgen via hun voeding opnemen uit verzadigde vetzuren komt. Dat zijn hallucinante cijfers waarmee Belgen wereldwijd de koploper zijn wat betreft de consumptie van slechte vetten. Volgens experts zou dit maximaal 10 % mogen zijn.

Gezien het voorgaande kader, kreeg ik graag een antwoord op de volgende vragen:

1.Is de geachte minister op de hoogte van de ernst van de zaak, en bevestigt ze bovenstaande cijfers van Milward Brown?

2.Is het juist dat 15,6 % van de energie die volwassen Belgen via hun voeding opnemen uit verzadigde vetzuren komt?

3.Welke maatregelen heeft ze reeds gerealiseerd om dit percentage te verlagen?

4.Welke maatregelen wil ze hieromtrent nog verwezenlijken?

5.Is ze akkoord dat dergelijke onwetendheid grotendeels verklaart waarom vijf op de tien Belgen aan overgewicht lijden? Zo ja, plant ze nog sensibiliseringscampagnes hieromtrent?

6.Heeft ze een idee van de overgewichtcijfers bij de jeugd? Kan ze volgens leeftijdscategorieën onder 18 een overzicht geven?

7.Is het juist dat elk kwartier een Belg bezwijkt aan een cardiovasculaire aandoening?

8.Kan ze de cijfers weergeven van het aantal sterfgevallen door cardiovasculaire aandoeningen? Kan ze een overzicht geven voor de laatste tien jaar om zo tot een ruimer perspectief te komen?

Antwoord ontvangen op 21 oktober 2009 :

1 en 2. De Belgische Voedselconsumptiepeiling (2004) geeft inderdaad aan dat 15,6 % van de energie die Belgen via hun voeding opnemen uit verzadigde vetzuren komt. Algemeen kunnen we stellen dat dit voor mannen en vrouwen gelijklopend is. De cijfers veranderen echter met het ouder worden. Het gaat van 14,4 % bij personen onder 18 jaar tot 17,3 % bij 75plussers. Wij hebben geen internationale gegevens beschikbaar die ons in staat stellen de Belgische situatie wereldwijd te vergelijken.

3. Het Nationaal Voedings- en Gezondheidsplan tracht de problematiek van verzadigde vetzuren op drie manieren aan te pakken. De eerste manier is een globale aanpak van slechte eetgewoonten. Door algemene boodschappen rond gezonde voeding naar de burger te verspreiden trachten we het aandeel van de vetrijke voedingsmiddelen te verminderen. Daarom werden in het verleden een televisiespot, vijf voedingsgidsen op anderhalf miljoen exemplaren en een internetsite gerealiseerd die specifiek gezonde eetgewoonten (waaronder ook vetten) bespreken. Bovendien houden we eraan in communicatie rond specifieke onderwerpen zoals zoutreductie het altijd te hebben over die gezonde eetgewoontes en een actieve levensstijl.

Een overlegronde en een samenwerking met de Belgische voedingsindustrie om het aanbod kwalitatief te verbeteren is thans bezig. Een studie van NUBEL (Nutriënten België) uit 2009 toont aan dat het gehalte aan vetten en meer specifiek aan transvetzuren significant verminderd is in speculoos, wafels, frangipanes, en dergelijke. In 2010 willen we deze inspanning vergroten door naar analogie met het plan rond zoutreductie alle sectoren uit de voedingsindustrie samen te brengen in een nieuwe werkgroep rond energiereductie, waar de problematiek rond verzadigde vetten natuurlijk een wezenlijk onderdeel van zullen zijn.

Ten derde stimuleert en steunt het Nationaal Voedings- en Gezondheidsplan ten volle de inspanningen van niet-gouvermentele en lokale organisaties om de problematiek van vetten aan te spreken. Zo kreeg een brochure rond vetten van het Observatoire de Santé du Hainaut de toelating om het logo van het NVGP te gebruiken, wat een waardemeter is van de professionaliteit en correctheid van het document.

