| SÉNAT DE BELGIQUE | BELGISCHE SENAAT | ||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| Session extraordinaire de 2019 | Buitengewone zitting 2019 | ||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| 22 juillet 2019 | 22 juli 2019 | ||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| Question écrite n° 7-2 | Schriftelijke vraag nr. 7-2 | ||||||||
de Julien Uyttendaele (PS) |
van Julien Uyttendaele (PS) |
||||||||
au vice-Premier Ministre et Ministre de la Justice, chargé de la Régie des bâtiments |
aan de vice-eersteminister en Minister van Justitie, belast met de Regie der gebouwen |
||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| Stupéfiants - Infractions - Peines d'emprisonnement prononcées | Verdovende middelen - Overtredingen - Straffen - Uitgesproken gevangenisstraffen | ||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| stupéfiant substance psychotrope trafic illicite statistique officielle sanction pénale |
verdovend middel psychotropicum zwarte handel officiële statistiek strafsanctie |
||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
|
|
||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| Question n° 7-2 du 22 juillet 2019 : (Question posée en français) | Vraag nr. 7-2 d.d. 22 juli 2019 : (Vraag gesteld in het Frans) | ||||||||
La loi du 24 février 1921 concernant le trafic des substances vénéneuses, soporifiques, stupéfiantes, psychotropes, désinfectantes ou antiseptiques et des substances pouvant servir à la fabrication illicite de substances stupéfiantes et psychotropes (ci après "la loi de 1921") incrimine un nombre important de comportements en matière de substances vénéneuses, soporifiques, stupéfiantes, psychotropes, désinfectantes ou antiseptiques. Plus particulièrement, ladite loi incrimine l'importation, l'exportation, la fabrication, le transport, la détention, la vente, l'offre en vente et l'acquisition à titre onéreux ou à titre gratuit de substances qu'elle énumère. La loi de 1921, véritable pierre angulaire de la politique prohibitionniste en matière de drogues illégales devrait faire l'objet d'une évaluation circonstanciée. Il va de soi que la politique répressive en matière de stupéfiants a des répercussions sur les entités fédérées. Celles ci participent en effet aux réunions du Collège des procureurs généraux et se coordonnent avec l'État fédéral, chacun dans le cadre de ses compétences, à propos du Plan national de sécurité et de la Note cadre sur la sécurité intégrale. À ce titre, je vous saurais gré de m'indiquer pour les années 2014, 2015, 2016, 2017 et 2018 : 1) combien de personnes ont été condamnées à des peines d'emprisonnement pour des faits d'importation, d'exportation, de fabrication, de transport, de détention, de vente, d'offre en vente, et d'acquisition à titre onéreux ou à titre gratuit, respectivement pour du cannabis, de la cocaïne, de l'héroïne et de la MDMA/XTC ; 2) combien ont reçu des peines de plus de trois ans d'emprisonnement ; 3) la ventilation des peines prononcées en fonction des substances précitées et des comportements incriminés ; 4) le taux de récidive ; 5) la proportion de personnes détenues pour des infractions visées par la loi de 1921 par rapport à la population carcérale en général ; 6) la ventilation entre les différents arrondissements judiciaires pour l'ensemble des questions précitées. |
De wet van 24 februari 1921betreffende het verhandelen van gifstoffen, slaapmiddelen en verdovende middelen, psychotrope stoffen, ontsmettingsstoffen en antiseptica en van de stoffen die gebruikt kunnen worden voor de illegale vervaardiging van verdovende middelen en psychotrope stoffen (hierna "wet van 1921") stelt gebruikmaking van gifstoffen, slaapmiddelen en verdovende middelen, psychotrope stoffen, ontsmettingsstoffen en antiseptica in veel gevallen strafbaar. Meer bepaald stelt de wet de invoer, de uitvoer, de vervaardiging, het vervoer, het bezit, de verkoop en het te koop stellen en het aanschaffen, tegen betaling of kosteloos, van de daarin vermelde stoffen strafbaar. De wet van 1921, die een hoeksteen is van het drugsbeleid inzake het verbod op illegale drugs, is aan een grondige herziening toe. Een repressief beleid ten aanzien van verdovende middelen is vanzelfsprekend van invloed op de deelstaten. De deelgebieden nemen deel aan de vergaderingen van de procureurs-generaal en plegen overleg met de federale Staat, elk binnen de grenzen van hun eigen bevoegdheden, over het nationaal veiligheidsplan en de kadernota over integrale veiligheid. Graag verneem ik van u voor de jaren 2014, 2015, 2016, 2017 en 2018: 1) hoeveel personen tot gevangenisstraffen werden veroordeeld wegens de invoer, de uitvoer, de vervaardiging, het vervoer, het bezit, de verkoop, het te koop stellen en het aanschaffen, tegen betaling of kosteloos, van cannabis, cocaïne, heroïne en MDMA/XTC; 2) hoeveel personen meer dan drie jaar gevangenisstraf kregen; 3) de verdeling van de uitgesproken straffen per stof en per strafbaar feit; 4) het aantal gevallen van recidive; 5) het aandeel van de personen die in de gevangenis zitten wegens overtredingen van de wet van 1921 in de totale gevangenisbevolking; 6) de verdeling per gerechtelijk arrondissement voor de voormelde vragen. |
||||||||
| Réponse reçue le 16 décembre 2019 : | Antwoord ontvangen op 16 december 2019 : | ||||||||
1), 2), 3), 4) et 6) Les statistiques de condamnation ne permettent de filtrer dans la nomenclature les données concernant le cannabis, la cocaïne, l'héroïne et la MDMA/XTC. C’est pourquoi aucune réponse ne peut être donnée aux points 1 à 4 et 6 de la question. 5) La proportion de personnes détenues pour des infractions visées par la loi de 1921 par rapport à la population carcérale en général soit : Nombre de détenus pour délit concernant les stupéfiants 2018
5215
2018
10261 |
1), 2), 3), 4) en 6) Binnen de veroordelingsstatistieken is het niet mogelijk om cannabis, cocaïne, heroïne en MDMA/XTC uit de nomenclatuur te filteren. Hierdoor kan er geen antwoord verstrekt worden op de gestelde vragen 1 tot 4 en 6. 5) Het aandeel van gedetineerden voor misdrijven beoogd in de wet van 1921 ten opzichte van de algemene gevangenisbevolking bedraagt: Aantal gedetineerden met drugsdelict 2018
5215 2018
10261 |