Personen met een handicap - Tegemoetkoming - Ambtshalve herziening
invaliditeitsverzekering
gehandicapte
officiële statistiek
geografische spreiding
13/6/2008 | Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 17/7/2008) |
30/7/2008 | Antwoord |
Graag kreeg ik een antwoord op volgende vragen:
1. Hoeveel personen met een auditieve, respectievelijk een visuele handicap werden in de jaren 2000 tot 2008 ambtshalve opgeroepen voor een herziening van hun toestand? Is het mogelijk deze cijfers te bezorgen per jaar, uitgesplitst per gewest (Vlaanderen, Brussel, Wallonië)?
2. In hoeveel gevallen leidde dit tot een herziening naar beneden van de invaliditeitsgraad van de betrokkenen (cijfers opnieuw graag uitgesplitst per jaar en per gewest)?
3. Wat zijn de motiveringen om de invaliditeitsgraad van de personen in kwestie naar beneden te herzien?
In antwoord op uw vraag heb ik de eer u het volgende mee te delen.
1 tot 3. De DG Personen met een handicap beschikt niet over cijfermateriaal met betrekking tot het aantal personen met een bepaalde pathologie zoals een auditieve of een visuele handicap.
Voor het toekennen van het recht op een tegemoetkoming aan personen met een handicap is de soort van handicap immers geen criterium. Bij het medisch onderzoek wordt ofwel onderzocht of het verdienvermogen van de aanvrager verminderd is tot één derde of minder van wat een valide persoon door een beroep op de algemene arbeidsmarkt kan verdienen (inkomensvervangende tegemoetkoming) ofwel wordt de graad van zelfredzaamheid van de aanvrager geëvalueerd (integratietegemoetkoming en tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden).
De stoornis als oorzaak van de handicap of van het verlies van zelfredzaamheid is niet in het cijfermateriaal opgenomen aangezien de databank niet als een epidemiologisch instrument is opgebouwd. Het is dus niet mogelijk voor deze soorten stoornissen de vragen 2 en 3 te beantwoorden.
De geautomatiseerde databank heeft inderdaad een controlefunctie voor de betalingen in functie van de evaluaties van de arbeidsgeschiktheid en zelfredzaamheid los van de aard van de aandoening die aan de basis ligt van de handicap. De soort handicap is geen noodzakelijk gegeven voor de toekenning van de tegemoetkomingen.
Ik wens evenwel dat analysemiddelen voor het soort handicap voorzien worden om vragen zoals de uwe te kunnen beantwoorden. Ik ben dus van plan bijkomende middelen te vragen om het type noodzakelijke studies voor een betere kennis van de soorten handicap bij personen die recht hebben op een tegemoetkoming te kunnen maken. Ik hoop dus in de toekomst uw vraag te kunnen beantwoorden.