4. In 2010 zal een werkgroep opgericht worden rond energiereductie. Hierin zullen alle sectoren uit de voedingsindustrie, de horecafederaties en de distributiesector samenwerken om met een globaal plan te komen om tot een significante vermindering van energie te komen. Deze aanpak heeft in het kader van de zoutreductie geleid tot een engagement van de Belgische voedingsmiddelenindustrie om tot 10% zoutreductie te komen tegen 2012. Een gelijkaardige doelstelling zal worden bepaald voor de energiereductie.

In het kader van de revisie van de regels voor etikettering die momenteel wordt besproken op het niveau van de Raad van Europa, hebben mijn administratie en ik steun verleend en zullen we verder steun verlenen aan het voorstel van de Europese Commissie om voedingswaarde-etikettering verplicht te maken voor alle voorverpakte voedingsmiddelen, met enkele uitzonderingen. Deze etikettering stelt de systematische vermelding van verzadigde vetten voor.

In het kader van het reglement 1924/2006 betreffende de beweringen voor voeding en gezondheid van voedingsmiddelen, voorzien de Commissie en de lidstaten om limieten voor verzadigde vetten in te stellen. Indien de limieten overschreden worden kunnen er geen beweringen over dat voedingsmiddel gemaakt worden.

5. De meest recente cijfers geven aan dat 30,3´% van de Belgische bevolking aan overgewicht (BMI >25) lijdt, één op tien is obees (BMI >30). Onvoldoende kennis rond gezonde eetgewoontes en een actieve levensstijl heeft zeker zijn deel in deze problematiek. De informatiecampagnes van het Nationaal Voedings- en Gezondheiddsplan hebben dan ook een permanent karakter.

Zoals aangetoond in de vorige antwoorden zullen enkel sensibiliseringscampagnes niet volstaan om specifiek het probleem van verzadigde vetten en meer globaal, slechte voedingsgewoonten aan te pakken. Daarom plannen we ook hier een multidisciplianire aanpak. De werkgroep energiereductie zou in eerste instantie het aanbod moeten verbeteren waarna een campagne kan volgen.

6. Volgens de Voedselconsumptiepeiling heeft 10 % van de 15 tot 18 jarigen te kampen met overgewicht, belangrijk te melden is ook dat er 10 % te kampen heeft met ondergewicht. Op nationaal vlak zijn er geen gegevens beschikbaar voor de -15 jarigen. Lokaal onderzoek toont aan dat daar wel een trend is naar meer gevallen van overgewicht, zelfs op jonge leeftijd. In 2010 wordt de uitvoering van een nieuwe voedselconsumptiepeiling voorzien en die zal specifiek gericht zijn op kinderen en jongeren zodat we de problematiek beter kunnen inschatten.

7 Als we rekening houden met alle vaatziekten (ICD codes 10 : I00 – I99) dan zijn er in 2004 in België 35 304 overlijdens geteld. Dat zijn er 96 per dag, of 4 per uur, wat effectief overeenkomt met één per vijftien minuten.

Als we ons strikt beperken tot de cardiovasculaire ziekten (ICD : 110 – 125), dit wil hoofdzakelijk zeggen hypertensieproblemen en ischemisch hartlijden, dan telde België in 2004 12 816 overlijdens, of 35 per dag, of 1,5 per uur.

8. Deze cijfers zijn beschikbaar op de website van het Wetenschappelijk Instituut voor de Volksgezondheid, op het volgende adres :

http://www.iph.fgov.be/epidemio/spma

Er is echter een vertraging in de verwerking van de mortaliteitsstatistieken en de recentste gegevens dateren van 2004 (trouwens, de cijfers voor de jaren 2000 tot 2003 ontbreken).

In de onderstaande tabellen vindt u de afzonderlijke detailcijfers voor de hypertensieproblemen en voor de ischemische hartziekten.

Wat hypertensie betreft stellen we een regelmatige terugloop van het aantal overlijdens vast tussen 1987 en 1997. De toename die in 1998, 1999 en 2004 werd waargenomen is blijkbaar een vertekening van de realiteit, te wijten aan de verandering van de classificatie (ICD9 tot ICD10) en aan de wijzigingen die toen aan het overlijdenscertificaat werden aangebracht.

Wat de ischemische hartaandoeningen betreft zien we eveneens een daling van het aantal overlijdens tussen 1987 en 2004.

