MUG-interventiewagen - Begrip “prioritair voertuig”
eerste hulp
dokter
verplegend personeel
ziekentransport
bestuurder
21/8/2008 | Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 25/9/2008) |
26/9/2008 | Antwoord |
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-1393
Wanneer een MUG-team moet uitrukken zijn meestal slechts een dokter en een verpleegkundige aan boord. Slechts in een minderheid van de gevallen is ook een bijkomende chauffeur voorzien.
Meestal wordt de MUG-interventiewagen op weg naar de plaats van ongeval of calamiteit dus bestuurd door de dokter of de verpleegkundige.
Echter, bij het overbrengen van de patiënt naar het ziekenhuis blijven zowel de dokter als de verpleegkundige bij de patiënt in de ambulance die samen met de MUG opgeroepen werd. Dikwijls is het dan zo dat één van de ambulanciers niet met de eigen ziekenwagen maar met de MUG terug naar het ziekenhuis rijdt.
Bij de mensen op het terrein bestaat er in dergelijke gevallen onduidelijkheid over het prioritair rijden. Bij het terugkeren bevindt er zich in dat geval immers geen dokter of patiënt in de wagen, maar kan het in bepaalde gevallen nodig zijn dat de dokter in de ambulance over materiaal moet kunnen beschikken dat zich in het MUG-voertuig bevindt. Dikwijls vraagt de spoedarts dat de MUG-wagen prioritair zou volgen.
Andere voordelen om ook het MUG-voertuig op de terugweg prioritair te laten rijden zouden kunnen zijn dat de MUG (en indirect ook de ambulance) sneller beschikbaar zou zijn voor nieuwe opdrachten en dat de zichtbaarheid van het prioritair transport opvallender zou zijn.
Daarom dus enkele concrete vragen:
- Is een MUG-voertuig op terugweg naar het ziekenhuis volgens de wettelijke bepalingen een prioritair voertuig?
- Indien niet, heeft een spoedarts dan de bevoegdheid om van de bestuurder van de MUG-wagen te eisen dat hij eveneens prioritair rijdt op weg naar het ziekenhuis omdat hij b.v. steeds over zijn medische instrumenten en materiaal moet kunnen beschikken?
- Ziet de minister in het algemeen redenen om de wettelijke regeling ter zake aan te passen?
Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op haar vragen.
Voor het antwoord op deze vragen verwijs ik u naar het antwoord van mijn collega, de staatssecretaris voor Mobiliteit (schriftelijke vraag nr. 4-1393).