Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-3289

van Yves Buysse (Vlaams Belang) d.d. 1 april 2009

aan de eerste minister, belast met de Coördinatie van het Migratie- en asielbeleid

Koninklijke Muntschouwburg - Laattijdige controle en certificatie van rekeningen - Gewijzigde begrotingen

dramatische kunst
verificatie van de rekeningen
begroting
rekening
Rekenhof (België)

Chronologie

1/4/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 1/5/2009)
29/4/2009Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 4-2709

Vraag nr. 4-3289 d.d. 1 april 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Omdat de rekeningen van de Koninklijke Muntschouwburg van de jaren 2003 en 2004 pas maanden na de in de wet bepaalde termijnen worden gecontroleerd en gecertificeerd door de bedrijfsrevisor, worden deze laattijdig opgemaakt, laattijdig ter goedkeuring voorgelegd aan de geachte eerste minister, en laattijdig voorgelegd aan het Rekenhof. Daarom heeft het Rekenhof aanbevolen dat in de aanstellingsbrief van de bedrijfsrevisor het tijdstip zou vermeld worden waarop het controleverslag beschikbaar moet zijn. Bovendien werd het wenselijk geacht dat de bedrijfsrevisor aan de hand van een volledige controle, uitgevoerd conform de geldende normen van het Instituut der bedrijfsrevisoren, een opinie zou uitbrengen over het getrouw beeld van de rekeningen voordat de Raad van beheer die rekeningen goedkeurt. In algemene zin heeft het Rekenhof gewezen op de verantwoordelijkheid van de directeur en de financieel beheerder, om, samen met de Raad van beheer, te zorgen voor de tijdige opmaak van de rekeningen en de voorlegging ervan aan de toezichthoudende minister. Er kon niet aangetoond worden dat de door de instelling gewijzigde begrotingen formeel waren goedgekeurd door de geachte eerste minister en de minister van Begroting.

1. Zijn er maatregelen genomen om hoger genoemde vertragingen weg te werken?

2. Heeft de bedrijfsrevisor reeds een volledige controle uitgevoerd, zoals het Rekenhof vroeg?

3. Zo ja, heeft hij reeds een "opinie" geformuleerd over het getrouw beeld van de rekeningen? Wat was desgevallend zijn oordeel?

4. Zijn de gewijzigde begrotingen intussen formeel goedgekeurd door de geachte eerste minister en de minister van Begroting? Indien dit reeds eerder was gebeurd, waarom kon dat dan niet met de nodige documenten aangetoond worden?

Antwoord ontvangen op 29 april 2009 :

1, 2 en 3. Mijn diensten onderzoeken thans welk gevolg dient gegeven te worden aan de opmerkingen uit het 165ste Boek van het Rekenhof met betrekking tot de Koninklijke Muntschouwburg, waarin de opmerkingen over de laattijdige controle en certificatie van de rekeningen opnieuw aan bod komen.

Het voornaamste knelpunt hierbij is inderdaad de laattijdige verslaggeving door de bedrijfsrevisoren. De huidige revisoren werden aangesteld respectievelijk in 1989 en 1995. Ik overweeg om in de loop van dit jaar een nieuwe aanbesteding te doen van deze opdracht.

Uiteraard zal ik bij de aanstelling van de nieuwe revisoren er op letten dat in hun opdrachtomschrijving de aanbevelingen van het Rekenhof duidelijk geëxpliciteerd worden: vooreerst de tijdige verslaggeving, vóór de Raad van Bestuur die de rekeningen definitief dient op te maken, in beginsel in de maand mei. Verder zal hen ook gevraagd worden een volledige controle op de instelling uit te voeren, volgens de normen van het Instituut voor Bedrijfsrevisoren.

4. Ik stel vast dat de voorbije jaren de aangepaste begrotingen door mijn voorgangers blijkbaar niet formeel goedgekeurd zijn. Samen met de overige opmerkingen van het Rekenhof in zijn 165ste Boek, maakt deze aangelegenheid het voorwerp uit van een overleg dat thans lopende is tussen mijn diensten, de diensten van de Staatssecretaris voor Begroting en de betrokken instelling.

Ik kan u verzekeren dat de aangepaste begroting 2009 van de Koninklijke Muntschouwburg zeker het voorwerp zal uitmaken van een al dan niet goedkeuring door mezelf en de Staatssecretaris voor Begroting.