SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2022-2023 Zitting 2022-2023
________________
25 octobre 2022 25 oktober 2022
________________
Question écrite n° 7-1804 Schriftelijke vraag nr. 7-1804

de Bert Anciaux (Vooruit)

van Bert Anciaux (Vooruit)

à la secrétaire d'État à l'Asile et la Migration, adjointe à la ministre de l'Intérieur, des Réformes institutionnelles et du Renouveau démocratique

aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, toegevoegd aan de minister van Binnenlandse Zaken, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing
________________
Initiative locale d'accueil (ILA) dans les communes - Soutien - Pécule hebdomadaire - Montant - Indexation Lokaal opvang initiatieven (LOI) in de gemeenten - Ondersteuning - Wekelijks leefgeld - Bedrag - Indexering 
________________
demandeur d'asile
commune
indexation des salaires
CPAS
Agence fédérale pour l'accueil des demandeurs d'asile
inflation
revenu minimal d'existence
asielzoeker
gemeente
loonindexering
OCMW
Federaal Agentschap voor de opvang van asielzoekers
inflatie
minimumbestaansinkomen
________ ________
25/10/2022Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 24/11/2022)
25/10/2022Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 24/11/2022)
________ ________
Question n° 7-1804 du 25 octobre 2022 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 7-1804 d.d. 25 oktober 2022 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

L'asile et la migration sont évidemment une compétence fédérale, mais les Régions et les Communautés y sont également associées et sont une composante de la politique mise en œuvre, d'autant plus que les communes et les centres publics d'action sociale (CPAS) aussi organisent un accueil pour les demandeurs d'asile et leur octroient une aide. Il s'agit donc clairement d'une matière transversale.

Une «Initiative locale d'accueil» (ILA) est la structure d'accueil mise en place au niveau des communes pour prendre en charge les demandeurs d'asile.

Ainsi, dans certaines communes, il y a par exemple huit places ILA pour des hommes célibataires. Toutes ces places sont occupées. Ces hommes reçoivent un soutien matériel (logement) et bénéficient aussi d'une aide pour couvrir d'autres frais. Par ailleurs, ils reçoivent un pécule hebdomadaire.

Mes questions portent sur les modalités pratiques relatives à l'octroi de ce pécule hebdomadaire.

Dans certaines communes, les occupants des ILA reçoivent un pécule de 61 euros par semaine.

Au cours des dix dernières années, ce pécule n'a été majoré ou indexé qu'à deux reprises (!):

– le 1er février 2013, Fedasil informait les CPAS que les pécules avaient été indexés au 1er janvier 2013. Les montants de base pour les isolés furent indexés de 2 euros. Au 1er janvier 2013, le pécule hebdomadaire fut porté à 60 euros ;

– à partir du 1er janvier 2017, le pécule fut porté à 61 euros. Cela ne résultait pas d'une demande de Fedasil. Dans la majorité des cas, cette indexation de 2017 était le fait des communes elles-mêmes.

Dans la plupart des communes, le pécule n'a plus été indexé ni majoré une seule fois depuis 2017. Le montant du pécule attribué aux occupants des ILA s'élève aujourd'hui encore à 61 euros.

Pour tous les autres revenus de remplacement (pensions, allocations de chômage, autres allocations), plusieurs indexations ont déjà eu lieu entre 2017 et aujourd'hui :

– 2017: 1 indexation;

– 2018: 1 indexation;

– 2019: pas d'indexation;

– 2020: 1 indexation;

– 2021: 1 indexation;

– 2022: 4 indexations jusqu'à présent.

Si le pécule des occupants des ILA était considéré sur le même pied que d'autres allocations, il devrait alors être indexé au plus vite (en raison notamment de l'inflation galopante).

Une indexation normale (après plus de cinq ans et après huit sauts d'index) aurait pour effet de porter le pécule à 71 euros. Avec l'indexation prévue en janvier 2023, le pécule atteindrait 73 euros.

Mais il existerait une circulaire fixant un montant maximum pour le pécule hebdomadaire, à savoir 70 euros. Le problème est que cette circulaire ne tient pas compte de la situation actuelle ni de l'inflation galopante que nous connaissons actuellement.

Pour information : la plupart des communes, pour ne pas dire toutes, refusent d'indexer le pécule afin de le porter à 70 euros.

Je souhaiterais poser les questions suivantes à la secrétaire d'État :

1) Si un montant maximum de 70 euros a effectivement été fixé pour ce pécule, alors il doit y avoir aussi un montant minimum. Ne faudrait-il pas relever ces montants (minimum et maximum) sans attendre, afin de préserver le pouvoir d'achat des occupants des ILA, étant donné que la dernière indexation demandée par Fedasil remonte déjà à plusieurs années et qu'il y a déjà eu entre-temps plusieurs indexations pour d'autres revenus de remplacement et vu l'inflation galopante que nous connaissons aujourd'hui (cette inflation galopante a déjà entraîné quatre indexations des revenus de remplacement en 2022 et une cinquième indexation est prévue pour janvier 2023) ?

2) L'Agence Fedasil supervise-t-elle le processus d'attribution des pécules aux occupants des ILA dans les communes afin de maintenir leur pouvoir d'achat à niveau ? Que fait Fedasil si une commune refuse d'indexer le pécule ?

