Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-2397

van Paul Wille (Open Vld) d.d. 12 januari 2009

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken

Westerse moslimvrouwen en -kinderen - Westerse gewoonten - Ontvoering - "Heropvoeding"

moslim
vrijheidsberoving
seksuele verminking
slachtofferhulp
positie van de vrouw
gebruiken en tradities
gearrangeerd huwelijk

Chronologie

12/1/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 12/2/2009)
16/2/2009Rappel
25/2/2009Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 4-1230

Vraag nr. 4-2397 d.d. 12 januari 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Alsmaar meer Westerse moslimvrouwen en -kinderen worden naar hun land van oorsprong (Marokko, Syrië, Iran, …) "ontvoerd" door mannelijke familieleden omdat ze té Westers, té modern en té geëmancipeerd geworden zijn of een relatie zijn begonnen met een niet-moslim.

Onder het mom van de jaarlijkse vakantie tijdens de zomermaanden worden de verwesterde moslimvrouwen en -meisjes door de ouders of de echtgenoten meegelokt naar het land van oorsprong, waar ze worden achtergelaten bij familie voor " heropvoeding ", gedwongen worden tot een huwelijk of tot seksuele verminkingen.

De vrouwelijke slachtoffers kunnen onmogelijk naar het Westen terugkeren, omdat hun persoonlijke reisdocumenten door hun familie in beslag werden genomen.

De hoofdoorzaak voor deze praktijken van " heropvoeding " moet worden gezocht in de grote druk die heerst binnen de allochtone moslimgemeenschap waar het " redden " van de familie-eer enorm belangrijk is. Het fenomeen heeft uiteraard een remmend effect op het integratie- en emancipatieproces van moslimvrouwen in België en doorheen Europa.

De Parlementaire Assemblee van de Raad van Europa heeft zich over deze problematiek gebogen. Er moet inderdaad op Europees niveau een sterk signaal gegeven worden dat dergelijke praktijken niet te tolereren zijn.

Graag kreeg ik van de geachte minister een antwoord op volgende vragen :

- Zijn onze ambassades en consulaten voldoende geïnformeerd inzake de Belgische wetgeving over gedwongen huwelijken, seksuele verminkingen, … ?

- Bestaat er een speciale cel op de FOD Buitenlandse Zaken die zich bezighoudt met het opsporen en identificeren van slachtoffers van dergelijke ontvoeringen naar het land van herkomst ? Indien niet, heeft de geachte minister de bedoeling een dergelijke cel op te richten ?

- Zijn er administratieve en financiële middelen om de repatriëring van de slachtoffers van ontvoeringen naar België te vergemakkelijken (verstrekken van paspoorten, visa, vliegtuigtickets, …) ?

- Bestaat er enige vorm van samenwerking met de overheden van het land van herkomst om hulp te verlenen aan slachtoffers van dergelijke praktijken ?

- Zijn er inzake deze problematiek cijfers bekend over het aantal ontvoeringen of andere probleemgevallen zoals supra omschreven ?

Antwoord ontvangen op 25 februari 2009 :

De Belgische diplomatieke en consulaire posten worden op regelmatige wijze geïnformeerd over wetswijzigingen die betrekking hebben op personen.

Mijn diensten hebben geen weet van Belgische vrouwen of meisjes die in het buitenland zouden gesekwestreerd worden en door inhouding van hun reisdocumenten niet zouden kunnen terugkeren naar België. Indien bij het geachte lid een geval bekend zou zijn, zijn mijn diensten uiteraard bereid om de nodige bijstand te verlenen.

Kinderontvoeringen door één van de ouders komen wel voor, maar dan gaat het meestal om heel jonge kinderen, en zijn de beweegredenen van een andere aard. Bovendien is dit fenomeen niet beperkt tot islamitische landen.

Als er zich een geval zou voordoen, zou dit behandeld worden door de dienst Bijstand van mijn departement, die optreedt wanneer Belgen zich in het buitenland in de problemen bevinden.

Mijn diensten zijn niet bevoegd om consulaire bijstand te verlenen aan niet-Belgen.

Indien gewenst kan ik cijfers over gevallen van kinderontvoering van Belgische kinderen geven.

Ik beschik niet over specifieke cijfers van mogelijke visumaanvragen die in dit kader zouden ingediend zijn (ingeval van vreemdelingen).