Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-1037

van Paul Wille (Open Vld) d.d. 3 juni 2008

aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen

Kredietcrisis - Lenen aan het bedrijfsleven - Terughoudendheid van de banken

krediet
krediet op onroerende goederen
investeringskrediet
geldmarkt
ontlening
bedrijfsfinanciering
schuldenlast
bank
Europese Centrale Bank
Nederland
monetaire crisis

Chronologie

3/6/2008Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 3/7/2008)
3/7/2008Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-1038

Vraag nr. 4-1037 d.d. 3 juni 2008 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Ik verwijs naar mijn eerdere schriftelijke vraag (vraag nr. 4-848) waarin ik mijn vrees voor de impact van de kredietschaarste op het bedrijfsleven reeds heb voorgelegd. Uit Nederland krijgen we heden alvast signalen dat het licht op rood staat.

Uit gegevens die de “Nederlandsche Bank” (tegenhanger van onze nationale bank) op haar website heeft gezet blijkt dat Nederlandse banken dit kwartaal strenger worden bij het geven van kredieten aan middelgrote en kleine bedrijven. Ook mensen die geld willen lenen om een woning te kopen, kunnen rekenen op strengere voorwaarden.

De banken halen de teugels aan in reactie op winstdalingen als gevolg van de kredietcrisis en de bij vlagen paniekerige sfeer op de financiële markten in de laatste drie kwartalen.

De banken staan onder groeiende druk van aandeelhouders, toezichthouders en ander financiële waakhonden om minder risico’s te nemen en meer eigen kapitaal achter de hand te houden.

Het verzwaren van de criteria voor leningen is een van de manieren waarop de crisis op de financiële markten doorwerkt in de reële economie van bedrijfsinvesteringen en het aankopen van huizen. Die doorwerking is op dit moment zowel in de Verenigde Staten als in Europa waar te nemen.

De Nederlandse banken hebben vanaf het vierde kwartaal vorig jaar de criteria voor leningen aan grote ondernemingen al verscherpt en zijn dat sindsdien blijven doen, zo kan uit de cijfers worden opgemaakt. De cijfers van De Nederlandsche Bank maken deel uit van onderzoek dat de Europese Centrale Bank elk kwartaal doet naar wijzigingen in de kredietvoorwaarden van banken.

De centrale bank geeft geen aparte cijfers voor het aantal banken dat zijn kredietvoorwaarden verscherpt, gelijk houdt of versoepelt, maar presenteert alleen een saldo. Per saldo 60 procent van de banken rapporteert een daling van de vraag naar woninghypotheken in het afgelopen eerste kwartaal, een percentage dat alleen in het eerste kwartaal van 2004 werd overtroffen.

Per saldo 17 procent van de banken verwacht in dit kwartaal de voorwaarden voor woninghypotheken aan te scherpen. Dat was het vorige kwartaal nog nul, terwijl de banken in het tweede en derde kwartaal van vorig jaar hun criteria voor woninghypotheken nog versoepelden.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1. Hoe reageert de geachte minister op de gegevens van de Nederlandse bank?

2. Kan hij de stand van zaken in ons land bespreken gezien het Nederlandse onderzoek deel uitmaakt van onderzoek naar wijzigingen in de kredietvoorwaarden dat de Europese centrale Bank elk kwartaal laat uitvoeren in alle landen van de Europese Unie? Worden ook in ons land de voorwaarden strenger?

3. Kan hij concreet toelichten -en dit vanaf 2007- in hoeverre de voorwaarden voor het geven van krediet respectievelijk aan middelgrote en kleine bedrijven worden aangescherpt en dit per kwartaal?

4. Kan hij concreet toelichten in hoeverre net als in Nederland de criteria voor leningen aan grote bedrijven reeds werden aangescherpt?

5. Kan hij aangeven welke de cijfermatige impact van deze kredietschaarste zal zijn voor onze ondernemingen?

6. Welke maatregelen overweegt hij te treffen om te voorkomen dat onze banken de riem te strak zouden aanhalen en welke rol onze nationale bank hierin kan vervullen alsook de CBFA?

7. kan hij aangeven per saldo hoeveel procent van de banken een daling rapporteert van de vraag naar woninghypotheken in de afgelopen kwartalen en kan hij dit uitvoerig toelichten?

8. In Nederland verwacht 17% van de banken dit kwartaal nog de voorwaarden voor hypotheekleningen aan te scherpen. Het vorige kwartaal bleek dit nog nul te zijn. Kan hij aangeven hoe de situatie in ons land is?

Antwoord ontvangen op 3 juli 2008 :

Ik heb de eer op de vragen van het geachte lid het volgende te antwoorden.

