Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-2295

van Louis Ide (Onafhankelijke) d.d. 12 januari 2009

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid

RIZIV - Thuisverpleging - Uitgaven in 2007 en het eerste semester van 2008

gezondheidsstatistiek
kosten voor gezondheidszorg
geografische spreiding
thuisverzorging

Chronologie

12/1/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 12/2/2009)
25/3/2009Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 4-1529

Vraag nr. 4-2295 d.d. 12 januari 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Uit het antwoord op mijn schriftelijke vraag nr. 4-563 bleek dat er toen nog geen cijfers beschikbaar waren in verband met de uitgaven voor thuisverpleging voor het volledige jaar 2007.

In de hoop dat de volledige cijfers nu reeds beschikbaar zijn, had ik van de geachte minister graag een antwoord gekregen op de volgende vragen. Graag had ik brute cijfers gekregen, dat wil zeggen niet-gestandaardiseerde. Dit is van belang om de evolutie in de tijd te kunnen volgen. Wanneer het RIZIV zou gaan standaardiseren kan ik niet meer vergelijken met voorgaande jaren. Bij standaardisatie moet men trouwens ook opletten welke factoren er in rekening gebracht kunnen worden.

1. Hoeveel bedroegen de uitgaven voor thuisverpleging voor het volledige jaar 2007 en het eerste semester van 2008?

2. Kan de geachte minister de cijfers uit vraag 1 ook opsplitsen per gewest?

3. Kan zij de desbetreffende cijfers ook geven voor de jaren 2004, 2005 en 2006 (uiteraard ook opgesplitst per gewest)?

Antwoord ontvangen op 25 maart 2009 :

Gelieve hierna het antwoord te willen vinden op de door u gestelde vraag. Het gaat om geboekte gegevens.


De gegevens 2004 verdeeld per gewest zijn niet beschikbaar.

Regionale uitgaven, gevallen en kostprijzen per rechthebbende.

De regionale uitgaven, gevallen en kostprijzen per rechthebbende die hier meegedeeld worden zijn niet-gestandaardiseerde regionale uitgaven, gevallen en kostprijzen. Deze worden bekomen door de eenvoudige deling van de uitgaven voor een bepaalde regio door het aantal verzekerden van een bepaalde regio.

Deze niet-gestandaardiseerde regionale uitgaven, gevallen en kostprijzen houden geen rekening met de mogelijke specifieke kenmerken van een bepaalde regio met betrekking tot

- de leeftijdstructuur en geslacht ;

- de aanwezigheid van verzekerden met de voorkeurregeling ;

- de aanwezigheid van aktieven, invaliden, weduwen en wezen (de zogenaamde sociale stand).

Deze specifieke kenmerken voor een bepaalde regio zullen een bron vormen van verschillen met de uitgaven, gevallen en kostprijzen van andere regio’s, maar deze verschillen zijn te objectiveren door die specifieke kenmerken van die bepaalde regio.

Vandaar dat het beter is om te werken met gestandaardiseerde regionale uitgaven, gevallen en kostprijzen. Er wordt dan een standaardisering doorgevoerd op basis van leeftijd, geslacht, sociale stand en voorkeurregeling. Bij de vergelijking van gestandaardiseerde uitgaven, gevallen en regionale kostprijzen houdt men dus wel rekening met specifieke kenmerken van een bepaalde regio, en op die manier wordt de vergelijking met andere regio’s homogener en correcter. De specifieke kenmerken van een bepaalde regio (op het gebied van leeftijd, geslacht, ...) zullen dan niet meer aan de oorzaak liggen van verschillen met andere regio’s.

Het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering (RIZIV) werkt momenteel aan een standaardisering van de uitgavengegevens voor het jaar 2006 op basis van leeftijd, geslacht en sociaal statuut (inclusief voorkeurregeling) en zal hierover een rapport voorleggen aan de Algemene raad in de loop van het eerste semester 2009, en vervolgens jaarlijks rapporteren.