Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-1416

van Margriet Hermans (Open Vld) d.d. 4 september 2008

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid

Dierentuinen en dierenparken - Rapport van dierenrechtenorganisatie (Gaia) - Controles - Maatregelen

dierentuin
pretpark
dierenbescherming
welzijn van dieren

Chronologie

4/9/2008Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 9/10/2008)
9/10/2008Antwoord

Vraag nr. 4-1416 d.d. 4 september 2008 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Dierentuinen en – parken in België voldoen nauwelijks aan de wettelijke minimumvereisten op gebied van dierenwelzijn, veiligheid voor de bezoekers en educatieve verplichtingen. Dat blijkt uit een rapport van dierenrechtenorganisatie Gaia.

Volgens Gaia voldoet geen van de vijftien bezochte Belgische dierentuinen volledig aan alle wettelijke vereisten. Alleen Wildpark Saint-Hubert leeft de wet op dierenwelzijn volledig na.

De slechtste dierentuinen zijn nog steeds, volgens Gaia, Aviflora in Ingelmunster, Familiepark Harry Malter in Heusden en Mont Mosan in Hoei.

Overtredingen die Gaia tijdens de bezoeken vaststelde, zijn onder meer te kleine dierenverblijven, onvoldoende of geen wettelijke verplichte inrichting van kooien of hokken, slechte hygiëne, verzorging en nalatigheid.

De dierenrechtenorganisatie stelde ook onveilige situaties vast voor mens en dier.

Dierentuinen en – parken zijn voor veel mensen de moeite waard, zowel als leuke uitstap als op educatief vlak. De dieren blijven de mensen fascineren.

Graag had ik hieromtrent dan ook een gedetailleerd antwoord ontvangen op volgende vragen :

1) Hoe reageert de geachte minister op het onderzoek van Gaia?

2) Kan zij aangeven hoeveel controles er door haar diensten werden uitgevoerd in de dierentuinen en dierenparken en dit op jaarbasis voor 2006, 2007 en 2008 alsook eventueel opgesplitst per regio? Wat waren de sancties in geval van overtreding? Indien er geen controles werden uitgevoers, wat was daarvoor de reden en gaat zij er heden laten uitvoeren in het licht van de studie van Gaia?

3) In welke dierentuinen en – parken werden er bij controle door haar diensten te kleine dierenverblijven vastgesteld? Over welke dieren gaat het?

4) In welke dierentuinen en – parken werden er bij controle door haar diensten slechte verzorging vastgesteld? Over welke dieren gaat het?

5) In welke dierentuinen en – parken werden er bij controle door haar diensten onveilige situaties vastgesteld voor mens en dier? Kan u dit toelichten?

6) Wat waren bij de door haar diensten uitgevoerde controles de zwaarste overtredingen wat betreft de wettelijke minimumvereisten op gebied van dierenwelzijn, veiligheid voor de bezoekers en educatieve verplichtingen? Kan zij deze gedetailleerd bespreken?

7) Hoe volgen haar diensten de vastgestelde overtredingen wat betreft de wettelijke minimumvereisten op gebied van dierenwelzijn, veiligheid voor de bezoekers en educatieve verplichtingen?

8) Kan zij aangeven of bij de door haar diensten verrichte controles systematisch dezelfde dierentuinen en – parken in overtreding zijn? Zo ja, om welke parken gaat het en hoe gaat zij en/of haar diensten hiertegen optreden?

9) Welke andere maatregelen acht zij opportuun om het dierenwelzijn en de veiligheid van de mensen te garanderen in de dierentuinen en – parken?

Antwoord ontvangen op 9 oktober 2008 :

De inspecteurs van de dienst Dierenwelzijn en CITES voerden in 2006, 2007 en 2008 respectievelijk dertien (een in Vlaanderen, twaalf in Wallonië), zeventien (negen in Vlaanderen, acht in Wallonië) en acht (drie in Vlaanderen, vijf in Wallonië) grondige controles uit. Daar de meeste aanpassingen van dierenverblijven zeer grote investeringen vergen, heeft de dienst ervoor geopteerd om in een eerste fase voornamelijk de nadruk te leggen op de overtredingen die een directe invloed hebben op het dierenwelzijn, zoals de afmetingen en de inrichting van de verblijven, en in een tweede fase op de overige punten, zoals de educatieve aspecten.

