Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-3830

van Yves Buysse (Vlaams Belang) d.d. 14 juli 2009

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid

Globaal medisch dossier (GMD) - Registraties - Aantallen - Leeftijden

dokter
algemene geneeskunde
medische gegevens
officiële statistiek
geografische spreiding

Chronologie

14/7/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 14/8/2009)
22/10/2009Antwoord

Vraag nr. 4-3830 d.d. 14 juli 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Graag had ik van de geachte minister de meest recente cijfers gekregen van het aantal patiënten dat ingestapt is in het systeem van het globaal medisch dossier GMD). Gelieve de absolute cijfers alsook de dekkingsgraad op te splitsen per provincie en per gewest.

In een eerder antwoord op een schriftelijke vraag nr. 4-536 wees zij erop dat het systeem aanvankelijk vooral bedoeld was voor de oudere patiënten. Merkt zij ondertussen een evolutie op waarbij de jongere patiënten relatief gezien ook meer instappen in het GMD-systeem? Indien niet, acht zij initiatieven aangewezen en wie is best geplaatst om die initiatieven te nemen?

Antwoord ontvangen op 22 oktober 2009 :

In antwoord op uw vraag, deel ik u mede dat in de tabellen van bijlage 1 een overzicht wordt gegeven van de gevallen van het globaal medisch dossier (GMD) voor de jaren 2006 tot en met 2008. Deze aantallen worden opgesplitst per gewest en per provincie, evenals in vier leeftijdscategorieën. Naast deze absolute cijfers, wordt telkens ook de dekkingsgraad bepaald door de geboekte gevallen te delen door de ledentallen.

Dit zijn boekhoudkundige gegevens waarbij de regionale spreiding is gebaseerd op de woonplaats van de patiënt. In bijlage 2 wordt een algemene opmerking opgenomen betreffende de betekenis en de draagwijdte van de hier meegedeelde regionale gegevens.

Het totale aantal GMD’s in 2008 bedraagt 4 501 141 voor het hele land tegenover 3 564 197 in 2006. Dit betekent dat er momenteel een dekking is van 42,6% voor het hele land. Dit is een stijging van het aantal GMD’s met 26,3% in twee jaar. De jaarlijkse groei tussen 2008 en 2007 bedraagt 17,9%; wat meer is dan de 7,1% tussen 2007 en 2006. De cijfers moeten voorzichtig worden geïnterpreteerd: de zelfstandigen kunnen het GMD genieten sinds 1 januari 2008. Dit verklaart gedeeltelijk de belangrijkere toename dit laatste jaar.

De cijfers per gewest bedragen 3 350 729 in Vlaanderen, 896 390 in Wallonië en 249 044 in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. In verhouding tot de ledentallen, vertegenwoordigen die cijfers een dekkingsgraad van 55,2% in Vlaanderen, 26,8% in Wallonië en 25,4% in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

De dekking is heel verschillend in functie van de leeftijd. Naarmate de patiënt ouder is, geniet hij meer het GMD:

De dekkingsgraad bij jongeren is beduidend lager, toch merken we een stijging van 34,4% over twee jaar. De toename tussen 2008 en 2006 is het hoogst voor jongere patiënten. Het aandeel in het totaal aantal GMD’s bedraagt in 2008 ten overstaan van 2006:

Zoals u kunt vaststellen, stijgt elk jaar het aantal rechthebbenden die aan hun huisarts de opening van een GMD vragen, en dat aantal is ondertussen al aanzienlijk geworden. De verzekeringsinstellingen en de huisartsen zelf zijn goed geplaatst om het openen van een dergelijk dossier aan te moedigen.

Sommige bestaande maatregelen, zoals de diabetespas, hebben zeker een invloed gehad op de toename van het aantal GMD’s. Bij de arts die het GMD heeft aangemaakt, krijgt u ook de permanentietoeslag (vanaf juli 2008) van twee euro voor avondraadplegingen tussen 18 en 21 uur, volledig terugbetaald.

Nieuwe maatregelen, zoals de zorgtrajecten en de creatie van een preventiemodule die aan het GMD zal worden gelinkt, zullen zeer zeker krachtige incentives zijn voor de opening van nieuwe GMD’s.

Bijlage 1

Bijlage 2

Regionale uitgaven, gevallen en kostprijzen per rechthebbende.

De regionale uitgaven, gevallen en kostprijzen per rechthebbende die hier meegedeeld worden zijn niet-gestandaardiseerde regionale uitgaven, gevallen en kostprijzen. Deze worden bekomen door de eenvoudige deling van de uitgaven voor een bepaalde regio door het aantal verzekerden van een bepaalde regio.

Deze niet-gestandaardiseerde regionale uitgaven, gevallen en kostprijzen houden geen rekening met de mogelijke specifieke kenmerken van een bepaalde regio met betrekking tot:

Deze specifieke kenmerken voor een bepaalde regio zullen een bron vormen van verschillen met de uitgaven, gevallen en kostprijzen van andere regio’s, maar deze verschillen zijn te objectiveren door die specifieke kenmerken van die bepaalde regio.

Het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering (RIZIV) werkt momenteel aan een standaardisering van de uitgavengegevens voor het jaar 2006 op basis van leeftijd, geslacht en sociaal statuut (inclusief voorkeurregeling) en zal hierover een rapport voorleggen aan de Algemene raad in de loop van 2009. Mogelijk kan hieruit worden afgeleid welke parameters aan de basis liggen van de waargenomen verschillen van de thans beschikbare niet-gestandaardiseerde regionale gegevens.