Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-3076

van Paul Wille (Open Vld) d.d. 27 februari 2009

aan de vice-eersteminister en minister van Ambtenarenzaken, Overheidsbedrijven en Institutionele Hervormingen

Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (NMBS) - Station Brussel-Centraal - Brandveiligheid

Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen
spoorwegstation
veiligheid van het vervoer
openbare veiligheid
burgerbescherming

Chronologie

27/2/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 2/4/2009)
9/11/2009Antwoord

Vraag nr. 4-3076 d.d. 27 februari 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Elke dag reizen duizenden mensen naar en van Brussel. Velen van hen stappen af op de perrons van Brussel-Centraal. Dit station bevindt zich voor een groot deel onder de grond, voornamelijk dan de perrons, en de toegangen zijn eerder beperkt (één brede en twee smallere trappen per peroon). Bij een defecte verlichting zitten de reizigers als ratten in de val.

Op de spitsuren kan men er bij wijze van spreken over de koppen lopen. Duizenden mensen willen allemaal op het zelfde ogenblik op hun bestemmingen geraken. Als er dan iets voorvalt wat paniek veroorzaakt, is een doemscenario niet denkbeeldig. Ik denk hierbij maar aan bijvoorbeeld het uitbreken van brand of in nog dramatischer scenario een aanslag.

Gezien deze korte uiteenzetting, kreeg ik graag een antwoord op volgende vragen :

1. Bestaat er een degelijk evacuatie- en interventieplan ingeval van nood (brand, ongeval, aanslag, …) ?

2. Zijn er in geval van brand voldoende verlichting, verluchting en vluchtwegen ?

3. Zijn er voldoende secundaire toegangswegen tot de perrons ?

4. Is er voldoende blusapparatuur voorzien ?

5. Zijn er brand- en evacuatieoefeningen geweest en zo ja, wanneer was de laatste ?

6. Kan de geachte minister de veiligheid garanderen van de reizigers in gevallen van brand ?

Antwoord ontvangen op 9 november 2009 :

  1. De Nationale Maatschappij van Belgische Spoorwegen (NMBS)-groepHolding beschikt over een algemeen ”Intern Nood en Interventie Plan (INIP)” dat van toepassing is voor alle NMBS Holding-stations en dus ook voor Brussel-Centraal. Voor alle afzonderlijkstations bestaan er bovendien een specifieke brandconsignes.

  2. a) Een deel van de verlichting in het station wordt gebruikt als veiligheidsverlichting en is daarom aangesloten op de noodvoeding.

    Dit geldt ook voor de verlichting van de perrons, waar minimum één op vijf verlichtingsarmaturen dienst doet als veiligheidsverlichting.

    b) De tunnel is uitgerust met een aangepaste rookafzuiging. Dit systeem is reeds getest om aan de voorwaarden en vereisten van de brandweer te voldoen.

    Recentelijk werden aanpassingen gedaan om de efficiëntie te verhogen.

    c) Het aantal vluchtwegen naar het bovengrondse gedeelte is ruim voldoende om te beantwoordenen aan de wettelijke bepalingen.

  3. De tunnel is toegankelijk voor de hulp-diensten via de uiteinden van de tunnel en ook ter hoogte van het perron één in het station Brussel-Centraal. Deze toegang ter hoogte van het perron is trouwens de afgesproken hoofdtoegang voor interventie door de brandweer.

    Voor de evacuatie zijn er dus voldoende secundaire toegangen naar het station met de mogelijkheid om de perrons te bereiken.

  4. Er zijn voldoende blusmiddelen.

  5. De evacuaties van de reizigers ten gevolge van de bomalarmen worden als oefening beschouwd en worden als dusdanig geëvalueerd.

  6. De volledige garantie op veiligheid van de reizigers kan niet gegeven worden. De burgerlijke overheden dienen de coördinatie van alle betrokken partijen te verzekeren.