Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-181

van Louis Ide (CD&V N-VA) d.d. 16 januari 2008

aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid

Asbestfonds - Uitkering - Bijdragen van bedrijven - Werking

asbest
kanker
slachtofferhulp
slachtoffer
vergoeding
financiering

Chronologie

16/1/2008Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 14/2/2008)
18/3/2008Antwoord

Vraag nr. 4-181 d.d. 16 januari 2008 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In de strijd tegen kanker wordt de laatste jaren heel veel aandacht besteed aan asbest. Asbest in vaste vorm is geen gevaar voor de volksgezondheid. Het is pas als asbest in de vorm van losse asbestvezels voorkomt dat het een gevaar voor de volksgezondheid kan betekenen. De meeste ziekten openbaren zich pas tientallen jaren nadat de blootstelling aan asbest heeft plaatsgevonden en zijn niet of nauwelijks te genezen.

Het Asbestfonds is opgericht binnen de schoot van het Fonds voor de beroepsziekten. Het is een nieuw initiatief van de federale overheid dat ingang had op 1 april 2007. Dit fonds moet het mogelijk maken om een schadeloosstelling te krijgen indien men ziek is geworden na blootstelling aan asbest.

Iedereen kan in principe een aanvraag indienen. Er zijn wel enkele bijkomende voorwaarden. Een evidentie is dat de ziekte het gevolg moet zijn van een blootstelling aan asbest. Het Asbestfonds keert ook enkel een bedrag uit indien het om volgende ziekten gaat: mesothelioom en asbestose. Men moet de oorzakelijkheid niet kunnen bewijzen, het is voldoende als de geneesheer oordeelt dat men aan een asbestvergiftiging lijdt. Men moet voor beide ziekten wél kunnen bewijzen dat de blootstelling aan asbest plaats had in België. Voor asbestose zijn er nog enkele bijkomende blootstellingvoorwaarden.

Wie blootgesteld is aan asbest, kan soms ook nog een andere ziekte oplopen.

We denken hier vooral aan longkanker, larynxkanker en pleurale plaques. Voor long- en larynxkanker kunnen er vaak ook nog andere redenen (buiten asbest) zijn waardoor mensen een dergelijke ziekte oplopen. Denken we maar aan roken dat het grootste deel van de slachtoffers van longkanker verklaart. Het Asbestfonds komt hier dus niet in tussen. Ambtenaren en werknemers uit de privésector die toch een dergelijke ziekte hebben en dit ten gevolge van contact met asbest, kunnen evenwel bij het Fonds voor die opgelopen beroepsziekten aankloppen voor een schadeloosstelling. Men moet dan wel de strenge criteria van het Fonds willen doorstaan. Pleurale plaques is wel het gevolg van blootstelling aan asbest. De aanwezigheid van pleurale plaques is een onvoldoende reden om een graad van arbeidsongeschiktheid toe te kennen. Het gaat zelfs niet om een ziekte aangezien de aantasting geen arbeidsongeschiktheid meebrengt en geen medische behandeling vergt.

De financiering van dit fonds gebeurt via bijdragen van bedrijven en van de federale overheid.

Ik had hierover enkele vragen:

1. Hoeveel aanvragen van slachtoffers zijn sinds 1 april 2007 reeds behandeld?

2. Hoeveel slachtoffers hebben effectief hun uitkering al gekregen sinds 1 april 2007?

3. Hoeveel aanvragen van slachtoffers zijn nog niet behandeld?

4. Wie zetelt in de raad van bestuur van dit Asbestfonds?

5. Welke bedrijven geven geld aan het Asbestfonds? Betalen bedrijven die asbest gebruiken een hogere bijdrage? Hoeveel betalen de bedrijven als bijdrage aan het Asbestfonds?

6. In vergelijking met andere landen zoals bijvoorbeeld Nederland, Frankrijk en Italië zijn de uitgekeerde bedragen heel laag. Wat is de argumentatie hiervoor? En wordt er iets gedaan om deze lage bedragen toch nog te verhogen?

7. In Nederland kan je naast de vergoeding ook nog procederen tegen de vervuiler (zowel slachtoffers als nabestaanden). Kan dit in België ook? Zo nee, waarom niet? En dreigen de bedrijven dan niet de winnaars te worden bij dit Asbestfonds in plaats van de slachtoffers?

Antwoord ontvangen op 18 maart 2008 :

Als antwoord op uw vraag, deel ik u het volgende mee

1. Tussen 1 april 2007 en 15 februari 2008 ontving het Asbestfonds 608 aanvragen tot tussenkomst. 452 dossiers zijn in behandeling (259 gevallen voor mesothelioom, 179 gevallen voor asbestose en 14 andere gevallen). De overige dossiers die door slachtoffers werden ingediend, waren onvolledig. De aanvragers werden dan ook uitgenodigd om de ontbrekende elementen aan te brengen. Er werden 435 beslissingen genomen : 121 beslissingen waarbij er ambtshalve een erkenning was voor mesothelioom, 56 beslissingen werden na een eerste aanvraag voor mesothelioom genomen, 6 beslissingen werden verworpen wegens het overlijden ten gevolge van een mesothelioom vóór de inwerkingtreding van de wet, 252 beslissingen waarbij er ambtshalve een erkenning was voor asbestose.

2. Op 15 februari 2008 vergoedde het Asbestfonds 412 slachtoffers of gerechtigden.

3. Zoals blijkt uit het antwoord op vraag 1, zijn alle aanvragen in behandeling, maar zijn er een aantal in afwachting van bijkomende informatie. Bij het uitblijven hiervan zal een beslissing worden genomen op basis van de informatie waarover de instelling beschikt.

4. Het Asbestfonds heeft geen eigen Raad van Bestuur. Het heeft evenmin een eigen rechtspersoonlijkheid en is organiek geïntegreerd in het Fonds voor de beroepsziekten. De personeelsleden van deze instelling bezitten inderdaad reeds heel wat kennis en ervaring op het administratieve en medische vlak die wellicht van grote waarde zijn om deze opdracht behoorlijk te vervullen en de wetgeving correct toe te passen.

4. Het Asbestfonds heeft geen eigen Raad van Bestuur. Het heeft evenmin een eigen rechtspersoonlijkheid en is organiek geïntegreerd in het Fonds voor de beroepsziekten. De _personeelsleden van deze instelling bezitten inderdaad reeds heel wat kennis en ervaring op het administratieve en medische vlak die wellicht van grote waarde zijn om deze opdracht behoorlijk te vervullen en de wetgeving correct toe te passen.

Het beheer van, het toezicht op en de controle van het Asbestfonds worden immers verricht zoals voor het Fonds voor de beroepsziekten: als Openbare Instelling van de Sociale Zekerheid wordt het FBZ geleid door een paritair samengesteld Beheerscomité en staat het onder het toezicht van de minister van Sociale Zaken en de minister van Werk.

Voor het antwoord op de vragen 5, 6 en 7 heb ik de eer om te verwijzen naar de mondelinge vraag nr. 1457 van de heer Jan Jambon, volksvertegenwoordiger (Integraal Verslag, Commissie Sociale Zaken van 23 januari 2008, pagina 4).