|
|
Fonds betreffende de effectisering van de indirecte belastingschulden
begrotingsfonds
begrotingscontrole
overheidsboekhouding
inning der belastingen
fiscaal recht
kredietbrief
indirecte belasting
| 14/8/2009 | Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 17/9/2009) |
| 2/9/2009 | Antwoord |
Kan u mij voor het fonds betreffende de effectisering van de indirecte belastingschulden het volgende meedelen:
1. Welk is de reglementaire of wetgevende basis?
2. Wat is het opzet ervan?
3. Wie of welke instantie beheert het fonds?
4. Op welke wijze is het fonds verplicht te rapporteren over zijn activiteiten? Is deze rapportage openbaar?
5. Op welke wijze oefent de overheid controle uit op dit fonds?
6. Met welke bijdragen wordt het gespijsd?
7. Hoe groot was het bedrag in dit fonds op 1 januari 2008, op 1 januari 2009 en op dit ogenblik?
8. Worden deze gelden belegd en zo ja via welke beleggingen?
9. Welke zijn in dat geval de eventuele verliezen die werden geboekt ingevolge de banken- en financiële crisis van het afgelopen jaar?
10. Welke begunstigden kunnen desgevallend van dit fonds gebruik maken?
11. Hoeveel begunstigden/instellingen/projecten… kregen desgevallend in 2009 een uitkering uit dit fonds en welk was het totaalbedrag aan uitkeringen? Graag een opsplitsing per gewest.
Het geachte lid zal hierna de gegevens voor de gestelde vragen vinden.
1. Het Fonds betreffende de effectisering van de indirecte belastingschulden, opgericht in de begroting van de Federale Overheidsdienst (FOD) Financiën voor het jaar 2006, is een begrotingsfonds in de zin van artikel 45 van de wetten op de Rijkscomptabiliteit gecoördineerd bij koninklijk besluit van 17 juli 1991.
2. De bestemming van de middelen van het fonds wordt in artikel 91, §3, van de programmawet van 27 december 2006 als volgt omschreven: “Deze middelen worden aangewend tot betaling van kosten gedragen door de FOD Financiën voor een betere werking van het departement.”
3. De variabele kredieten van het fonds zijn ingeschreven op de afdeling 18 40 van de algemene uitgavenbegroting ten gunste van de beheersorganen van de FOD Financiën.
4. Jaarlijks wordt de begroting van het fonds opgenomen in de wet op de algemene uitgavenbegroting. De resultaten van de uitvoering van de begroting worden aan de Kamer van volksvertegenwoordigers voorgelegd door middel van de wet houdende eindregeling van de begroting. Beide wetten en de besprekingen ervan zijn openbaar.
5. Zoals voor alle uitgaven op begrotingsmiddelen wordt de controle op de uitgaven van het fonds geregeld door de Grondwet, de wetten op de Rijkscomptabiliteit gecoördineerd bij koninklijk besluit van 17 juli 1991, het koninklijk besluit van 16 november 1994 betreffende de administratieve en begrotingscontrole, het koninklijk besluit van 31 mei 1966 houdende regeling van de controle op de vastleggingen van uitgaven in de diensten van algemeen bestuur van de Staat en de wet van 29 oktober 1846 op de inrichting van het Rekenhof.
6. De herkomst van de middelen van dit fonds wordt in artikel 91, §2, van de programmawet van 27 december 2006 als volgt omschreven: “Het fonds beschikt over de volgende financiële middelen: een gedeelte van de opbrengst van de effectiseringsoperatie met betrekking tot de indirecte belastingschulden.”
Het betreft een éénmalige ontvangst van 45 miljoen euro.
7. Op 1 januari 2008 had het fonds een beschikbaar saldo van 41,27 miljoen euro in vastleggingen en 45 miljoen euro in vereffeningen. Op 1 januari 2009 bedroeg het beschikbaar saldo respectievelijk 20,03 miljoen euro en 38,25 miljoen euro.
8. / 9. De Thesaurie staat in voor het kasbeheer van de middelen van de federale overheid.
10. De middelen van het fonds zijn dienstig voor moderniseringsprojecten van de FOD Financiën die jaarlijks ter goedkeuring aan de ministerraad worden voorgelegd. Deze projecten worden door middel van overheidsopdrachten bij open procedures gegund.
11. Het fonds staat geen uitkeringen toe. De vereffeningen op het fonds betreffen de goedkeuring tot betaling van schuldvorderingen voor verrichte en geaccepteerde prestaties in het kader van gegunde moderniseringsprojecten.