Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-3225

van Margriet Hermans (Open Vld) d.d. 17 maart 2009

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken

Bulgarije - Weeshuizen - Nieuwe onrustwekkende berichten

Bulgarije
wees
vondeling
kinderbescherming

Chronologie

17/3/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 16/4/2009)
22/6/2009Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-3226

Vraag nr. 4-3225 d.d. 17 maart 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Luidens de Nederlandse kant De Telegraaf van 2 maart 2009 zijn er in de eerste twee maanden van 2009 zijn in Bulgarije al tweehonderd jonge kinderen door hun ouders achtergelaten bij een weeshuis. De vrees bestaat dat het aantal zal toenemen nu het economisch slecht gaat.

Volgens kinderbeschermingsorganisaties wonen momenteel zo'n 9 000 kinderen in Bulgarije in een weeshuis. Ongeveer 3 000 van hen zijn jonger dan drie jaar. Dat zijn er meer dan in andere Europese landen. Slechts enkele tientallen van deze kinderen zijn werkelijk wezen. De rest is achtergelaten door de ouders.

"Veel mensen in Bulgarije hebben sociale en financiële problemen", aldus Miroslav Kostadinov van Voor onze Kinderen. "Ze denken dat hun kind beter af is in een weeshuis, waar het regelmatig te eten krijgt en nieuwe kleren. Maar je kan een weeshuis zo mooi maken als je wilt, niets kan tippen aan opgroeien in een gezin."

Veel weeshuizen zijn bovendien zwaar verouderd. Voor kinderen die op hun achttiende de tehuizen verlaten is nauwelijks begeleiding.

De Bulgaarse regering probeert de situatie te verbeteren, onder meer door pleegouderschap en adoptie gemakkelijker te maken. Gezien de grote commotie die verleden jaar ontstond rond de vijfenzeventig gehandicapte kinderen in het Bulgaarse dorpje Mogilino en gezien de Senaat unaniem een voorstel van resolutie (stuk nr. 4-517/2 - 2007/2008) hieromtrent aanvaardde ben ik zeer ongerust door deze nieuwe berichten.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1. Heeft de geachte minister weet van een ernstige toename sinds eind 2008 van het aantal kinderen dat wordt achtergelaten bij Bulgaarse weeshuizen? Kan hij dit duiden en illustreren?

2. Kan hij een overzicht geven van de stand van zaken in de Bulgaarse weeshuizen wat betreft de renovatie van de Bulgaarse weeshuizen?

3. Kan hij duiden hoe de situatie op het terrein evolueert wat betreft de opvang, de voeding en de begeleiding van deze zogenaamde wezen?

4. Kan hij aangeven welke middelen ons land samen met de Europese partners heeft uitgetrokken voor de verbetering van de leefomstandigheden in de Bulgaarse kindertehuizen?

5. Zijn er indicaties dat de Bulgaarse regering tengevolge de economische crisis zou terugkomen op haar belofte om de leefomstandigheden in de kindertehuizen wezenlijk te verbeteren?

6. Welke inspanningen dienen nog te worden geleverd door Bulgarije in samenwerking met de Europese Unie om de mensonwaardige toestanden in de Bulgaarse weeshuizen definitief weg te werken? Quid met de inspanning van ons land in 2009 en 2010 ten aanzien van Bulgarije?

7. Hoe is de situatie in de andere voormalige Oost-Europese landen en wordt hier voldoende aandacht aan geschonken?

Antwoord ontvangen op 22 juni 2009 :

Volgens Unicef leven nog 7 300 kinderen (deels achtergelaten, deels invalide) in tehuizen, waarvan slechts 4 % echte wezen zijn. Zowat 2 300 zijn jonger dan drie jaar. Het aantal kinderen in instellingen vertoont een dalende trend, maar ingevolge de economische crisistoestand en de bezuiniging op sociale uitgaven komen meer gezinnen in nood, vooral binnen de minderheidsgroepen. In de eerste maanden van 2009 heeft de overheid dan ook 200 nieuwe opnames in tehuizen genoteerd. Het sociale netwerk kan noodlijdende families onvoldoende ondersteunen (lage kinderbijslag, werkloosheidsvergoeding beperkt tot zes maanden). Vorig jaar werd een financiële norm van 6 000 leva (3 000 euro) per jaar bepaald voor een geplaatst kind in de leeftijdscategorie van drie à zeven jaar, bedrag inmiddels met 10 % teruggeschroefd.

