Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-1188

van Geert Lambert (sp.a+Vl.Pro) d.d. 27 juni 2008

aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen

Woon-werkverkeer - Fiscale aftrek - Beperking

belastingaftrek
belasting van natuurlijke personen
pendel
vergoedingen en onkosten

Chronologie

27/6/2008Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 31/7/2008)
7/7/2008Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 4-103

Vraag nr. 4-1188 d.d. 27 juni 2008 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Op dit moment geldt een beperking tot 0,15 euro per kilometer als fiscale aftrek voor het woon-werkverkeer, weliswaar onder bepaalde voorwaarden.

Omwille van de huidige stijgende brandstofprijzen loopt de factuur voor mensen die met de wagen moeten gaan werken, sterk op.

Daarnaast is het spijtig genoeg nog vaak zo dat het openbaar vervoer absoluut geen alternatief is voor vele werkende personen om op tijd op het werk te geraken en ’s avonds op een redelijk tijdstip terug thuis te zijn. In sommige gevallen biedt het openbaar vervoer zelfs geen enkel mogelijkheid om van thuis uit op het werk te geraken en omgekeerd.

Dit maakt dat deze personen toch een behoorlijke hap uit hun budget moeten gebruiken, enkel maar om te kunnen gaan werken.

Vandaar mijn vraag aan de geachte minister : kan het forfait opgetrokken worden voor mensen die kunnen aantonen dat zij werkelijk geen alternatief hebben via het openbaar vervoer en zich dus met de eigen wagen moeten verplaatsen ?

Antwoord ontvangen op 7 juli 2008 :

Met zijn vraag wenst het geachte lid te vernemen of het forfait van de beroepskosten voor de verplaatsingen tussen de woonplaats en de plaats van tewerkstelling van 0,15 euro per afgelegde kilometer kan worden opgetrokken voor mensen die kunnen aantonen dat zij werkelijk geen alternatief hebben via het openbaar vervoer en zich dus met de eigen wagen moeten verplaatsen.

Ter zake moet worden gemeld dat de maatregel onder meer werd ingevoerd om het gebruik van alternatieve vervoersmiddelen zoals het openbaar vervoer te stimuleren.

Indien dergelijke alternatieven niet realiseerbaar zijn, heeft de werkgever altijd nog de mogelijkheid een bedrijfsvervoerplan voor zijn werknemers uit te werken.

Gelet op de huidige budgettaire mogelijkheden is er nog geen akkoord in de regering om het bedrag van 0,15 euro te verhogen.