|
|
Anorexia nervosa - Pro-ana websites - Onderzoek
voedingsziekte
internet
internetsite
slechte voeding
voorkoming van ziekten
jongere
casestudy
| 12/1/2009 | Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 12/2/2009) |
| 28/4/2009 | Antwoord |
Herindiening van : schriftelijke vraag 4-1928
De laatste jaren is de pro anorectische beweging (pro ana beweging) in opmars. Deze beweging komt vooral via blogs en websites tot uiting. Hierin wordt anorexia onterecht als een positieve levensstijl aangeprezen. Zulke sites verheerlijken (extreme) controle op het lichaam en geven tips om zich uit te hongeren en een uiterst magere silhouet te verkrijgen. Het spreekt voor zich dat dit alles mensenlevens kost. De sites geven bovendien tips om zijn of haar omgeving te misleiden, getuige volgende anorexiegerelateerde vragen : “ Hoe kan ik overgeven ? Hoe misleid ik mijn dokter ? Wat zijn de voedingsmiddelen en medicijnen om makkelijker te braken ? Hoe kan ik zwaarder lijken op de weegschaal ? ”
Heel wat experts in onder meer de (kinder)psychiatrie beschouwen deze websites als gevaarlijk vermits ze een negatieve impact kunnen hebben op de lezers ervan. Diverse studies uit Spanje, Nederland en het Verenigd Koninkrijk bevestigen dit. Desondanks bestaat er wat ons land betreft nog maar weinig feitenmateriaal omtrent de pro ana websites en blogs. In het unaniem goedgekeurde voorstel van resolutie ter bestrijding van anorexia (stuk Senaat nr. 4 755/4, Handelingen, nr. 4-41) werd gevraagd een studie uit te voeren naar de negatieve effecten van pro ana websites bij de adolescente lezers.
Graag had ik dan ook een antwoord gekregen op de volgende vragen:
1)Heeft de geachte minister weet van onderzoeken die reeds werden verricht in ons land naar de pro ana websites en –blogs door of in opdracht van haar diensten? Zo ja, wat waren de resultaten en kan zij deze kort duiden?
2)Kan zij een eerste indicatie geven over hoeveel sites of blogs die anorexia verheerlijken in ons land actief zijn?
3)Heeft zij hieromtrent reeds klachten ontvangen van ongeruste ouders, vrienden en andere belanghebbenden? Zo ja, hoeveel?
4)Is zij het met me eens dat er een dringende behoefte is aan degelijk onderzoeksmateriaal wat betreft de negatieve effecten van pro ana websites bij de adolescente lezers en dit wat ons land betreft?
5)Hoever staat zij met het uitvoeren van de studie naar de negatieve effecten van pro ana websites bij de adolescente lezers, zoals wordt gevraagd in de unaniem goedgekeurde resolutie?
6)Wie is er dit momenteel aan het onderzoeken en welk budget werd hiervoor uitgetrokken? Kan zij dit toelichten?
7)Wanneer zullen de resultaten ervan bekend worden gemaakt en beschikt zij reeds over tussentijdse resultaten?
8)Gaat zij hieromtrent nog andere maatregelen treffen? Zo ja, dewelke?
9)Hoever staat zij met haar overleg met de internetproviders om bij anorexia websites naar het succesvolle Nederlandse voorbeeld popups1 te laten verschijnen, conform wat werd gevraagd in de unaniem goedgekeurde resolutie? Kan zij dit zeer uitvoerig toelichten gezien het belang van dergelijke waarschuwingstekst?
In antwoord op uw vraag kan ik helaas geen positief antwoord geven.
Deze problematiek, hoe belangrijk die ook is, maakt in het kader van de aspecten van de bestrijding van de geciteerde websites immers geen deel uit van de prioriteiten in mijn algemene beleidsnota.
Ik zal het zeker overwegen om deze problematiek in mijn algemene beleidsnota voor het jaar 2010 te integreren en om de middelen te evalueren die moeten worden toevertrouwd aan de administraties om niet enkel en alleen een studie uit te voeren, maar ook actiemiddelen voor te stellen.
Het Nationaal Voedings- en Gezondheidsplan (NVGP) is vastgesteld tot in 2010 en moet zeker worden vernieuwd. Als de experts dit prioritair vinden, kan het NVGP een onderdeel omvatten betreffende de verspreiding van dergelijke websites. In het hoofdstuk «Krachtlijn 3. Engagement van de actoren uit de private sector – 5. Reclame en publiciteit» van het operationele plan staan slechts acties vermeld betreffende de commerciële reclame en de problematiek van de overconsumptie.