Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-3177

van Paul Wille (Open Vld) d.d. 13 maart 2009

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken

Wit-Rusland - Tchernobyl-ramp - Decreet dat het reizen van kinderen naar andere Europese landen sterk beperkt

Belarus
kernongeval
bilaterale overeenkomst
kerncentrale
ramp door menselijk toedoen
kind
hulp aan getroffenen
particuliere hulp
vrijheid van verkeer

Chronologie

13/3/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 16/4/2009)
25/11/2009Dossier gesloten

Heringediend als : schriftelijke vraag 4-5363

Vraag nr. 4-3177 d.d. 13 maart 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Sinds de Tchernobyl-ramp, zijn er enorm veel solidariteitsacties vanuit de Lidstaten van de Europese Unie (EU), waarbij Wit-Russische kinderen uit de rampstreek uitgenodigd worden om hun vakantie bij een andere Europese familie door te brengen. Op 13 oktober 2008 kondigde het president Loekasjenko het decreet 555 af dat het quasi onmogelijk maakt voor groepen kinderen om naar het buitenland te reizen. Na internationale druk en commotie werd het quasi verbod tijdelijk opgeschort om kinderen tijdens de kerstperiode van 2008 nog te laten genieten van een buitenlands verblijf. Door de late afkondiging van de tijdelijke opschorting, werd dit zelf belet, en kon slechts een handvol kinderen tijdens de kerstperiode het land uit.

Sinds 21 januari 2009 is het decreet weer volledig in voege. Kinderen zouden geen toelating krijgen te reizen, tenzij dat het gastland een uitgebreid verdrag met Wit-Rusland tekent dat een hele resem in te vullen garanties oplegt indien het gastland Wit-Russische kinderen wenst te ontvangen. Dit verdrag verlamt de werking van vele Europese niet gouvernementele organisaties (NGO).

1. Is de geachte minister op de hoogte van de bepalingen van decreet 555 zoals die sinds 21 januari 2009 opnieuw in voege getreden zijn, die het kinderen moeilijk maken om naar het buitenland te reizen ? Zo ja, hoe beknot deze de vrijheid tot reizen ?

2. Vindt hij de beperkingen zoals die in het decreet 555 staan, een inbreuk op het recht vrij te reizen (met oudertoestemming) voor de Wit-Russische kinderen ?

3. Is de hij op de hoogte van het verdrag dat potentiële gastlanden moeten tekenen als garantie voor de opvang van deze kinderen ? Zo ja, hoe streng is dit verdrag ? Heeft België dit verdrag getekend ?

4. Heeft hij een idee over de evolutie van het aantal Wit-Russische kinderen dat de laatste jaren door verschillende solidariteitsacties in ons land te gast was ? Is er een daling merkbaar ? Is dit te wijten aan bovenstaande decreet en verdrag ?

5. Is hij bereid dit probleem op Europees niveau aan te kaarten ?

6. Is hij van mening dat dergelijke vormen van mensenrechtenschendingen het Wit-Rusland onmogelijk maken om lid te worden van de Raad van Europa ?