Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-3621

van Dirk Claes (CD&V) d.d. 23 juni 2009

aan de vice-eersteminister en minister van Ambtenarenzaken, Overheidsbedrijven en Institutionele Hervormingen

Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (NMBS) - Nood aan geluidsarme en comfortabele treinen - Normen

Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen
voertuig op rails
lawaai
vervoer per spoor

Chronologie

23/6/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 23/7/2009)
16/10/2009Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-3622

Vraag nr. 4-3621 d.d. 23 juni 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Ik ben ervan overtuigd dat het openbaar vervoer per spoor in de toekomst nog aan belang zal inwinnen. De versterking van het succes van het treinvervoer hangt natuurlijk samen met de uitbreiding en de verbetering van de infrastructuur.

Het moet een uitdaging zijn om ook de infrastructuur van het spoorverkeer te laten mee-evolueren met de mogelijkheden van de toekomst. Het transport per trein is milieuvriendelijk, maar er zijn nog veel verbeteringen mogelijk. Ik denk daarbij bijvoorbeeld aan stillere treinen. Dit is beter voor het milieu en de omwonenden. Anderzijds is ook het comfort van de rijtuigen van belang willen we een zo groot mogelijke groep van potentiële reizigers aanspreken.

In een recent interview heeft de staatssecretaris voor Mobiliteit aangegeven dat hij bereid is om normen vast te leggen op vlak van het comfort en de geluidsoverlast van de treininfrastructuur.

1.Bestaan er concrete plannen om op korte en middenlange termijn werk te maken van:

de verhoging van het comfort van de treinreizigers;

de geluidsoverlast van de treininfrastructuur?

2.Bent u van plan om hier effectief normen voor vast te leggen?

3.Hoe wenst u dit concreet te realiseren en binnen welke termijn?

4.Wat zullen de uitgangspunten zijn van deze geluids- en infrastructuurnormering?

Antwoord ontvangen op 16 oktober 2009 :

1. a) Alle nieuw aangekochte voertuigen voldoen aan de wetgeving zoals die is vastgelegd in de Technische Specificaties voor Interoperabiliteit (TSI ). Dit is een beschikking van de Europese Commissie van 23 december 2005 betreffende de technische specificaties voor interoperabiliteit inzake het subsysteem “rollend materieel – geluidsemissies” van het conventionele trans-Europese spoorwegsysteem.

Voor nieuwe componenten (bijvoorbeeld omvormers, klimagroepen in stuurposten) die worden ingebouwd tijdens de revisies of moderniseringen worden steeds geluidseisen gesteld. Deze geluidseisen zorgen ervoor dat het huidige comfort wordt behouden en dat, indien mogelijk, een reductie van het binnen- en buitengeluid verwezenlijkt wordt.

Sinds 1992, bij de aankoop van de I11 rijtuigen, worden zeer strenge geluidsnormen gehanteerd voor de reizigersruimtes en de ruimtes voorzien voor het treinpersoneel. De rijtuigen van het type I11, MR96, AR41, M6, T13 behoren tot deze generatie voertuigen. Voor de motorstellen MR08 (waartoe het GEN-materieel behoort) gelden dezelfde strenge normen.

Er bestaan programma's voor de ontwikkeling van remblokken voor goederenwagens om een geluidsreductie te verwezenlijken van het rolgeluid van de goederenwagens.

De Europese Unie (EU) en de Internationale Spoorwegunie gaan ervan uit dat het elimineren van de gietijzeren remblokken van het rollend materieel de belangrijkste bijdrage kan leveren om de geluidsemissie te verminderen.

De Nationle Maatschappij van Belgische Spoorwegen (NMBS) werkt in het kader van de UIC mee aan:

- het normeren van kunststofremblokken met hoge wrijvingscoëfficiënt (K-remblokken). De NMBS maakt deel uit van de spoorwegondernemingen die vier jaar voor het van kracht worden van de TSI, deze geluidsarme remblokken besloten te gebruiken voor nieuwe wagens.

- het normeren van de kunststofremblokken met lage wrijvingscoëfficiënt geschikt voor rijtuigen met gecombineerde schijf- en blokrem (L-remblokken). De resultaten van proeven bij de ÖBB, de SNCF, de NMBS en de ZSSK leidden in juni 2009 tot de UIC-toelating van dit systeem. Het certifiëren van de producten is reeds gestart. De NMBS zal L-remblokken gebruiken op de rijtuigen I6 200 km/h.

- het normeren van de kunststofremblokken met zeer lage wrijvingscoëfficiënt geschikt voor wagens (LL-remblokken). De resultaten van de proeven bij de NMBS en TRW zijn teleurstellend. De UIC-toelating is niet gewaarborgd.

b) Het verkeer brengt onvermijdelijk lawaai met zich mee. Richtlijn 2002/49/EG van het Europese Parlement inzake de evaluatie en de beheersing van omgevingslawaai heeft tot doel in Europa een gemeenschappelijke aanpak in te voeren met het oog op het vermijden, voorkomen of verminderen van schadelijke effecten van blootstelling aan omgevingslawaai. Verkeersgeluid staat centraal in deze richtlijn.

De aanpak van de richtlijn is gebaseerd op:

De richtlijn heeft betrekking op vier thema's: wegen, spoorwegen, luchthavens en agglomeraties.

In België is de uitvoering van deze richtlijn de verantwoordelijkheid van de regionale overheden. In eerste fase werden de geluidskaarten opgesteld voor de zones langsheen de spoorlijnen met meer dan 60 000 treinen per jaar. Deze geluidskaarten zijn opgesteld en zijn (voor het Vlaams Gewest) raadpleegbaar via het internet of zullen dit binnenkort zijn (voor de andere gewesten). Tegen 2012, moet dit herhaald worden voor alle spoorlijnen met meer dan 30 000 treinen per jaar, in totaal circa 1 450 km spoorlijn of bijna het halve Infrabel-hoofdsporennet: 755 km in Vlaanderen, 650 km in Wallonië, alle spoorlijnen in de agglomeraties Antwerpen, Gent, Brugge, Liège en Charleroi en ook alle spoorlijnen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

De NMBS-Groep stelt de gegevens ter beschikking omtrent de situering van deze baanvakken, de kenmerken van de spoorinfrastructuur en het aantal en type treinen per periode van het etmaal.

Vervolgens dienen de regionale overheden in overleg met de spoorwegsector een actieplan op te stellen

2. en 4. Voor de normering moet een onderscheid worden gemaakt tussen (A)geluidsemissienormen en (B)geluids-immissienormen.

(A): Geluidsemissienormen zijn product-normen; het vaststellen ervan is de bevoegdheid van Europa. Nieuw rollend materieel moet sinds 2006 voldoen aan strenge geluidsnormen. (zie eerder vermelde Beschikking van de Europese Commissie).

(B) Het vaststellen van geluids-immissienormen, dit is het toegelaten geluid op een bepaalde afstand van een bron, bij voorbeeld ter hoogte van geluidsgevoelige plaatsen zoals woningen, is de bevoegdheid van de regionale overheden.

3. Het respecteren van de termijnen vermeld in de richtlijn 2002/49 is een regionale bevoegdheid.

De vermelde TSI is nu reeds van toepassing. Gelet op de belangrijke instroom van nieuwe treinstellen voor het personenvervoer zal tegen 2015 reeds 40 % van het treinmaterieel van het "stillere" type zijn.