Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-3228

van Margriet Hermans (Open Vld) d.d. 17 maart 2009

aan de staatssecretaris voor Europese Zaken, toegevoegd aan de Minister van Buitenlandse Zaken

Bulgarije - Mensenrechten - Verplichte bekering tot de islam

Bulgarije
rechten van de mens
islam
vrijheid van godsdienst

Chronologie

17/3/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 16/4/2009)
10/7/2009Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-3227

Vraag nr. 4-3228 d.d. 17 maart 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Bulgarije is op 1 januari 2007 lid geworden van de Europese Unie (EU). Hoewel het land de afgelopen jaren vorderingen boekte, moet het na toetreding door blijven gaan met het doorvoeren van hervormingen en het invoeren van Europese regelgeving.

Uit berichtgeving vanwege diverse buitenlandse media blijkt dat in een aantal dorpen in het zuiden van Bulgarije mensen gedwongen zijn zich te bekeren tot de islam. Dergelijke praktijken vallen niet te verenigen met de vrijheid van godsdienst alsook de mensenrechten. Verder vallen deze praktijken geenszins te vereenzelvigen met de fundamentele waarden van de EU.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1. Klopt de berichtgeving uit het buitenland als zouden er verplichte bekeringen tot de islam plaatsvinden in bepaalde dorpen in het Zuiden van Bulgarije? Kan dit gedetailleerd toegelicht worden en kan aangegeven worden of onze diplomatieke vertegenwoordiging ook dergelijke signalen heeft opgevangen?

2. Is hieromtrent reeds overleg geweest of gaat u bilateraal overleg hebben met de Bulgaarse autoriteiten? Zo neen, waarom niet? Zo ja, kan u dit nader toelichten?

3. Is het niet aangewezen om dit te agenderen bij de EU, gezien de recente toetreding van Bulgarije tot de EU en gezien zij blijvend moeten werken aan het verder hervormen van het land, conform de rechten en vrijheden die gangbaar zijn binnen de EU?

4. Welke andere maatregelen acht u opportuun?

Antwoord ontvangen op 10 juli 2009 :

In antwoord op de vraag die door het geachte lid wordt gesteld, nodig ik haar uit om kennis te nemen van het antwoord dat haar door de vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken hierover gegeven werd (vraag nr.4-3227).