Luchtvaartmaatschappijen - Afficheren van de prijzen van vliegtuigtickets - Inbreuken - Maatregelen
luchtvaarttarief
luchtvervoer
consumentenvoorlichting
bescherming van de consument
prijsaanduiding
2/7/2008 | Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 31/7/2008) |
9/10/2008 | Antwoord |
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-1215
Geregeld blijken diverse luchtvaartmaatschappijen de wettelijke verplichting niet na te leven om de volledige prijs (all-in) van vliegtuigtickets te afficheren, maar worden misleidende vakantieprijzen gehanteerd waarin de verschillende taksen, lasten en kosten die deze luchtvaartmaatschappijen hun klanten aanrekenen niet vervat zijn zodat de uiteindelijke ticketprijs vaak een stuk duurder bleek uit te vallen dan oorspronkelijk gedacht.
Kan de geachte minister mij meedelen in hoeveel gevallen een proces-verbaal werd opgesteld of een dossier tegen deze inbreuk werd geopend?
Ik vernam dan ook graag welke maatregelen (zullen) worden ondernomen tegen de luchtvaartmaatschappijen die aldus de wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument niet naleven?
Ik heb de eer het geachte lid het volgende te antwoorden:
De algemene problematiek van de prijzen en prijsaanduiding wordt wettelijk geregeld door de wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument (WHPC):
verplichte aanduiding van de totale prijs (artikel. 3) ;
verbod van elk beding dat ertoe strekt de prijzen te wijzigen op basis van elementen die enkel van de wil van de verkoper afhangen (artikel 32.2) ;
verbod van oneerlijke handelspraktijken (artikel 94/5);
verbod op misleidende commerciële praktijken (artikel 94/6).
In België moet bij de aanbieding (en bijvoorbeeld niet op het einde van een reserveringsprocedure op het internet), de aan de consument aangeduide prijs een « totale prijs » zijn waarin de taksen alsmede de kosten van alle diensten die door de consumenten verplicht moeten worden bijbetaald, begrepen zijn.
Een algemeen onderzoek dat door de algemene directie Controle en Bemiddeling werd uitgevoerd heeft geleid tot de identificatie van vijftien Belgische operatoren die de economische reglementering niet naleefden (misleidende reclame, ontbreken van totaalprijs, onrechtmatige bedingen). Dit onderzoek heeft aanleiding gegeven tot de opstelling van twaalf processen-verbaal van waarschuwing en drie pro justitia’s. Voor negen operatoren betrof dit een probleem van prijzentransparantie. Vijf van hen hebben zich ondertussen in regel gesteld, terwijl het onderzoek tegen de vier anderen die dit niet hebben gedaan, zal worden afgesloten met de opstelling van een proces-verbaal.
Op grond van de internationale regels inzake het toepasselijk recht is het Belgisch recht niet noodzakelijk altijd van toepassing voor de buitenlandse maatschappijen.
Dit probleem zal echter op Europees niveau worden geregeld. Op 9 juli 2008, heeft het Europees Parlement bij een tweede lezing het voorstel voor een Europese verordening tot opstelling van gemeenschappelijke regels voor de exploitatie van luchtvervoerdiensten in de Gemeenschap (herschikking) pas aangenomen (zie stuk Eur.parl. 2006(0130CCOD). Dit voorstel heeft in het bijzonder als doelstelling om de prijzenconcurrentie en de tariefdoorzichtigheid te versterken. Het voorziet in de verplichting voor de luchtvaartmaatschappijen om alle kosten en taksen op te nemen in de prijsaanduiding van de vliegtickets bij om het even welke bekendmaking van de tarieven, op internet inbegrepen. De reizigers zullen op deze manier de tarieven van luchtvaartmaatschappijen effectief kunnen vergelijken.
Anderzijds laat de richtlijn 90/314/CEE van de Raad, van 13 juni 1990 betreffende pakketreizen, met inbegrip van vakantiepakketten en rondreispakketten (omgezet in Belgisch recht door de wet van 16 februari 1994 tot regeling van het contract tot reisorganisatie en reisbemiddeling) mogelijke wijzigingen in de prijzen van reizen toe met name ingevolge stijging (en daling) van de brandstofprijs, de heffingen en de wisselkoers, zelfs na het sluiten van een reiscontract, voor zover deze mogelijkheid evenwel uitdrukkelijk in het contract wordt vermeld samen met de berekeningswijze ervan. Na het sluiten van het reiscontract is het verboden om tijdens de twintig kalenderdagen vóór het vertrek supplementen aan te rekenen. Deze bepalingen betreffen echter enkel de reisorganisatoren en -bemiddelaars met uitsluiting van de luchtvaart-maatschappijen.