Dat deze werkwijze vruchten afwerpt, blijkt uit een vergelijking van het recente verslag van de VZW Gaia(Global action in the interest of animals) met hun vorige verslag dat dateert van 2003. Deze vergelijking toont immers aan dat de VZW Gaia in 2003 voornamelijk overtredingen van de minimale afmetingen van de verblijven vaststelde, terwijl een groot aantal van de nu door de VZW Gaia genoteerde problemen gaat over onvoldoende informatie op de educatieve panelen.

Bovendien blijkt bij lezing van de verslagen van de VZW Gaia dat hierin soms foutieve interpretaties van de wettelijke minimale afmetingen voorkomen waardoor het werkelijke aantal overtredingen hiervan een stuk lager ligt. Zo bevat de wetgeving geen normen voor gedomesticeerde dieren. De afmetingen voor bijvoorbeeld Equus caballus (paard) zijn dan ook enkel van toepassing op wilde paarden zoals het Przwalskipaard en niet op bijvoorbeeld shetlandpony's zoals de VZW Gaia meent.

Wanneer de inspecteurs van de dienst Dierenwelzijn en CITES overtredingen vaststellen, worden steeds maatregelen opgelegd om het welzijn van de betrokken dieren te garanderen, waarbij tevens de uitvoeringstermijn wordt vastgelegd. Verder kan een waarschuwing of een proces verbaal (PV) opgesteld worden.

De naleving van de opgelegde maatregelen wordt van nabij opgevolgd door de inspecteurs. Wanneer blijkt dat de uitbater van de dierentuin zich hier niet aan houdt, wordt alsnog een waarschuwing of een PV opgesteld waarbij ook bijkomende maatregelen worden opgelegd.

De opgestelde PV's worden doorgestuurd naar de bevoegde ambtenaar van de Juridische Dienst die ofwel een administratieve boete oplegt, ofwel het PV doorstuurt naar het parket. Leeft de uitbater van een dierentuin de maatregelen opgelegd in een waarschuwing niet na, dan volgt deze dezelfde weg als een PV.

Indien dit noodzakelijk blijkt, kan tevens overgegaan worden tot inbeslagname van dieren of, in zeer erge gevallen, gedeeltelijke of volledige sluiting van de dierentuin.

In 2007 werden acht waarschuwingen en een PV uitgeschreven. Uiteraard is het niet mogelijk om gedetailleerde informatie te geven over de inhoud hiervan.

Verder is niet duidelijk welke criteria gebruikt zouden kunnen worden om aan elke vastgestelde overtreding een gewicht toe te kennen. Is een afwijking van 10 % van de minimumoppervlakte voor een zoogdier erger dan voor een reptiel? Is een afwijking van 10 % van de minimale landoppervlakte erger voor een landdier dan voor een dier dat grotendeels in het water leeft? Het is dan ook niet mogelijk om te zeggen welke van de vastgetselde overtredingen de "zwaarste" waren.

De Belgische dierentuinenwetgeving wordt algemeen beschouwd als de beste van Europa. Grote schendingen van het dierenwelzijn zijn er op dit vlak dan ook zeker niet. Bovendien onderzoekt de dienst Dierenwelzijn en CITES momenteel, in samenwerking met de Dierentuinencommissie, of de wettelijke minimumnormen voor zoogdieren moeten aangepast worden om het welzijn van de dieren nog beter te garanderen.

De veiligheid van het publiek is geen onderdeel van het dierenwelzijn. Deze materie valt dan ook niet onder mijn bevoegdheid, noch onder deze van de dienst Dierenwelzijn en CITES. Wanneer de inspecteurs veiligheidsproblemen vaststellen, wijzen zij de verantwoordelijke van de dierentuin hier wel op. Indien deze geen gevolg geeft aan hun raadgevingen, brengen zij bovendien de gemeentelijke overheden die hiervoor bevoegd zijn op de hoogte