3) Ne faudrait-il pas instaurer une indexation automatique du pécule des occupants des ILA, par analogie avec le mécanisme existant pour les autres revenus de remplacement ? Cela permettrait d'éviter l'arbitraire et de préserver le pouvoir d'achat de ce groupe de personnes socialement vulnérable.

4) Quel est le montant de ce pécule et les communes sont-elles informées par Fedasil que celui-ci doit être indexé chaque année ?

5) Si une commune décidait de porter le montant du pécule à 70 euros, quelle serait sa quote-part dans le montant majoré ? Et quelle serait-elle pour Fedasil (l'autorité fédérale) ?

 

Uiteraard is asiel en migratie een federale bevoegdheid, maar ook de Gewesten en de Gemeenschappen worden hierbij betrokken en zijn een onderdeel van het beleid hiervoor, zeker daar de gemeenten en openbare centra voor maatschappelijk welzijn (OCMW) ook opvang organiseren en asielzoekers mee ondersteunen. In die zin is het ontegensprekelijk ook een transversale aangelegenheid.

«Lokaal opvang initiatief» (LOI) is de naam die wordt gegeven aan de asielzoekers die door gemeenten worden opgevangen.

In sommige gemeenten gaat het bijvoorbeeld over acht LOI-plaatsen voor alleenstaande mannen. Al deze plaatsen zijn volzet. Deze mannen krijgen materiële ondersteuning (woonplaats) en worden ook ondersteund in een aantal andere kosten. Daarnaast krijgen ze wekelijks een leefgeld.

Mijn vragen gaan over de manier waarop dit weekgeld is georganiseerd.

In sommige gemeenten ontvangen de LOI'ers 61 euro wekelijks leefgeld.

De afgelopen tien jaar werd dit leefgeld slechts twee keer (!) verhoogd of geïndexeerd:

– op 1 februari 2013 kregen de OCMW's bericht van Fedasil dat de leefgelden werden geïndexeerd vanaf 1 januari 2013. De basisbedragen voor alleenstaanden werden met 2 euro geïndexeerd. Vanaf 1 januari 2013 werd het wekelijks leefgeld verhoogd tot 60 euro;

– vanaf 1 januari 2017 werd het wekelijks leefgeld verhoogd tot 61 euro. Dit gebeurde niet op verzoek van Fedasil. De beslissing van 2017 werd vaak genomen door de gemeente zelf.

Sinds 2017 werd het leefgeld geen enkele keer door de meeste gemeente geïndexeerd noch verhoogd. Vandaag krijgen de LOI'ers nog steeds 61 euro leefgeld.

Voor alle andere vervangingsinkomens (pensioenen, werkloosheidsuitkeringen, andere uitkeringen) werden er tussen 2017 en vandaag reeds verschillende indexeringen doorgevoerd:

– 2017: 1 indexering;

– 2018: 1 indexering;

– 2019: geen indexering;

– 2020: 1 indexering;

– 2021: 1 indexering;

– 2022: 4 indexeringen tot hier toe.

Indien het leefgeld van de LOI'ers op een gelijke manier behandeld zou worden als andere uitkeringen dan is het ons inziens dringend (mede gelet op de zeer hoge inflatie) dat er een indexatie wordt toegepast.

Een normale indexatie (na meer dan vijf jaar en na acht overgeslagen indexeringen) zou ertoe leiden dat het leefgeld verhoogd zou worden tot 71 euro. De indexering die voorzien wordt in januari 2023 zou een 73 euro tot resultaat hebben.

Maar er is blijkbaar actueel een maximumbedrag van 70 euro dat in een omzendbrief staat. Maar die omzendbrief is ook niet actueel en houdt ook geen rekening met de recente monsterinflatie.

Ter info: de meeste of alle gemeenten weigeren ook om te indexeren tot die 70 euro.

Graag had ik volgende vragen gesteld aan de geachte staatssecretaris:

1) Indien dat maximum van 70 euro wekelijks leefgeld inderdaad bestaat, dan bestaat er ook een minimum. Moeten deze parameters (minimum en maximum) niet dringend verhoogd worden om de koopkracht van de LOI op hetzelfde peil te houden, gezien de laatste door Fedasil gevraagde indexering blijkbaar reeds dateert van vele jaren terug, gezien er tussen toen en vandaag reeds verschillende indexeringen zijn gebeurd in de andere vervangingsinkomens, én gezien de torenhoge inflatie die we vandaag kennen (in 2022 zorgde deze torenhoge inflatie reeds voor vier indexeringen van de vervangingsinkomens en er is een vijfde voorzien voor januari 2023)?

2) Overziet Fedasil het verloop en de toekenning van LOI leefgeld binnen de gemeenten om erop toe te zien dat de koopkracht van de LOI'ers op peil blijft? Wat doet Fedasil indien een gemeente weigert om het leefgeld te indexeren?

3) Moet er geen automatische indexering van het leefgeld van de LOI worden ingevoerd conform aan de werkwijze die voor andere vervangingsinkomens bestaat? Op die manier vermijdt men willekeur en blijft de koopkracht van deze sociaal kwetsbare groep mensen op peil.

4) Hoeveel bedraagt dit leefgeld én werd er door Fedasil jaarlijks aan de gemeenten dan gemeld dat dit dan wel jaarlijks geïndexeerd moet worden?

5) Indien een gemeente zou beslissen om het «leefgeld» te verhogen naar 70 euro, hoeveel daarvan moet de gemeente dan zelf bijdragen daarin en hoeveel wordt er dan bijgedragen door Fedasil (de Federale overheid)?