Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 2-2319

van Sabine de Bethune (CD&V) d.d. 8 augustus 2002

aan de minister van Financiën

Gelijkheid tussen vrouwen en mannen in het beleid - Implementatie van de strategische doelstellingen - Periode van september tot december 2001.

Chronologie

8/8/2002Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 12/9/2002)

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 2-2308
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 2-2309
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 2-2310
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 2-2311
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 2-2312
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 2-2313
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 2-2314
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 2-2315
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 2-2316
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 2-2317
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 2-2318
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 2-2320
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 2-2321
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 2-2322
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 2-2323
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 2-2324

Vraag nr. 2-2319 d.d. 8 augustus 2002 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De Ministerraad heeft in januari 2001 een beslissing genomen om de gelijke kansen voor mannen en vrouwen in haar beleid te stroomlijnen overeenkomstig de aanbevelingen van de Wereldvrouwenconferentie in Peking (1995).

Om die gelijkheid te bereiken verbond ook u zich ertoe één of meerdere concrete en strategische doelstellingen te realiseren inzake gelijke kansen voor vrouwen en mannen.

Kan u mij laten weten welke stappen u reeds ondernomen hebt in het laatste kwartaal van het jaar (september tot december 2001) om de strategische doelstellingen in te vullen :

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen :

1. Welke planning maakte u ?

2. Hoe verzekerde u de tenuitvoerlegging tot nog toe ; welke concrete stappen werden er gezet ; welke vergaderingen werden er gehouden ; welke budgetten werden er vrijgemaakt ?

3. Bestaan er reeds strategieën ter opvolging of ter evaluatie ?

Deze vraag wordt aan alle ministers en staatssecretarissen gesteld.