Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-2308

van Louis Ide (Onafhankelijke) d.d. 12 januari 2009

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid

Rusthuizen - Terugvordering van geld

sociale voorzieningen
Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering
financiële hulp
officiële statistiek

Chronologie

12/1/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 12/2/2009)
28/7/2009Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 4-1574

Vraag nr. 4-2308 d.d. 12 januari 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Deze vraag herneemt schriftelijke vraag nr. 4-280 en vraagt om bijkomende informatie. Deze handelde over het terugvorderen van RIZIV-subsidies van rusthuizen. Ik stelde deze op 30 januari 2008. Op 5 maart 2008 kreeg ik volgend antwoord : “ Ik heb de eer u mee te delen dat de elementen van antwoord aan het Rijksinstituut voor Ziekte en Invaliditeitsverzekering werden gevraagd, maar dat deze dienst nog niet alle elementen heeft kunnen verzamelen om een correct antwoord op te stellen. Een definitief antwoord zal u zo spoedig mogelijk worden verstrekt. ” We zijn intussen een half jaar verder en ik wacht nog steeds op het antwoord. Bij deze herneem ik de vraag nog eens.

In De Morgen van 16 januari 2008 stond te lezen dat het RIZIV 38 miljoen euro gaat terugvorderen van de rusthuizen. Uit recente metingen blijkt namelijk dat alle rusthuizen de laatste vijf jaar veel te veel geld hebben ontvangen om hun personeelsbezetting te kunnen betalen. Als een rusthuis een extra personeelslid aanwerft, krijgt het subsidies. Deze subsidies bedragen ongeveer 5 000 euro per jaar per personeelslid. Hierdoor kon men de dagprijs enigszins drukken. Pas vorig jaar werd voor deze subsidies de limiet vastgelegd, en toen bleek dat men het budget ruimschoots had overtreden, waardoor het RIZIV dit geld terugvorderde. Ondertussen is er een oplossing in de maak, maar toch had ik graag het antwoord geweten op volgende vragen, om problemen te detecteren en bijgevolg om zo in de toekomst proactief te kunnen handelen.

Wat zijn de exacte cijfers van de overschrijding (als er waren) van het RIZIV-budget inzake rusthuizen, en dit voor de jaren 2003, 2004, 2005, 2006 en 2007 ?

Hoeveel bedraagt die overschrijding voor alle rusthuizen in Vlaanderen voor het RIZIV voor de jaren 2003, 2004, 2005, 2006 en 2007 én dan nog eens opgesplitst in openbare, Caritas en private instellingen ?

Hoeveel bedraagt die overschrijding voor alle rusthuizen in Wallonië voor het RIZIV voor de jaren 2003, 2004, 2005, 2006 en 2007 én dan nog eens opgesplitst in openbare, Caritas en private instellingen ?

Hoeveel bedraagt die overschrijding voor alle rusthuizen in Brussel voor het RIZIV voor de jaren 2003, 2004, 2005, 2006 en 2007 én dan nog eens opgesplitst in openbare, Caritas en private instellingen ?

Antwoord ontvangen op 28 juli 2009 :

In antwoord op uw vraag, deel ik u mede dat alle instellingen door deze correctie voorzien in het koninklijk besluit van 17 augustus 2007 getroffen werden: voor de openbare instellingen werd de tegemoetkoming in de kost van de loonharmonisering verminderd met 10,5 %, voor de andere met 9,1 %. Deze correctie is het gevolg van het overschrijden van het maximum aantal te financieren voltijds equivalenten. Dat plafond is gebaseerd op de werkelijke aantal personeel dat aanwezig is boven de financieringsnorm van het RIZIV (Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering) en het administratief en logistiek personeel in het 4e trimester van het jaar 2002.

Bij de eindafrekening voor de periode van 1 januari 2004 tot en met 30 juni 2006, en rekening houdende met de vermindering van 10,5 % of 9,1 %, bleken 1 034 instellingen teveel voorschotten ontvangen te hebben. Voor de verdeling van deze 1 034 instellingen naar regio en statuut vindt u een tabel hieronder.

Aantal instellingen

OCMW

privé-VZW

privé-comm

Totaal

Vlaanderen

145

239

97

48

Wallonië

85

72

269

426

Brussel

12

19

96

127

BELGIË

242

330

462

1034






teveel ontvangen

OCMW

privé-VZW

privé-comm

Totaal

Vlaanderen

(8 931 913 euro)

(12 209 165 euro)

(2 719 028 euro)

(23 860 106 euro)

Wallonië

(3 308 065 euro)

(2 830 708 euro)

(6 260 616 euro)

(12 399 389 euro)

Brussel

(639 504 euro)

(554 043 euro)

(2 827 648 euro)

(4 021 195 euro)

BELGIË

(12 879 481 euro)

(15 593 916 euro)

(11 807 292 euro)

(40 280 689 euro)

Evenwel, na overleg met de sector en na akkoord in de Ministerraad, werd een wijziging doorgevoerd van het koninklijk besluit van 17 augustus 2007 (koninklijk besluit van 10 juli 2008 – Belgisch Staatsblad van 18 juli 2008). In dit besluit werd het macroplafond van het aantal voltijds equivalenten waarvoor de loonharmonisering kan worden gefinancierd, opgetrokken. Het RIZIV heeft op dat ogenblik een nieuwe eindafrekening gemaakt waardoor de terugvordering omwille van de overschrijding van het plafond is komen te vervallen.

De voorwaarde was evenwel dat de overeenkomstencommissie ROB/RVT op het RIZIV een voorstel zou formuleren waarin er een plafond wordt ingevoerd op instellingsniveau en een macroniveau en dat zou worden nagedacht over de integratie van de loonharmonisering in de forfaits van de rustoorden. Hiertoe werd inmiddels een wettelijke basis voorzien.