Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 3-3970

van Frank Creyelman (Vlaams Belang) d.d. 20 december 2005

aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid

Tijdelijke werkloosheid - Berekening van het gemiddelde per economische sector.

Chronologie

20/12/2005Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 19/1/2006)
26/1/2006Antwoord
26/1/2006Beslissing niet publicatie

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 3-3971

Vraag nr. 3-3970 d.d. 20 december 2005 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Artikel 51 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten maakt het mogelijk dat de uitvoering van de arbeidsovereenkomst tijdelijk kan worden geschorst bij gebrek aan werk wegens economische oorzaken. In 2004 deden blijkbaar 123 701 arbeiders een beroep op deze tijdelijke werkloosheid (De Tijd, 30 november 2005).

1. Kan de geachte minister mij ook deze cijfers bezorgen voor de jaren 2000 tot en met 2003?

2. Hoeveel aankondigingen voor tijdelijke werkloosheid kreeg de RVA in 2004 van de bedrijven binnen, dit per werkloosheidsbureau? Over hoeveel bedrijven gaat het exact?

3. Hoeveel administratieve dossiers werden in 2004 overgezonden wegens het aanzienlijk overschrijden van de gemiddelde tijdelijke werkloosheid en hoeveel bedrijven kregen vervolgens een controleur van de RVA over de vloer? Graag ontving ik een opsplitsing per gewest.

4. In hoeveel gevallen werd in 2004 de tijdelijke werkloosheid niet erkend? Graag ontving ik eveneens een opsplitsing per gewest.

5. Wat is de huidige gemiddelde getolereerde tijdelijke werkloosheid per sector en per gewest, op basis waarvan men al dan niet een onderzoek opent? En hoe en op basis van welke data wordt dit gemiddelde concreet berekend?

Deze vraag wordt tevens aan de minister van Werk gesteld.

Antwoord ontvangen op 26 januari 2006 :

Tekst nog niet beschikbaar.