Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-2873

van Philippe Mahoux (PS) d.d. 22 januari 2009

aan de minister van Migratie- en Asielbeleid

Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen (CGVS) - Raad voor Vreemdelingenbetwistingen (RvV) - Niet-professionele tolken - Maatregelen die betrouwbaarheid en bekwaamheid moeten garanderen - Werkgroep over het statuut van de tolken

asielzoeker
Commissariaat-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen
Raad voor Vreemdelingenbetwistingen
politiek asiel
tolken
beroep in het informatiewezen
vertaling
beroepskwalificatie
maatschappelijke positie

Chronologie

22/1/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 26/2/2009)
25/3/2009Antwoord

Doorverwezen door : schriftelijke vraag 4-2023

Vraag nr. 4-2873 d.d. 22 januari 2009 : (Vraag gesteld in het Frans)

Onze asielinstanties, meer bepaald het Comissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen (CGVS) en de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen (RvV), doen in de asielprocedure een beroep op tolken.

Conform artikel 51, 4°, § 2, derde lid, van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf,de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, artikel 13, tweede lid, van het koninklijk besluit van 21 december 2006 houdende de rechtspleging voor de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen en de artikelen 20 en 21 van het koninklijk besluit van 11 juli 2003 tot regeling van de werking van en de rechtspleging voor het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen, hebben de asielzoekers het recht de bijstand van een tolk te eisen. Die tolken staan in voor de vertaling naar het Frans of het Nederlands van de verklaringen van de asielzoeker en van de documenten die door hen worden verstrekt.

Die vertalers-tolken maken geen deel uit van de personeelsformatie van het CGVS of van de RvV. Zij hebben het statuut van zelfstandige en worden per prestatie betaald.

In het verleden moest de professionele of beëdigde kandidaat-vertaler-tolk, alvorens door de CGVS te worden aanvaard, een gesprek hebben met de tolkendienst van die instelling zelf, die de talenkennis van de kandidaat beoordeelde alsook zijn vermogen om zich neutraal, objectief en onafhankelijk op te stellen. Elke kandidaat moest de beginselen van de deontologische code, namelijk neutraliteit, objectiviteit en onafhankelijkheid, onderschrijven. De kandidaat moest bovendien een bewijs van goed gedrag en zeden voorleggen en legaal in België verblijven. Tot slot werd voor elke nieuwe kandidaat-tolk het advies van de Staatsveiligheid gevraagd.

Het CGVS kon echter niet altijd een beroep doen op een professionele of beëdigde tolk omdat die voor sommige zeldzame talen niet beschikbaar was. Welke maatregelen werden in die gevallen genomen om de betrouwbaarheid en bekwaamheid van de vertaler te garanderen?

Ook werd een werkgroep belast met het uitwerken van een nauwkeurig werkkader voor de vertalers-tolken en een duidelijk statuut. Tot welke conclusies is die werkgroep gekomen, meer bepaald aan welke specifieke voorwaarden moeten die vertalers-tolken bij de indienstneming voldoen zodat de instelling zich tegen alle mogelijke vormen van fraude kan beschermen?

Er moeten absoluut voldoende garanties aanwezig zijn om onze instellingen te beschermen tegen feiten van mensenhandel, corruptie of valsheid in geschrifte, zaken die in het verleden al zijn voorgekomen.

Antwoord ontvangen op 25 maart 2009 :

Inzake de rekrutering van vertalers-tolken maakt het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen (CGVS) niet meteen een onderscheid tussen het feit of een kandidaat-vertaler-tolk al dan niet professioneel en/of beëdigd is. Een accademische opleiding tot vertaler-tolk of het feit dat men beëdigd is als gerechtsvertaler en/of -tolk, vormt uiteraard een pluspunt bij de beoordeling van een kandidatuur, maar voor het overige dienen alle kandidaat-vertalers-tolken te voldoen aan dezelfde, reeds door u ten dele opgesomde, selectiecriteria.

Ter vervanging van het getuigschrift van goed zedelijk gedrag en het advies van de Veiligheid van de Staat, worden alle vertalers-tolken waarop het CGVS beroep doet sinds 1 januari 2008 overigens ook onderworpen aan een veiligheidsverificatie door de Nationale Veiligheidsoverheid zoals voorzien in de wetten van 11 december 1998 betreffende de veiligheidsmachtigingen en hun uitvoeringsbesluiten. In dat kader worden niet alleen bepaalde politionele en gerechtelijke basisgegevens (zoals onder andere het Centraal Strafregister) onderzocht, maar wordt tevens nagegaan of de betrokken vertaler-tolk al dan niet gekend is bij de Belgische inlichtingen- en veiligheidsdiensten.

De werkgroep waarvan sprake werd eind 2000 opgericht tijdens de legislatuur van de heer Duquesne, toenmalig minister van Binnenlandse Zaken. Deze interkabinettenwerkgroep, waarvan een viertal kabinetten deel uitmaakte, heeft zich enkel gebogen over de problematiek van het sociaal statuut van de vertalers-tolken waarop het CGVS beroep doet, meer bepaald of er geen valabel alternatief kon worden gevonden voor het zelfstandigenstatuut. Na verscheidene overlegmomenten en werkvergaderingen, heeft de werkgroep midden 2002, tijdens voornoemde legislatuur, besloten dat er geen werk- of haalbaar alternatief mogelijk was.