Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-15

van Geert Lambert (SP.A-SPIRIT) d.d. 15 oktober 2007

aan de minister van Buitenlandse Zaken

Intergouvernementele Conferentie tot opstelling van een Grondwet voor Europa (IGC) - Ontwerp van hervormingsverdrag (Bescherming van persoonsgegevens - Rechtsgrondslag inzake minderheidstalen - Herziening Euratomverdrag)

EGKS-Verdrag
minderheidstaal
culturele verscheidenheid
Europese Grondwet
intergouvernementele conferentie (EU)
herziening van het Verdrag (EU)
eerbiediging van het privé-leven
persoonlijke gegevens
Verdrag van Lissabon

Chronologie

15/10/2007Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 16/11/2007)
20/12/2007Dossier gesloten

Vraag nr. 4-15 d.d. 15 oktober 2007 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Midden oktober zal het hervormingsverdrag, dat in de plaats komt van de Europese Grondwet en de huidige Europese Unie- en Europese Gemeenschapsverdragen zal amenderen, besproken worden door de Raad Algemene Zaken en door de Europese Raad, die dit verdrag op zijn informele bijeenkomst in Lissabon wellicht zal aannemen.

Drie elementen van het hervormingsverdrag verdienen volgens mij nog verduidelijking of aanpassing.

Ten eerste wat betreft de bescherming van persoonsgegevens in de betrekkingen met buitenlandse overheden. De ontwerptekst van artikel 24 van het EU-Verdrag zoals die nu voorligt sluit het Europees Parlement uit van de regelgeving inzake de bescherming van persoonsgegevens in het vrije verkeer daarvan met derde landen. Deze regelgeving zou alleen door de Raad vastgelegd worden. Dit druist in tegen de diepgewortelde beginselen van de rechtstaat, volgens dewelke de regelgeving betreffende de bescherming van de persoonlijke rechten en vrijheden zeker ook een zaak van het parlement moet zijn en niet uitsluitend aan de regeringen mag worden overgelaten. De gebeurtenissen na 11 september hebben aangetoond dat we de bescherming van de persoonlijke rechten en vrijheden, zoals wij die in onze westerse democratieën kennen, niet op de helling mogen laten zetten door de war on terror. De maatregelen terzake moeten voldoen aan het evenredigheidsbeginsel. De problematiek van de uitwisseling van passagiersgegevens voor transatlantische vluchten van de EU naar de Verenigde Staten heeft al de verschillende visies terzake tussen de EU en de huidige Amerikaanse regering blootgelegd. Het is dan ook imperatief dat voor deze materie de bevoegdheid tot medebeslissing van het Europees Parlement geldt.

Ik vernam dan ook graag van de geachte minister of België in de IGC zal aandringen op een wijziging van ontwerpartikel 24 van het EU-verdrag in deze zin en zal wijzen op het gevaar dat het ontbreken van een dergelijke wijziging van het ontwerp van hervormingsverdrag zou kunnen opleveren voor de goedkeuring ervan door nationale parlementen.

Het tweede element betreft de rechtsgrondslag voor EU-optreden inzake minderheidstalen. Eerdere subsidiëring door de Europese Commissie van bijvoorbeeld het Europees Bureau voor Minder Verspreide Talen kwam onder druk te staan omdat gesteld werd dat een rechtsgrondslag hiervoor in de bestaande communautaire verdragen ontbrak. De slotzin van het ontwerp van artikel 3, § 3, van het EU-verdrag stelt nu wel als een doelstelling van de EU voorop dat de Unie haar rijke culturele en taalkundige verscheidenheid zal eerbiedigen en zal toezien op de instandhouding en ontwikkeling van het Europees cultureel erfgoed.

Acht de minister deze verdragsbepaling over de doelstellingen van de Unie zonder overeenstemmende bepaling in de titels over de beleidsterreinen van de Unie in het gewijzigde EG-verdrag een voldoende rechtsbasis voor ondersteunend EU-optreden inzake minder verspreide talen? Of is hij van mening dat hiertoe ook een wijziging vereist is van het EG-verdrag, meer bepaald van zijn artikel 151 over cultuur dat omgevormd zal worden tot artikel 176d van het Verdrag betreffende de werking van de Unie, door daarin naast het begrip “culturen” ook het begrip “talen” op te nemen? Zal de IGC hier handelen conform haar verklaring 28 waarin zij de gehechtheid van de EU aan de culturele verscheidenheid van Europa en de bijzondere aandacht die zij aan minder verspreide talen zal geven, bevestigt ?

Ten derde vernam ik graag of België Duitsland, Ierland en Oostenrijk zal vervoegen door verklaring nr. 44 mede te ondertekenen waarin wordt aangedrongen op een herziening van het Euratomverdrag.