Personen met beperkte mobiliteit - Begeleid vervoer - Dienstencheques
bijkomend voordeel
gehandicapte
lichamelijk gehandicapte
faciliteiten voor gehandicapten
bejaarde
ziekentransport
automobiel
12/8/2009 | Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 10/9/2009) |
2/10/2009 | Antwoord |
Doorverwezen door : schriftelijke vraag 4-3935
In antwoord op mijn vraag 4-985 stelt u dat het begeleid vervoer van personen met beperkte mobiliteit alleen dient te gebeuren met een aangepast voertuig wanneer de betrokken gebruiker erkend is als persoon met een handicap door één van de regionale agentschappen (= voorwaarde 1 uit uw antwoord).
U voegt hier nog aan toe dat wanneer een gebruiker die erkend is als persoon met een handicap door één van de regionale agentschappen ook aan één van de andere voorwaarden voldoet (= voorwaarden 2-5 uit uw antwoord), een speciaal uitgerust voertuig niet verplicht is.
Het koninklijk besluit van 12 december 2001, zoals gewijzigd door het koninklijk besluit van 28 september 2008, bepaalt volgens mijn informatie echter alleen het volgende:
"Begeleid vervoer van personen met beperkte mobiliteit bedoeld in het eerste lid, 2°, b), is een activiteit die mindervaliden onder begeleiding vervoert met daartoe speciaal uitgeruste voertuigen, waarvoor de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer een attest heeft afgeleverd. De personen van minstens 60 jaar die prestaties genieten verstrekt door een door de bevoegde overheid erkende dienst voor gezins- en bejaardenhulp worden met mindervaliden gelijkgesteld. Deze activiteit is eveneens mogelijk voor de mindervalide kinderen ten laste van een gebruiker. Enkel voor het vervoer van de mindervaliden, bedoeld in artikel 1, eerste lid, 7°, a), en van de mindervalide kinderen, bedoeld in artikel 1, eerste lid, 8°, b), is een aangepast voertuig met attest vereist."
Vandaar mijn vraag: op welke regelgeving baseert u zich om te stellen dat een speciaal uitgerust voertuig niet nodig is wanneer een gebruiker die erkend is als persoon met een handicap door één van de regionale agentschappen, ook voldoet aan één van de andere voorwaarden (= voorwaarden 2-5 uit uw antwoord)?
Een gebruiker moet aan de dienstencheque-onderneming het bewijs leveren dat hij in aanmerking komt voor het begeleid vervoer van personen met beperkte mobiliteit. De volgende personen komen in aanmerking voor het mindermobielenvervoer :
de gebruiker (of zijn kind) die als mindervalide is ingeschreven bij de daartoe bevoegde regionale overheidsdienst ;
de gebruiker die geniet van een tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden, een inkomensvervangende tegemoetkoming of een integratietegemoetkoming, op basis van de wet van 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen aan personen met een handicap ;
de gebruiker (of zijn kind jonger dan 21 jaar) die minstens zeven punten werd toegekend op de zelfredzaamheidsschaal en hiervoor beschikt over een attest van de Algemene Directie Personen met een Handicap van de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid ;
het kind van de gebruiker dat een verhoogde kinderbijslag geniet voor gehandicapte kinderen of het kind dat aan een zware ziekte lijdt ;
de gebruiker die minstens zestig jaar is en geniet van prestaties verstrekt door een door de bevoegde overheid erkende dienst voor gezins- en bejaardenhulp.