Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-1789

van Paul Wille (Open Vld) d.d. 9 oktober 2008

aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen

IJslandse Banken - Depositogarantiesysteem - Oneerlijke concurrentie

bank
IJsland
Garantiefonds voor financiële diensten
buitenlandse onderneming
concurrentie
spaartegoed
Europese Economische Ruimte

Chronologie

9/10/2008Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 13/11/2008)
5/1/2009Dossier gesloten

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-1790
Heringediend als : schriftelijke vraag 4-2259

Vraag nr. 4-1789 d.d. 9 oktober 2008 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Ik verwijs naar mijn eerdere schriftelijke vragen omtrent bepaalde IJslandse banken die bij ons via hoge rentes spaargelden probeerden aan te trekken (schriftelijke vragen nrs. 4-1398 en 4-1399). In Nederland ontstond heisa omtrent het depositogarantiesysteem en het vermeende misbruik hiervan door bepaalde IJslandse en andere onbekende buitenlandse banken. Tengevolge van een Europese richtlijn worden spaarders beschermd tegen een faillissement of ander onheil en dit ten belope van 20 000 euro. In Nederland werd deze bescherming zelfs verhoogd tot 38 000 euro.

Heden blijkt dat zoals ik eerder had aangekaart inderdaad ernstige solvabiliteitsproblemen zijn met bepaalde IJslandse en mogelijk nog andere buitenlandse banken. In Nederland en bij ons deden immers totaal onbekende banken hun intrede op de spaarmarkt.

Zo doken recent IJslandse banken op die een zeer hoge interest bieden (tot 7 %). Minder gekend is echter het gegeven dat deze IJslandse banken onder zeer zware druk staan om snel kapitaal te vinden. In eigen land lukte dit niet en bijgevolg gaan ze elders op zoek naar spaargeld.

Spaarders die hun geld neerzetten bij IJslandse banken nemen een groter risico dan spaarders die hun geld stallen bij Nederlandse banken, aldus de Nederlandse bestuursvoorzitter Thierry Schaap van BinckBank bij de presentatie van de cijfers over het tweede kwartaal op men zegge en schrijve 25 juli 2008. Betrokkene verwees onder meer naar Icesave, onderdeel van het IJslandse Landsbanki. Eind mei betrad Icesave de spaarmarkt met een rente van 5,25 %. Heden blijkt Icesave daadwerkelijk in moeilijk vaarwater te zijn geraakt. De grootste bank van IJsland, Kaupthing, moest dan weer beroep doen op een noodkrediet. Deze bank bood tot 7 % intrest aan op internetrekeningen en voerde zware promotie in ons land.

Ik had dan ook volgende vragen voor de geachte minister :

Is het gezien deze nieuwe informatie niet hoogdringend om de potentiële beleggers te wijzen op de risico's en/of moeten deze spaarbanken niet geweerd worden van onze markt tot er meer klaarheid heerst over hun financiële positie ?

Welke stappen heeft de geachte minister zelf en/of de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen (CBFA) en/of andere diensten genomen sinds mijn vorige bovenvermelde schriftelijke vraag van 22 augustus 2008 om de spaarders te vrijwaren van ernstige problemen bij deze " exotische " banken ? Kan hij dit zeer specifiek toelichten ?

Hoe schat de CBFA de situatie in ?

In hoeverre zijn Belgische spaarders beschermd wat betreft hun tegoeden bij IJslandse banken via internetrekeningen ?

Klopt mijn informatie dat de IJslandse regering borg zou moeten staan voor de eerste 20 000 euro van een Belgische spaarder en zo ja, acht hij de IJslandse regering hiertoe in staat ?

Heeft hij dit probleem reeds aangekaart bij de IJslandse regering ?

In hoeverre zou ons land moeten tussenkomen om de Belgische spaarder te vergoeden bij faling van een IJslandse bank en kan hij dit toelichten ? Valt dit, zoals ik eerder aan hem vroeg, onder het depositogarantiefonds ?