Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-2370

van Louis Ide (Onafhankelijke) d.d. 12 januari 2009

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid

OMNIO-statuut - Uitgaven - Evolutie

OMNIO
ziekteverzekering
bestedingen voor gezondheid
officiële statistiek
geografische spreiding
kosten voor gezondheidszorg

Chronologie

12/1/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 12/2/2009)
9/7/2009Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 4-2160

Vraag nr. 4-2370 d.d. 12 januari 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Op 1 april 2007 werd het stelsel van de verhoogde verzekeringstegemoetkomingen onderworpen aan een grondige hervorming. Sindsdien is het OMNIO-statuut in werking, ter vervanging van het WIGW-statuut dat sinds 2002 in voege was.

In dit verband had ik van de geachte minister graag een antwoord gekregen op volgende vragen. Graag had ik van de geachte minister brute cijfers gekregen,dat wil zeggen niet-gestandaardiseerde. Dit is van belang om de evolutie in de tijd te kunnen volgen. Wanneer het RIZIV zou gaan standaardiseren kan ik niet meer vergelijken met voorgaande jaren. Bij standaardisatie moet men trouwens ook opletten welke factoren er in rekening gebracht kunnen worden.

1. Kan de geachte minister de evolutie in de uitgaven geven voor het WIGW-statuut, en dit voor de jaren 2002, 2003, 2004, 2005, 2006 en 2007 (tot 1 april 2007) ?

2. Kan zij de cijfers uit vraag 1 opsplitsen per gewest (Vlaanderen, Wallonië, Brussel) ?

3. Kan zij het aantal personen geven dat gebruik maakte van het WIGW-statuut, en dit voor de jaren 2002, 2003, 2004, 2005, 2006 en 2007 (tot 1 april) ?

4. Kan zij de cijfers uit vraag 3 opsplitsen per gewest (Vlaanderen, Wallonië, Brussel) ?

5. Hoeveel bedroegen de uitgaven voor het OMNIO-statuut in 2007 (vanaf 1 april) en het eerste semester van 2008 ?

6. Kan zij de cijfers uit vraag 5 opsplitsen per gewest (Vlaanderen, Wallonië, Brussel) ?

7. Hoeveel sociaal verzekerden genoten van het OMNIO-statuut in 2007 (vanaf 1 april) en het eerste semester van 2008 ?

8. Kan zij de cijfers uit vraag 7 opsplitsen per Gewest (Vlaanderen, Wallonië, Brussel) ?

Antwoord ontvangen op 9 juli 2009 :

1. Hierna wordt de evolutie van de uitgaven meegedeeld voor de verzekerden die genieten van de voorkeurregeling voor de periode 2002 – 2008:

De gegevens voor 2007 en 2008 houden dus ook rekening met de “omnio”-verzekerden.

2. Hierna worden de gegevens van vraag 1 opgesplitst per gewest op basis van de woonplaats van de verzekerde, echter beperkt tot de periode 2006 – 2008 (homogene regionale gegevens):

Een miniem gedeelte van de uitgaven kan niet uitgesplitst worden per gewest. Deze uitgaven worden opgenomen in de rubriek “onverdeeld”.

3. Een keer per jaar krijgt de Dienst voor administratieve controle van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering (RIZIV), in het raam van zijn reglementaire opdracht van systematische controle, een bestand met concrete informatie over alle rechthebbenden op de verhoogde tegemoetkoming van het voorgaande jaar. Tot hiertoe zijn de gegevens tot en met 2007 beschikbaar.

Aantal personen die genieten van de verhoogde tegemoetkoming (2002-2007):

2002

2003

2004

2005

2006

2007

1 296 005

1 305 216

1 329 181

1 304 752

1 345 592

1 404 170

Bovenstaande tabel geeft een overzicht weer van het aantal personen dat geniet van de verhoogde tegemoetkoming voor de jaren 2002, 2003, 2004, 2005, 2006 en 2007. In deze tabel worden de rechthebbenden en hun personen ten laste samengeteld.