Onder het communistische systeem werden achtergelaten en/of invalide kinderen in opvangtehuizen voor drie leeftijdsgroepen (0-3, 3-7, 7-17) ondergebracht. De regio Stara Zagora heeft de grootste concentratie van huizen voor deze kinderen die ver weg van hun families verpleegd worden. Het teruglopen van de staatsfinanciering na het einde van het communisme heeft bovenop deze verouderde aanpak gezorgd voor het achteruitgaan van de infrastructuur en had een verslechterde behandeling van de kinderen tot gevolg. Het zijn de gemeenten die verantwoordelijk zijn voor de infrastructuur en de verbetering daarvan. Zij kunnen daarvoor beroep doen op fondsen zoals “Beautiful Bulgaria” en het operationele programma van de EU voor regionale ontwikkeling. Verbetering van de infrastructuur dient echter rekening te houden met de behoefte van het kind aan eigen ruimte (hetgeen niet het geval is in grote instellingen waar vijf kinderen een kamer moeten delen en er geen “familiale” atmosfeer is). Bovendien dient de kwaliteit van de zorg verbeterd en dient werk gemaakt van hun opvoeding tot maximale zelfstandigheid en ontplooiing.

Zoals geweten zijn de toestanden in deze huizen bekend geworden door de BBC/VRT reportage en de acties van televisiemaker Dusauchoit. Onder zijn impuls werd “Help the Children” opgericht. Info daaromtrentent vindt u op www.helpthechildren.be . Deze vzw heeft inmiddels 285 000 euro ingezameld en kan aldus een tiental projecten steunen in Bulgarije.

De Bulgaarse NGO Samaritani heeft een schenking gekregen van deze vzw om de jonge bewoners uit een megaopvanghuis in Sladak Kladenek weg te halen en onder te brengen in kleinere structuren. De Bulgaarse NGO werd in contact gebracht met de Belgische vzw via het Best2B netwerk van de professoren Petkov en Vilrockx. Onze Ambassadeur bezocht het Belgisch-Bulgaarse project. Tijdens zijn contacten met de burgemeester en de gouverneur van Stara Zagora vroeg hij hun steun. Een deel van de administratie houdt immers vast aan de bestaande gebruiken en is niet altijd enthousiast over de nieuwe aanpak. De gouverneur van Stara Zagora heeft inmiddels haar medewerking toegezegd door het ter beschikbaar stellen van twee gebouwen voor het creëren van kleinere opvangeenheden.

Wat Mogilino betreft, heeft de minister voor Sociale zaken, bij een bezoek aan het tehuis in februari, verklaard dat negenendertig kinderen reeds naar andere instellingen werden overgeplaatst en dertig kinderen met enige vertraging, gelet op de toestand van elk kind afzonderlijk en de beschikbaarheid van financiële middelen, volgen. Het tehuis wordt medio 2009 gesloten. De overblijvende kinderen worden verzorgd door zevenendertig personen, waaronder een pediater, een rehabilitator, een kinderpsycholoog, een fysiotherapeut, verpleegsters en sociale werkers;zes onder hen werden door Unicef gezonden. De zorg voor de kinderen in de instelling verbeterde nadat Unicef in samenwerking met een alliantie van ngo's zorgde voor extra personeel. Er werd gezorgd voor aangepaste voeding en voor therapie om de mobiliteit van de kinderen te activeren. Alle kinderen werden individueel onderzocht, om precies te weten wat hun noden zijn. Drie kinderen werden verplaatst naar instellingen korter bij hun familie en worden voorbereid op re-integratie in hun gezin. Er werden opendeurdagen georganiseerd voor de families, waarna nog eens vijf families zich kandidaat stelden voor een begeleide re-integratie. Er is een akkoord tussen Unicef, de Bulgaarse overheid en de steden Roese, Varna en Sofia voor de ontwikkeling van zeven family type houses voor de kinderen van Mogilino, zodat de kinderen niet alleen gebruik kunnen maken van bijkomende dagopvang en begeleiding, maar ook dichter bij hun familie kunnen zijn, dit alles met het oog op uiteindelijke re-integratie.