1. De door de Nederlandsche Bank gepubliceerde resultaten zijn verkregen in het kader van een geharmoniseerde enquête van de Europese Centrale Bank (ECB) : de Bank Lending Survey (BLS). Deze enquête is er voornamelijk op gericht een betere kennis te verwerven van de financieringsvoorwaarden in het eurogebied. De enquête is zodanig opgevat dat ze een aanvulling vormt op de informatie die afkomstig is van de bestaande statistieken, met name inzake de aanbod- en vraagvoorwaarden op de kredietmarkt en de door de banken van het eurogebied goedgekeurde voorwaarden inzake kredietverlening.

2, 3, 4 en 8. De kredietverlening door de Belgische banken aan de gezamenlijke particuliere sector is, tijdens het eerste kwartaal van 2008, robuust gebleven, vooral door de kredietverlening aan ondernemingen (jaarlijkse groei van het uitstaande bedrag met 13,6 %). Terzelfder tijd is er niets dat erop wijst dat deze dynamiek het resultaat zou zijn van een abnormaal gedrag van de ondernemingen (vooruitlopen op hun leningen, bovenmatig gebruik van de bestaande kredietlijnen, of substitutie-effect als gevolg van eventuele moeilijkheden om op de kapitaalmarkten middelen op te halen).

Dat de Belgische banken aan de particuliere sector aanzienlijke kredietvolumes zijn blijven verstrekken, kan onder meer worden verklaard door het feit dat ze tot op heden relatief goed weerstand hebben weten te bieden aan de financiële beroering. Ook de algemene financiële situatie van de kredietnemers bleef in 2007 gezond. Hoewel de schuldpositie van de niet-financiële vennootschappen verslechterde, bleven hun rentabiliteit, liquiditeit en solvabiliteit op een hoog niveau. Ondanks de stijging van de schuldenlast van de huishoudens als gevolg van de forse stijging van de vastgoedprijzen sedert het begin van het decennium, bleef ook hun financiële positie gunstig, zoals met name blijkt uit de lage wanbetalingsgraad inzake hun kredieten.

De kans dat de Belgische banken de komende maanden bijzonder restrictieve kredietvoorwaarden zullen hanteren jegens de particuliere sector mag derhalve als gering worden beschouwd.

Als het toch tot een significante kredietverkrapping zou komen, zou die vooral gevolgen kunnen hebben voor de grote ondernemingen waarvoor we een continue stijging van de aanwendingsgraad van toegestane kredieten vaststellen. Dit kan worden afgeleid uit de resultaten van de BLS, alsook uit de investeringsenquête die in november 2007 door de Nationale Bank van België werd uitgevoerd bij een staal van kredietnemende bedrijven. In tegenstelling tot de huishoudens en de kleinere ondernemingen, beschikken de grote ondernemingen evenwel over alternatieve bronnen om in hun financieringsbehoeften te voorzien.

Uit dezelfde enquêtes blijkt dat de banken vrijwel uitsluitend gebruik hebben gemaakt van een verruiming van de marges — en in het bijzonder van de marges op de meest risicodragende leningen —, om hun kredietvoorwaarden te verstrakken. Op basis van de tot maart 2008 beschikbare gegevens blijkt echter dat de verruiming van de marges sedert het ontstaan van de financiële beroering, in augustus 2007, vrij beperkt is gebleven. Wat betreft het verloop van de vraag naar krediet, stellen de Belgische banken, net zoals de kredietinstellingen uit het eurogebied, een daling vast in de vraag naar krediet vanwege de ondernemingen en naar hypothecaire kredieten vanwege de huishoudens, maar verwachten ze een stabilisatie in het tweede trimester van 2008.

5 tot 7. Daar waar de eerste drie maanden van 2008 samen nog een stagnatie te kennen gaven (met een zeer zwakke maand maart), was april 2008 dan weer een sterke maand met meer dan 16,5 % meer kredietverstrekking, zowel in aantal dossiers als in bedrag ten overstaan van april 2007 (dit is de hoogste stijging sinds mei 2006, daar waar maart dan weer de grootste daling was sinds maart 2007).

Wanneer de eerste vier maanden van 2008 samengevoegd bekeken worden, blijkt dat de kredietverstrekking ten overstaan van de eerste vier maanden van 2007 iets meer dan 4 % hoger lag in aantal gerealiseerde contracten en bijna 4,5 % hoger in bedrag.

De kredietaanvragen lagen in april 2008 (in bedrag) 24 % hoger dan in april 2007 (maar in maart 2008 daarentegen was het 20 % lager dan in 2007 ...). Over de eerste vier maanden van 2008 lagen de kredietaanvragen (in bedrag) een goede 3 % hoger dan in 2007.

In aantal, lagen de kredietaanvragen in april 26 % hoger dan in april 2007 (maar maart 2008 lag dan weer 20 % lager dan maart 2007). In totaliteit lag het aantal kredietaanvragen in de eerste vier maanden van 2008 iets meer dan 1 % hoger dan in de eerste vier maanden van 2007.

Er kan derhalve worden besloten dat de particuliere hypothecaire kredietverstrekking in België momenteel niet ernstig beïnvloed wordt door de effecten van de kredietcrisis.