Het recht op de verhoogde verzekeringstegemoetkoming, buiten het OMNIO-statuut, kan worden verkregen indien men een bepaald sociaal statuut bezit (bijvoorbeeld weduwe, invalide, wees, pensioengerechtigde, werkloze ouder dan 50...) en tevens voldaan wordt aan bepaalde inkomensvoorwaarden en anderzijds ook op basis van het genot van welbepaalde voordelen, toegekend in het raam van andere reglementeringen (namelijk diegene die in een andere reglementering dan die van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging in principe al het voorwerp hadden uitgemaakt van een inkomensonderzoek).

De personen die tot de groep van de eigenlijke “WIGW” behoren (weduwen/weduwnaars, invaliden, gepensioneerden en wezen) vormen sedert 1997 evenwel slechts een onderdeel van alle rechthebbenden op de verhoogde tegemoetkoming. In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de personen die hun recht op de verhoogde tegemoetkoming baseren op de hoedanigheid van weduwe/weduwnaar, invalide, gepensioneerde en wees (WIGW).

Personen (titularissen en hun personen ten laste) die van de verhoogde tegemoetkoming genieten op basis van de hoedanigheid van WIGW (weduwe/weduwnaar, invalide, gepensioneerde of wees):

2001

2002

2003

2004

2005

2006

2007

787 141

756 525

727 940

711 567

669 914

632 782

651 736

4. In het RIZIV zijn deze gegevens op dit ogenblik niet per gewest beschikbaar.

5. De uitgaven voor de OMNIO-verzekerden zijn niet apart beschikbaar in de boekhoudkundige uitgaven. Deze uitgaven zijn geïntegreerd in het geheel van de uitgaven voor de verzekerden met voorkeurregeling en kunnen niet geïsoleerd worden.

6. De uitgaven voor de OMNIO-verzekerden zijn niet apart beschikbaar, en dus ook niet per gewest. (cfr. antwoord op vraag 5).

7. De gegevensuitwisseling en controle van het OMNIO-statuut verloopt op vergelijkbare wijze met de werkwijze bij de verhoogde tegemoetkoming. Een keer per jaar krijgt de Dienst voor administratieve controle van het RIZIV een bestand met concrete informatie over alle OMNIO-rechthebbenden van het voorgaande jaar. Vorig jaar ontving de dienst het bestand met hierin de gegevens over de OMNIO-rechthebbenden van 2007. Dit jaar zal dienst gegevens voor 2008 ontvangen.

De OMNIO-maatregel is een maatregel die toegekend wordt op basis van het inkomen van een gezin. De samenstelling van het gezin wordt vastgesteld op basis van de gegevens die in het Rijksregister van de natuurlijke personen aanwezig zijn. Indien de inkomensvoorwaarden zijn vervuld krijgen alle leden van dit gezin het OMNIO-statuut.

De cijfers voor het jaar 2007 geven aldus 112 419 OMNIO-rechthebbenden uit 46 522 gezinnen. Op 1 januari 2009 hadden 189 987 personen recht op het OMNIO-statuut.

Evolutie van het aantal OMNIO rechthebbenden:

Datum

Aantal rechthebbenden

01-07-2007

47 169

01-10-2007

91 671

01-01-2008

112 419

01-04-2008

147 508

01-07-2008

155 360

01-10-2008

181 429

01-01-2009

189 987

Anders dan bij de verhoogde tegemoetkoming ontvangt het RIZIV in het kader van het OMNIO-statuut ook trimestrieel cijfers met het aantal OMNIO-rechthebbenden vanuit de verschillende verzekeringsinstellingen.

Bovenstaande grafiek schets de toename van het aantal rechthebbenden op het OMNIO-statuut tussen 1 juli 2007 en 1 januari 2009.

8. Het RIZIV beschikt over de gegevens met betrekking tot de verdeling van de OMNIO-rechthebbenden op basis van de woonplaats, en dus ook per regio, voor de rechthebbenden uit het jaar 2007. Deze cijfers, waarin ook rekening gehouden wordt met de woonplaats, zijn echter slechts per jaar beschikbaar. De cijfers voor 2008 zijn op dit moment nog niet volledig beschikbaar.

Vlaanderen telde in 2007 49 718 OMNIO-rechthebbenden verdeeld over 19 193 gezinnen. In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest waren er 7 644 gezinnen met een OMNIO-statuut. Dit kwam neer op 22 291 OMNIO-rechthebbenden. Voor het Waalse gewest, tenslotte, geven deze cijfers 48 878 rechthebbenden in 19 889 gezinnen.