Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-3445

van Margriet Hermans (Open Vld) d.d. 11 mei 2009

aan de minister van Ontwikkelingssamenwerking

Burundi - Moord op de vice-voorzitter van de anti-corruptiewaakhond OLUCOME - Onderzoek

Burundi
doodslag
corruptie
politieke moraal
militaire samenwerking
ontwikkelingshulp
Enabel (Belgisch Ontwikkelingsagentschap)

Chronologie

11/5/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 11/6/2009)
12/6/2009Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-3443
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-3444

Vraag nr. 4-3445 d.d. 11 mei 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De Burundese anti-corruptiewaakhond Observatoire de lutte contre la corruption et les malversations économiques (OLUCOME) levert reeds enige tijd puik werk in de strijd tegen corruptie. Onlangs werd de vice-voorzitter van OLUCOME vermoord. Dit verontrust mij ten zeerste.

Ik had dan ook de volgende vragen voor de geachte minister:

1) Kan hij aangeven of wij rechtstreeks of onrechtstreeks via financiële middelen of via opleiding de Burundese politie of het Burundese leger steunen?

2) Hoe reageert hij op het bericht dat de vice-voorzitter van de anti-corruptieorganisatie OLUCOME in Burundi is vermoord? Heeft hij weet van andere incidenten waarbij onderzoekers, leden van NGO’s en / of leden van de oppositie of de pers in Burundi waren betrokken en kan hij deze gedetailleerd toelichten?

3) Is hij bereid diplomatieke stappen te nemen opdat er een onafhankelijk onderzoek komt naar de moord op de hierboven genoemde vice-voorzitter? Beschouwt hij het uitblijven van een dergelijk onderzoek als een reden om onze hulp aan dit partnerland te heroverwegen?

4) Kan hij aangeven hoe wij de strijd tegen de corruptie in Burundi verder kunnen ondersteunen en kan hij aangeven welke middelen wij hiervoor zullen uitrekken? Kan hij uitvoerig toelichten?

Antwoord ontvangen op 12 juni 2009 :

Ik dank het geachte lid voor haar vraag over de moord op Ernest Manirumva, vice-voorzitter van de NGO OLUCOME en ook medewerker van de BTC. Ik wens er uw aandacht op te vestigen dat ik samen met minister van Buitenlandse Zaken Karel De Gucht op 10 april 2009 gereageerd heb op deze misdaad in een gemeenschappelijk perscommuniqué. waarin werd gevraagd « dat onmiddellijk alles in het werk wordt gesteld om de daders van deze afschuwelijke moord te vervolgen en voor de rechtbank te brengen, in overeenstemming met de principes van de rechtsstaat».

  1. Via de gouvernementele ontwikkelingssamenwerking wordt een project ter ondersteuning van de vorming van de nationale Burundese politie gefinancierd. Dit project wordt door de Belgische Technische Coöperatie (budget van 3 374 806 euro voor de periode 2006-2010) uitgevoerd in samenwerking met de Belgische federale politie. De nationale Burundese politie vindt zijn oorsprong in de vredesakkoorden van Arusha, die de oprichting van een moderne en efficiënte politie voorzagen die ten dienste staat van de bevolking en het vertrouwen geniet van de Burundezen. Het huidige korps van de Burundese politie beschikt niet over het profiel, de ervaring en de competenties die noodzakelijk zijn voor een modern politiekorps. Het project wenst door middel van de organisatie van vormingssessies bij te dragen tot de transformatie van de nationale Burundese politie naar een korps dat ten dienste staat van de bevolking. De identificatie van een nieuw project voor een bedrag van drie miljoen euro werd reeds goedgekeurd en de formulering van dit project is lopende. Wat de steun aan het Burundese leger betreft, verwijs ik naar de vraag die gesteld werd aan de minister van Landsverdediging.

  2. U vindt mijn reactie op die moord terug in bijgevoegd persbericht, waarvan ik hierboven al melding maakte. Voor zover ik weet, werd in Burundi de jongste tijd geen enkele significante halsmisdaad, die specifiek de civiele maatschappij getroffen heeft, gerapporteerd, zelfs al bevestigen sommige partijen, zoals FRODEBU, dat verschillende van hun lokale stafleden discreet geëlimineerd werden. Wel kan ik met zekerheid spreken over de serieuse problemen die tegenstanders van het regime ondervinden. Ik wil u graag herinneren aan de recente gevangenzetting van journalist en tegenstander Alexis Sinduhije die slechts bevrijd werd na een internationale oproep, waaran mijn collega Karel De Gucht en ikzelf overigens actief hebben deelgenomen. Ik volg ook van kortbij de zaak van de syndicalist Rududura die op dit moment ook in de gevangenis zit. Bovendien melden oppositiepartijen ons regelmatig verontrustende fenomenen, zoals bijvoorbeeld de toename van zogezegde sportclubs dichtbij de partij aan de macht. Vaak wordt ook melding gemaakt van de bedreigende, zelfs gewelddadige houding van de inlichtingendiensten en de politie. We moeten echter vaststellen dat de Burundese autoriteiten over het algemeen bereid zijn om dergelijke problemen met ons te bespreken en dat bij hen de wil bestaat – zij het nog te bescheiden – om administraties,zoals de politie of inlichtingendiensten, grondig te hervormen. Wij moedigen dergelijke hervormingen uiteraard aan of leveren directe ondersteuning.

  1. Er is een onderzoek aan de gang en Burundi heeft de steun aanvaard van het Amerikaanse FBI. Ik beschik natuurlijk niet over de details van een lopend onderzoek maar op dit ogenblik kunnen we daarvan uitgaan dat de lokale justitie zo ernstig en onafhankelijk als mogelijk tracht te werken op dit dossier ondanks een chronisch gebrek aan middelen. Het is dus zeker voorbarig om nu al aan diplomatieke stappen te denken en het is dus niet wenselijk om op basis van dit dossier van een mogelijke herziening van de Belgische hulp aan Burundi te spreken.

  2. Via het “World Bank Institute” financiert de Belgische ontwikkelingssamenwerking activiteiten ter bestrijding van de corruptie in Burundi. In augustus 2008 werd zo officieel de “status questionis” inzake corruptie in Burundi voorgesteld. Het beeld dat uit deze studie naar voor komt is deze van een bevolking die slecht bestuur en corruptie de norm vindt en weinig vertrouwen heeft in de instellingen van het land. De ontwikkeling van een bestrijdingsplan dat de volgende fase was, werd beloofd voor eind 2008, is nog niet afgewerkt. Maar dit ligt ook aan de niet optimale coördinatie tussen de verschillende anti-corruptieprogramma's van de donoren. Op dit moment wordt een missie aangekondigd van experten die deze strategie (die ook wel de good governance strategie genoemd wordt) moet uitwerken. België maakt deel uit van het “steering committee” dat in het kader van de sectorcoördinatie “good governance” opgezet werd. De NGO OLUCOME werd ook gefinancierd door de Belgische ontwikkelingssamenwerking via de budgetlijn “directe financiering van lokale NGO’s” maar die financiering is afgelopen sinds maart 2007. Een nieuw voorstel werd inmiddels ingediend maar is nog in onderzoek. Het vorige project ging over een piloot om op gedecentraliseerd niveau (Gitega en Karusi) antennes op te zetten om corruptie op lokaal niveau na te gaan. De resultaten waren niet 100 % bevredigend en sindsdien is er dus de ontwikkeling van een nieuw voorstel geweest.