Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-2265

van Paul Wille (Open Vld) d.d. 12 januari 2009

aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen

Kredietcrisis - Internationale handel - Financiering - Risico's voor België

geldmarkt
ontlening
krediet
internationale handel
rente
financiële instelling
Internationaal Muntfonds
Wereldhandelsorganisatie
Nationale Delcrederedienst
economische recessie
monetaire crisis

Chronologie

12/1/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 12/2/2009)
24/7/2009Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 4-2024

Vraag nr. 4-2265 d.d. 12 januari 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De financiële crisis dreigt ook gevolgen te hebben voor de financiering van internationale handelstransacties. De kostprijs om goederen in- of uit te voeren neemt alvast toe.

Ik verneem van diverse ondernemers dat bepaalde transacties niet kunnen doorgaan omdat de banken van de kopers en de verkopers, dikwijls in verschillende continenten, elkaar niet voldoende vertrouwen.

Internationale handelstransacties worden veelal gefinancierd met traditionele bancaire instrumenten, zoals de Letter of Credit. De bank schiet de verkoper het bedrag voor in afwachting van de levering van de goederen aan de koper. Doorgaans verlopen de geldstromen via de banken van beide partijen. De banken blijken echter geen vertrouwen meer te hebben in elkaar, waardoor toegezegde letters of credit worden toegetrokken en nieuwe letters of credit enkel mogelijk zijn mits het betalen van een meerprijs, wat uiteraard het aantal internationale transacties zal doen afnemen en de kostprijs voor de eindgebruiker zal opdrijven.

De rentevoeten die worden aangerekend op dergelijke handelskredieten zijn de voorbije maanden steil de hoogte ingegaan, waardoor de kostprijs van de internationale handel toeneemt. De Wereldhandelsorganisatie (World Trade Organization, WTO) is zich van het probleem bewust. Op 12 november 2008, is er een vergadering met het International Monetary Fund (IMF), de Wereldbank en verschillende grote commerciële banken om het probleem te bespreken.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen :

Kan de u aangeven of u eveneens deze signalen heeft opgevangen en kan u aangeven welke oplossingen u opportuun acht ? Kan de u aangeven in hoeverre de Delcrederedienst hier soelaas kan bieden ?

Kan u aangeven of het overleg met het IMF, de Wereldbank en de grote banken onder de mantel van het WTO iets heeft opgeleverd ?

Heeft u reeds hieromtrent met de grootste banken die actief zijn in de financiering van de internationale handel samengezeten en zo ja, wat waren de oplossingen ? Zo neen, bent u bereid samen te zitten met de banken en kan dit gedetailleerd toegelicht worden ?

Zoals u weet is België een doorvoerland en zijn we een logistieke cluster wat betreft transport en opslag, waardoor elke meerkost van de internationale handelstransacties hier jobs kan kosten. Kan u in dit licht aangeven welke stappen werden gezet zullen gezet worden om te voorkomen dat de kostprijs voor onze bedrijven van de financiering van de internationale handel niet verder toeneemt ?

Beschikt u over indicaties dat dit onze havens en de werkgelegenheid aldaar zal treffen ? Zo ja, heeft u hieromtrent reeds met de havens en de transportsector overleg gehad ? Wat waren de resultaten ?

Antwoord ontvangen op 24 juli 2009 :

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op de door hem gestelde vragen :

Op 12 november 2008 heeft de Wereldhandelsorganisatie (WTO) samen met vertegenwoordigers van multilaterale ontwikkelings-banken (onder andere de Wereldbank), exportkrediet-agentschappen en privé-banken, de problematiek van de handelsfinanciering besproken. De gesprekken concentreerden zich vooral op de gevolgen voor de ontwikkelingslanden. Tijdens die vergadering van experten bevestigden de participerende financiële instellingen de feedback vanuit de markt over de verslechterde handelsfinanciering in ontwikkelingslanden ten gevolge van de huidige financiële crisis. Zij ijverden onder andere voor bijkomende multilaterale waarborgen en meer co-financiering en risicodeelname door multilaterale ontwikkelingsbanken en exportkredietagentschappen dat tot een verhoogde dekking voor banken en landen zou moeten leiden.

Verscheidene internationale instellingen (WTO, Wereldbankgroep, enz.) en groeperingen van landen (onder andere G20 en EU) hebben initiatieven genomen met de bedoeling de negatieve gevolgen van de financiële crisis aan te pakken.

Hieronder beperk ik mij echter tot concrete acties vanwege de Nationale Delcrederedienst, en de Wereldbankgroep, meer bepaald de International Financial Corporation (IFC) en Multilateral Investment Guarantee Agency (MIGA), respectievelijk de privé-sectorarm en het garantieagentschap van de Wereldbankgroep.