De Belgische overheidsbijdrage zal toegespitst worden op de ontwikkeling van alternatieven. Dat gebeurt in samenwerking met Unicef. Het budget van 250 000 euro wordt gedragen door de post Preventieve Diplomatie. Het contract met Unicef voor dit project “ planning and improvement of social services at regional level” in de regio’s Vidin en Pernik) zal weldra worden gefinaliseerd.

Een delegatie van Bulgaarse Europarlementsleden heeft medio 2008 een bezoek gebracht aan twee Vlaamse instellingen (VZW te Lennik en het Begeleidingscentrum Sint-Franciscus te Roosdaal) om zicht te krijgen op onze aanpak van deze problematiek. In dit dossier werkt de Federale Overheidsdienst (FOD) Buitenlandse Zaken nauw samen met die van de FOD Volksgezondheid en de Gemeenschappen.

De federale overheid heeft over deze problematiek diverse contacten gehad met de Bulgaarse autoriteiten, met internationale organisaties, zoals de Wereldgezondheidsorganisatie, Unicef en de Raad van Europa, en met de Europese Commissie.

Er is terzake geen acquis communautaire. In de aanloop tot het lidmaatschap van de EU werd door de Commissie meer aandacht en middelen (politieke druk, projecthulp) besteed aan de weeshuizenproblematiek in Roemenië en minder aan de problematiek in Bulgarije. Daardoor stond Bulgarije minder onder druk om het systeem te veranderen en alternatieven te ontwikkelingen voor plaatsing in tehuizen. Monitoring van de vooruitgang en ‘peer pressure’ vanwege andere lidstaten is verder vereist, gepaard gaande met uitwisseling van ‘best practices’.

De Bulgaarse regering spant zich serieus in om de situatie van kinderen in tehuizen te verbeteren. Het beleid van de-institutionalisering en preventie van de Bulgaarse overheid beweegt zich in de goede richting en er is verbetering merkbaar. Een duurzame oplossing van deze problemen vraagt tijd. Er kwam een publiek debat op gang onder impuls van President Parvanov. Er zijn wetswijzigingen (onder aandere om de bevoegdheden van de Bulgaarse kinderbescherming te verruimen en de rol van gemeenten te versterken) op handen en er bestaat een nationaal actieplan. Adoptie wordt vergemakkelijkt: indien een kind gedurende zes maanden door niemand wordt opgezocht, komt het voor adoptie in aanmerking. Bovendien wordt aangedrongen op verplicht prenataal onderzoek, teneinde eventuele afwijkingen op te sporen.

Het VN-comité voor de Rechten van het Kind deed aanbevelingen. Bulgarije dient de VN Conventie voor de Rechten van het Kind volledig te implementeren.

Aangezien de problematiek zich niet beperkt tot Bulgarije, hebben wij ook nog acties ondernomen met diverse internationale organisaties. We werken samen met Bulgarije een project uit voor structurele hervorming van de instellingen voor de negen landen van de Balkan. Het gaat om een budget van de FOD Volksgezondheid van 100 000 euro.

Op het gezondheidscomité van de Raad van Europa heeft België ook een project voorgesteld om in het kader van de rechten van het kind te werken rond de problematiek van de-institutionalisering. Het project werd goedgekeurd en kreeg de steun van de meeste Balkanlanden, waaronder Bulgarije.