Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-4246

van Paul Wille (Open Vld) d.d. 2 september 2009

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie

Orgaantransplantatie - Wachtlijsten - Organen van levende donoren

orgaantransplantatie
bewustmaking van de burgers

Chronologie

2/9/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 1/10/2009)
21/10/2009Antwoord

Vraag nr. 4-4246 d.d. 2 september 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Omdat de wachtlijsten voor donororganen te lang blijven, zoekt de overheid ook een oplossing om levende orgaandonoren in te schakelen. Belangrijk hierbij is uiteraard de 'marktwaarde' van de organen. Zo zou er momenteel onderzocht worden wat een correcte 'prijs' is voor het afstaan van bepaalde organen.

Toch blijft de nood aan donororganen hoog. 'Op dit ogenblik staan er gemiddeld duizend personen op een wachtlijst', zegt Christiaan Decoster, directeur-generaal van Volksgezondheid. 'Doordat het aantal verkeersslachtoffers daalt, daalt immers ook het aantal mensen dat in aanmerking komt als geschikte donor.'

De overheid wil daarom mensen stimuleren om bij leven een orgaan af te geven. 'In het buitenland, bijvoorbeeld in de Scandinavische landen, werkt men op het vlak van nieren steeds vaker met levende donoren', zegt Decoster. 'Ook wij willen dit doen. Op dit ogenblik laten we een studie uitvoeren naar de werkelijke kostprijs van het afstaan van een orgaan. Dit om ervoor te zorgen dat zij die hiermee instemmen, een correcte prijs krijgen voor het afstaan van een orgaan, en om te vermijden dat een 'winstgevende handel' ontstaat.'

Dit jaar zal Volksgezondheid ook via een didactisch spel in scholen en via een filmspot die vanaf 4 oktober in de bioscoop te zien zal zijn de noodzaak van donatie verder benadrukken.

Gezien het korte voorgaande kader volgende vragen:

1. Wat is het exacte huidige aantal kandidaat-orgaandonoren in België. Zijn er hierbij verschillen merkbaar tussen de gemeenschappen? Kan de Minister dit aantonen met cijfers?

2. Hoeveel mensen staan er precies op een wachtlijst voor een orgaantransplantatie? Zijn er hierbij verschillen merkbaar tussen de gemeenschappen? Kan de Minister dit aantonen met cijfers?

3. Is het juist dat de daling van de verkeersslachtoffers een nefaste impact heeft op het aantal mensen dat als donor in aanmerking komt? Kan de Minister uitvoerig uitleggen hoeveel verkeersslachtoffers vanaf 2000 tot en met vorig jaar een orgaan afstonden, en wat de impact van het dalende aantal verkeersdoden hierop is?

4. Is de Minister akkoord dat bepaalde bevolkingsgroepen meer weigerachtig zijn tav orgaandonatie dan andere? Zo ja, de welke? Is de Minister akkoord dat sensibilisatie naar deze groepen relevant is? Zijn er campagnes naar deze groepen gepland of in uitvoer?

5. Wanneer denkt de Minister een concrete regeling met prijsbepaling en nieuwe beleid inzake donortransplantatie tav levende orgaandonoren klaar te hebben?

6. Wat de minister van de huidige wetgeving? Vindt de Minister de rol van de familieleden niet te dominant? Vindt de Minister dat familiale appreciatie tav donatie mag opwegen tav de medische noodzaak van patiënten die op de wachtlijst staan? Zou een opgelegd systeem waarbij Belgen op een bepaalde leeftijd verplicht moeten aangeven of ze al dan niet akkoord gaan met donatie in geval van plots overlijden, en deze beslissing niet aan familie over te laten. Graag uw uitvoerig antwoord hierop.

Antwoord ontvangen op 21 oktober 2009 :

  1. Momenteel kan elke meerder- of minder-jarige die in staat is zijn wil te doen kennen, bij zijn gemeente een verklaring afleggen van in-stemming of weigering van orgaanwegneming na zijn overlijden. Zo zijn er momenteel 97 206 verklaringen van instemming en 189 664 verklaringen van weigering. We zien een voortdurende stijging van het aantal verklaringen van instemming. Het federale beleid heeft beslist dat opdeling van deze cijfers naar gewest geen meerwaarde brengt in de problematiek.

