Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-3165

van Paul Wille (Open Vld) d.d. 11 maart 2009

aan de minister van Landsverdediging

Operatie Renegade - Onderschepping van een Brits vliegtuig - Redenen en resultaten - Overlast en klachten

militaire luchtvloot
gevechtsvliegtuig
luchtmacht
defensiebeleid
lawaai
NAVO
Verenigd Koninkrijk

Chronologie

11/3/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 9/4/2009)
20/4/2009Antwoord

Vraag nr. 4-3165 d.d. 11 maart 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Op dinsdag 24 februari 2009, kort in de namiddag, werden de hulpdiensten in en rond Gent en Brugge overspoeld door oproepen naar aanleiding van een enorme dubbele knal. De gevolgen van operatie Renegade, waarbij twee F16-straaljagers de geluidsmuur doorbraken om een Brits legervliegtuig (?) te onderscheppen, waren op zijn minst voelbaar te noemen: een enorm aantal oproepen, kleine schade aan plafonds, gesprongen ruiten, enz. Nochtans zou volgens de geldende voorschriften de gevolgen van het doorbreken van de geluidsmuur, namelijk de knal en de trillingen, op de toenmalige hoogte van de twee Belgische F16's herleid zijn tot een aanvaardbaar niveau. Ondanks de professionele inspanning, kon het vliegtuig pas onderschept worden door onze F16's boven de Noordzee, dus eenmaal het onze landsgrenzen overgevlogen was.

Gezien het voorgaande kader, kreeg ik graag een antwoord op volgende vragen :

1. Hoeveel personen deden tot nog toe melding van de dubbele explosie ?

2. Ging het om een Brits legervliegtuig of een Brits burgervliegtuig ?

3. Hoeveel zaken of personen dienden een schadeclaim in ?

4. Hoeveel van dergelijke interventies rond een niet rapporterend buitenlands vliegtuig werden er de voorbije vijf jaar gedaan ? Hoe veel keer werd daarvoor de geluidsmuur doorbroken ?

5. Hoeveel personen deden bij vroegere doorbreking van de geluidsmuur een oproep naar de hulpdiensten ? Hoeveel dienden er klacht of een schadeclaim bij defensie in ?

6. Hoe komt het dat ondanks het volgen van voorschriften, dat bij het inzetten van het breken van de geluidsmuur, er toch zoveel klachten zijn ?

7. Zijn deze voorschriften blijkbaar niet te laks ?

8. Wordt bij elk type van niet antwoordend vliegtuig deze procedure ingezet ? Zo niet, welke procedures worden gevolgd ?

9. Is dergelijke professionele fout inzake radiocommunicatie van een burger of militair piloot strafbaar ? Is de geachte minister van mening dat dergelijke fouten onbestraft moeten blijven ?

10. Wat vindt hij van de volgende uitspraak van legerwoordvoerster Mevrouw Baeck : "Criticasters zouden kunnen zeggen dat we het toestel niet binnen onze landsgrenzen hebben kunnen onderscheppen. Maar dat heb je nu eenmaal met een klein landje. We hebben het uitgerekend : in minder dan twaalf minuten na het afkondigen van het alarm hebben onze gevechtspiloten het toestel onderschept. Veel sneller gaat niet".

11. Waar, op welke basissen, bevinden zich F16's die onderscheppingmissies kunnen aangaan ?

12. Welke conclusie trekt hij uit dit incident ?

13. Is het fout te stellen dat onze hoofdstad onbeschermd is tegen vliegtuigen met snelheden gelijk aan of groter dan 800 kilometer per uur ?

14. Wanneer werd het toestel het eerst opgemerkt in het Belgische luchtruim ?

15. Wanneer werd het toestel het eerst via radiocommunicatie gecontacteerd ?

16. Wanneer werd duidelijk het toestel als mogelijk aanslagrisico door het leger werd bestempeld ?

17. Wanneer werd besloten om twee F16's het toestel te doen onderscheppen ? Wanneer was er dus sprake van een alarmfase ? Waar (geografisch duidelijk) vloog het Brits toestel toen ? Was het nog mogelijk om het toestel te onderscheppen binnen onze landsgrenzen ? Aangezien de vliegtuig van het Duits luchtruim afkomstig kwam, zullen de Duitse luchtvaartdiensten of legerdiensten contact hebben gezocht met het Brits toestel; is dit zo ? Kregen zij antwoord ? Zo ja, heeft de Belgische luchtmacht getracht om met de Duitse luchtmacht of burgerluchtvaart contact op te nemen tot identificatie van het toestel, en belangrijker tot inschatting van het risico ? Zo ja, rechtvaardigt de Duitse informatie de Belgische actie ? Zo nee, hoe komt dat buurlanden geen informatie geleverd hebben ? Graag een gedetailleerd antwoord. Hoe is de afspraak met Europese collega-ministers van Defensie ?