Age adjusted mortality rate (/100.000) by sex

Belgium, 1987 -2004

Reference: Belgian population, 1994

Hypertensive diseases (ICD9=401-404 / ICD10=I10-I13,I15 (from 1998 on))

Year

Number of deaths
females

Rate females

Lower 95 % CI

Upper 95 % CI

Number of deaths
males

Rate males

Lower 95 % CI

Upper 95 % CI

Total number of
deaths

Rate total pop

Lower 95 % CI

Upper 95 % CI

1987

655

11,22

10,34

12,09

400

10,79

9,69

11,90

1 055

11,30

10,61

11,99

1988

495

8,39

7,63

9,14

299

7,67

6,76

8,58

794

8,31

7,72

8,90

1989

405

6,75

6,07

7,42

260

6,86

5,98

7,74

665

7,03

6,49

7,58

1990

448

7,43

6,72

8,14

257

6,92

6,02

7,81

705

7,29

6,74

7,84

1991

461

7,52

6,83

8,22

265

6,93

6,06

7,80

726

7,52

6,97

8,07

1992

371

5,90

5,30

6,51

196

5,19

4,44

5,95

567

5,75

5,28

6,23

1993

372

5,70

5,11

6,28

176

4,81

4,08

5,55

548

5,50

5,03

5,96

1994

347

5,23

4,67

5,79

194

5,02

4,29

5,75

541

5,35

4,90

5,80

1995

363

5,33

4,77

5,88

182

4,90

4,17

5,64

545

5,28

4,84

5,73

1996

344

4,96

4,43

5,50

183

4,89

4,16

5,62

527

5,02

4,59

5,45

1997

372

5,26

4,71

5,80

176

4,68

3,96

5,40

548

5,18

4,75

5,62

1998

605

8,51

7,81

9,21

295

7,62

6,71

8,53

900

8,33

7,78

8,88

1999

905

12,38

11,54

13,21

478

11,71

10,61

12,82

1383

12,55

11,87

13,22

2004

680

8,43

7,77

9,09

289

6,85

6,02

7,68

969

8,06

7,54

8,58

Age adjusted mortality rate (/100.000) by sex

Belgium, 1987 -2004

Reference: Belgian population, 1994

Ischemic heart diseases (ICD9=410-414 / ICD10=I20-I25 (from 1998 on))

Year

Number of deaths
females

Rate females

Lower 95 % CI

Upper 95 % CI

Number of deaths
males

Rate males

Lower 95 % CI

Upper 95 % CI

Total number
deaths

Rate total pop

Lower 95 % CI

Upper 95 % CI

1987

5 648

96,36

93,80

98,92

7403

198,95

194,23

203,67

13051

139,15

136,72

141,57

1988

5 453

91,95

89,45

94,45

7019

190,06

185,40

194,72

12472

132,72

130,34

135,09

1989

5 212

86,67

84,25

89,09

6655

179,38

174,84

183,92

11867

124,47

122,19

126,76

1990

4 954

80,63

78,33

82,94

6571

174,51

170,08

178,93

11525

119,22

117,00

121,44

1991

5 111

82,03

79,74

84,32

6313

166,66

162,37

170,94

11424

116,74

114,58

118,91

1992

4 806

75,92

73,75

78,09

6293

164,92

160,70

169,14

11099

112,11

110,01

114,20

1993

5 692

88,55

86,23

90,87

6932

180,16

175,79

184,54

12624

126,29

124,08

128,49

1994

5 461

84,29

82,03

86,55

6582

169,03

164,82

173,23

12043

119,05

116,93

121,18

1995

5 407

81,93

79,72

84,13

6915

174,91

170,67

179,15

12322

119,84

117,72

121,95

1996

5 503

81,64

79,46

83,83

6732

167,91

163,78

172,05

12235

117,21

115,13

119,29

1997

5 256

76,95

74,83

79,07

6723

166,46

162,34

170,59

11979

113,47

111,43

115,52

1998

6 031

86,72

84,47

88,97

7196

178,27

173,96

182,57

13227

123,76

121,62

125,90

1999

5 544

78,82

76,67

80,97

6842

166,74

162,59

170,90

12386

114,44

112,38

116,51

2004

5 262

68,41

66,49

70,33

6585

146,68

142,96

150,39

11847

100,37

98,52

102,22