    Een arts die een orgaan wenst weg te nemen, raadpleegt dus de bovengenoemde gegevensbank, en neemt eveneens contact op met de naasten van de overleden persoon om na te gaan of de donor bij leven geen verzet heeft geuit op een andere manier (bijvoorbeeld testament, mondeling enz.).

  2. Momenteel wachten iets meer dan 1 100 patiënten op een orgaan.

    Het aantal donoren schommelt maar gaat sinds enkele jaren in stijgende lijn en zorgt zo voor een verkleining van bepaalde wachtlijsten.

    Niettemin volstaat het aanbod nog niet om te voldoen aan de steeds groter wordende vraag.

  3. In 2008 bedroeg het aantal overleden orgaandonoren 25,7 donoren per miljoen inwoners. Wat de levende donoren betreft, waren er dertien levende leverdonoren en vijfenveertig levende nierdonoren.

    De hierboven vermelde gegevens waarover wij beschikken voor het aantal donoren, de patiënten op de wachtlijsten en de transplantaties zijn afkomstig van Eurotransplant, een toewijzingsorgaan waarmee België werkt.

    Wij beschikken dus over “nationale” cijfers en niet over cijfers die opgesplitst zijn per “gewest”.

    De oorzaken die kunnen leiden tot hersendood veranderen met de jaren door de ontwikkeling van bepaalde heelkundige technieken, stijging van de leeftijd van de bevolking, minder verkeers-ongevallen, Als we met deze verschillende aspecten rekening houden, zou het aantal orgaandonoren in de toekomst dus wel eens kunnen stagneren of zelfs verminderen. Er zouden dan ook andere bronnen moeten kunnen worden overwogen, zoals levende donoren.

  4. De campagne “Beldonor.be”, opgericht in 2005 die volledig gewijd is aan de bewustmaking voor orgaandonatie, richt zich tot verschillende doelgroepen, waaronder de burgers van dit land, de gemeentelijke administraties, de scholen, de parketten en de beroepsmensen uit de gezondheidssector in een tachtigtal ziekenhuizen over heel België met het Gift-project om de perceptie inzake orgaandonatie te verbeteren, alsook omdat 20 à 3 % van alle stervenden in ziekenhuizen, hoofdzakelijk in de eenheden van intensieve zorgen, door artsen en verpleegkundigen niet zouden worden herkend als potentiële orgaandonoren.

    Daarnaast zullen er in het kader van de Europese dag van de Orgaandonatie op 4 oktober talrijke activiteiten worden georganiseerd, waaronder de uitzending van een spot in alle bioscoopzalen, de levering van een didactische kit in alle scholen van het hoger middelbaar onderwijs, de organisatie van de 1ste opleidingsdag voor het “GIFT”-systeem.

  5. Inzake levende donoren bepaalt artikel 4§2 van de wet van 1986 dat de Koning regels vaststelt om aan de levende donor een vergoeding toe te kennen die zowel de onkosten als de inkomstenderving die het rechtstreeks gevolg zijn van het afstaan van organen, dekt.

    Op heden zijn bepaalde aspecten nog steeds niet gedekt, zoals bijvoorbeeld het laat hervatten van het werk na het afstaan van een orgaan. Er wordt effectief een studieproject overwogen. Deze zal betrekking hebben op de raming van de kosten die veroorzaakt worden door een procedure tot wegneming van een nier of een leverkwab bij een levende donor. Het is uiteindelijk de bedoeling te proberen te komen tot oplossingen om de procedure toegankelijker te maken dan nu al het geval is. De begindatum voor deze studie is nog niet vastgelegd. De studie zal tot stand komen in samenwerking met een universitair centrum.

  6. De huidige Belgische wetgeving inzake orgaandonatie behoort tot de modernste wetten in Europa en stond reeds model voor de wetgeving in verschillende lidstaten.