Antwoord ontvangen op 20 april 2009 :

Het geachte lid gelieve hierna het antwoord te willen vinden op de door hem gestelde vragen.

Eerst moet duidelijk gesteld worden dat er op 24 februari 2009 geen Renegade-operatie heeft plaatsgevonden omdat het incident niet met een burgervliegtuig is gebeurd en de verantwoordelijkheid van de operatie niet van de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO) aan de nationale autoriteiten werd overgedragen. De onderschepping is steeds onder de verantwoordelijkheid gebleven van de NAVO, die instaat voor de veiligheid van militaire vliegtuigen. Volgens de geldende NAVO-procedures was die gerechtvaardigd door een langdurig verlies van communicatie tussen het betrokken militaire vliegtuig en het luchtverkeersleidingcentrum UAC Maastricht.

1. & 3. Drie ingediende klachten werden in dit dossier genoteerd.

2. Het betrof een Brits militair vliegtuig.

4. Aantal incidenten (1), waarvoor onderscheppingorders bevolen werden door NAVO (2). Aantal keer effectief opgestegen (3) (de andere orders werden geannuleerd voor het opstijgen want het incident was reeds opgelost). Aantal uitgevoerde supersonische onderscheppingen (4).

Jaar

(1)

(2)

(3)

(4)

2004

72

17

10

3

2005

36

10

8

0

2006

47

10

7

0

2007

54

6

6

1

2008

52

5

4

0

5. 6. 7. Sinds 2004 werden er slechts negen klachten behandeld met betrekking tot schade veroorzaakt door supersonische vluchten, wat duidelijk wijst op een respect van de geldende regels.

8. Niet elk langdurig verlies van communicatie leidt tot een onderschepping. Eerst tracht de burgerlijke, net als de militaire luchtcontrole, via de internationale noodfrequentie, of eender ander middel, contact op te nemen met het vliegtuig. Pas wanneer de periode van verlies van communicatie verontrustend wordt, beslist de NAVO om tussen te komen met de F16- onderscheppingvliegtuigen van de Quick Reaction Alert (QRA).

9. De bepaling van de toe te passen wetgeving, in de hypothese dat een fout zou worden vastgesteld, behoort niet tot de bevoegdheden van mijn departement.

10. De onderschepping werd op een professionele manier in een zo kort mogelijk tijdsbeleid uitgevoerd en kon worden beëindigd binnen de grenzen van het nationale grondgebied. Daarbij werden de “alert-status” en de geldende procedures voor de QRA steeds gerespecteerd.

11. Beide F16-basissen, namelijk Kleine Brogel en Florennes, staan via een beurtrol in voor het vervullen van de taak “Quick Reaction Alert”.

12. Het is nodig om de problematiek te plaatsen in een Europees en NAVO kader. Het systeem van de geïntegreerde luchtverdediging van het NAVO grondgebied is ontworpen om over de landsgrenzen heen een gecoördineerd antwoord te bieden aan een snel naderende luchtdreiging. Het incident werd gedetecteerd boven Duitsland, op weg naar Groot-Brittannië, maar werd efficiënt door de Belgische Defensie opgelost ten behoeve van de Alliantie.

13. Gezien de grootte van ons land en de hoge snelheden die van toepassing zijn, is de capaciteit om een verdacht vliegtuig vóór Brussel met onze F16’s te onderscheppen afhankelijk van de afstand waarop dit vliegtuig wordt gedetecteerd. Daarom, en om een snelle en verre detectie mogelijk te maken, is België lid van het geïntegreerde luchtverdedigingssysteem van de NAVO. Onze F16- gevechtsvliegtuigen zijn in staat om vliegtuigen met een snelheid gelijk aan of groter dan 800 kilometer per uur te onderscheppen en tegen te houden.

14. Het Britse vliegtuig werd sinds het opstijgen gevolgd door de NAVO, maar het verlies van communicatie werd pas boven Duitsland waargenomen.

15. Bij de interceptie heeft het Britse toestel contact genomen met de F16’s via de internationale noodfrequentie volgens de in voege zijnde regels. Vervolgens heeft het vliegtuig contact opgenomen met de verantwoordelijke luchtverkeersleiding.

16. Het toestel werd nooit als aanslagrisico beschouwd.

17. Het antwoord op deze vraag is uitdrukkelijk geformuleerd vanaf antwoord 10. Het staat duidelijk vast dat de NAVO en alle burger en militaire diensten, die instaan voor de controle van het luchtruim, samenwerken en via alle mogelijke middelen trachten het radiocontact met het betrokken toestel te herstellen. Een onderschepping behoort tot die mogelijkheden. Alle landen van de NAVO worden op regelmatige basis onderworpen aan een onaangekondigde evaluatie van hun capaciteiten, zijnde prompt, correct en gecoördineerd reageren op een luchtvaartincident in Europa.