Wat de Nationale Delcrederedienst betreft is er reeds een initiatief geweest om het globale dekkingsplafond te verhogen met een bedrag van acht miljard euro. Anderzijds dient de analyse van de in hoofdzaak commerciële risico’s voor alle transacties op rigoureuze wijze verder gezet te worden, hetgeen voornamelijk geldt voor de individuele zaken. Voor de verzekering van een globaal pakket risico’s werd recentelijk een gunstige beslissing genomen in zoverre de schaderisico’s tot een minimum herleid kunnen worden. In dit opzicht speelt Delcredere N.V. een relevante rol in het verder zetten van de internationale handelstransacties ten gunste van de Belgische bedrijven en de betrokken landen.

Hoewel het antwoord vanwege de Wereldbankgroep (en andere instellingen) op het gebied van handelsfinanciering nog in volle ontplooiing is, werden reeds een aantal preliminaire aanbevelingen opgesteld, waaronder het nemen van de volgende acties: (1) het aanpakken van de beperkte beschikbaarheid en hoge kost van handelsfinanciering; (2) de activering van internationale coördinatie op het vlak van interbancaire activiteiten; (3) de nood aan aanvullende risicodelende mechanismen; en (4) niet-financiële steun ten voordele van de handel via extra advieswerk.

Het management van de Wereldbankgroep bekijkt momenteel de mogelijkheid om de levering van haar garantie-instrumenten via de International Bank for Reconstruction and Development (IBRD), International Development Association (IDA), IFC en MIGA te optimaliseren en verder uit te breiden, onder andere door de samenwerking tussen de verschillende instellingen te verbeteren. Bovendien zal het management van MIGA eind januari aan de Raad van Beheer voorstellen het MIGA-beleid en diens operationele reguleringen dusdanig te wijzigen dat die instelling beter kan inspelen op de verwachtingen van potentiële klanten, een groter hefboomeffect bij gemeenschappelijke projecten kan creëren, en tevens positieve ontwikkelingsresultaten kan genereren.

Teneinde de gevolgen van de huidige crisis te helpen verzachten, heeft de IFC in december 2008 een aantal concrete initiatieven genomen op het gebied van handelsfinanciering, herkapitalisatie van banken, microkrediet, financiering van de infrastructuur en technische assistentie, ten voordele van de ontwikkelingslanden (lage- en middeninkomens-landen). De bedoeling is dat de IFC een bijdrage levert die verder aangevuld dient te worden met bijdragen van diverse andere ontwikkelingspartners.

Om de handelsfinancieringsproblemen te helpen oplossen, heeft de Raad van Bestuur van de IFC in december 2008 beslist om het huidige Global Trade Finance Program (GTFP) te verdubbelen van 1,5 miljard tot 3 miljard US $. Daarnaast zal men meer banken die handelsleningen verstrekken in ontwikkelingslanden in het GTFP programma trachten onder te brengen, namelijk 230 banken in plaats van 130.

Sedert oktober 2005 verleent het GTFP-programma van de IFC noodzakelijke steun aan problematische of opkomende markten en oefent het dus een stabiliserende invloed uit in tijden van krediet- of liquiditeitsbeperkingen. Dat programma ondersteunt de uitbreiding van handelsfinanciering naar onderbediende klanten. Het flexibel operationeel platform van het GTFP-programma heeft ervoor gezorgd dat een steeds groter wordende groep van financiële instellingen aan de IFC vragen het betalingsrisico van lokale financiële instellingen in ontwikkelingslanden die handelstransacties doen geheel of gedeeltelijk te dekken (i.e. waarborgverstrekking). Eén van de belangrijkste doelstellingen betreft het uitbouwen van een globaal netwerk van banken waardoor zakelijke relaties ontstaan ter bevordering van de internationale handel. Door die relaties steunt het GTFP de verdere uitbreiding van handelsnetwerken en de financiering voor klantenbanken en hun klanten in de opkomende markten. Het GTFP-programma is wereldwijd actief, waaronder ook in de regio Sub-Sahariaans Afrika, dat in FY2008 1/3de van de GTFP-portfolio opslorpte. Alle handel is tot nu toe enkel gestimuleerd door middel van de uitgave van IFC-garanties, niet door middel van directe financiële middelen.

Wat betreft uw vraag omtrent een eventueel overleg met de grootste banken die actief zijn in de financiering van de internationale handel, werden nog geen directe initiatieven genomen. Ik ben uiteraard bereid om gesprekken terzake te voeren mocht dit nodig blijken. Met betrekking tot eventuele initiatieven om de kostprijs voor onze bedrijven niet verder te laten toenemen, verwijs ik u naar de diensten van de Federale Overheidsdienst (FOD) Economie, KMO, Middenstand en Energie en/of de FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.