SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2021-2022 Zitting 2021-2022
________________
29 décembre 2021 29 december 2021
________________
Question écrite n° 7-1449 Schriftelijke vraag nr. 7-1449

de Stephanie D'Hose (Open Vld)

van Stephanie D'Hose (Open Vld)

au secrétaire d'État pour la Relance et les Investissements stratégiques, chargé de la Politique scientifique, adjoint au ministre de l'Economie et du Travail

aan de staatssecretaris voor Relance en Strategische Investeringen, belast met Wetenschapsbeleid, toegevoegd aan de minister van Economie en Werk
________________
Œuvres d'art volées - Seconde Guerre mondiale - Compensation - Recherche dans les collections des musées- Site web central- Mise en place - État des lieux Roofkunst - Wereldoorlog II - Compensatie - Screening museumcollecties - Centrale website - Opzetten - Stand van zaken 
________________
oeuvre d'art
vol
Seconde Guerre mondiale
musée
base de données
site internet
kunstvoorwerp
diefstal
Tweede Wereldoorlog
museum
gegevensbank
internetsite
________ ________
29/12/2021Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 27/1/2022)
1/2/2022Antwoord
29/12/2021Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 27/1/2022)
1/2/2022Antwoord
________ ________
Question n° 7-1449 du 29 décembre 2021 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 7-1449 d.d. 29 december 2021 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Le 7 décembre 2020, j'ai posé une question écrite n° 7 910 intitulée «Œuvres d'art volées - Seconde Guerre mondiale - Compensation - Recherche dans les collections des musées». Entre 1933 et 1945, de nombreux collectionneurs d'art juifs, mais aussi quiconque étant vu comme ennemi du Troisième Reich, ont été contraints à mettre leurs biens en vente. Il est arrivé aussi que les nazis volent ou confisquent les œuvres. Nombre d'entre elles ont ensuite abouti dans des musées. Notre pays a déjà mené des recherches à ce sujet. Le suivi relève actuellement du service public fédéral de programmation (SPP) de la Politique scientifique.

Au Parlement flamand, j'ai formulé, le 16 décembre 2021, une demande d'explications n° 963 (2021-2022) sur la restitution des œuvres d'art volées aux Juifs (voir : https://www.vlaamsparlement.be/nl/parlementair-werk/commissies/commissievergaderingen/1581662/verslag/1585728). Il s'est avéré que le Département Culture, Jeunesse et Médias du gouvernement flamand s'en était enquis cet automne auprès du SPP Politique scientifique, mais qu'il n'avait encore reçu aucune réponse à sa lettre.

Entre-temps, tous les musées flamands possédant dans leur collection des œuvres provenant de l'Office de Récupération économique ont créé, sur leur site web, une page qui situe l'origine de certaines œuvres pendant la Deuxième Guerre mondiale. Sur ces pages, on précise aussi que toutes les informations complémentaires sur l'origine de ces œuvres sont les bienvenues. En ce qui concerne les musées flamands, tous les travaux préparatoires sont donc terminés. C'est pourquoi il faut créer au plus vite un site web central sur lequel les victimes de ces vols honteux et leurs proches pourront enfin retrouver les œuvres, comme c'est le cas aux Pays-Bas.

Il s'agit d'une matière transversale partagée avec les Communautés. Tant les musées fédéraux que les musées relevant des Communautés possèdent des œuvres d'art volées et ils ont éventuellement des prétentions à faire valoir concernant des œuvres orphelines. Il s'agit d'une responsabilité partagée où la coopération est de mise si l'on veut arriver à une politique correcte de restitution et de compensation des œuvres d'art volées et ce, tant de la part de nos musées à d'autres pays et aux propriétaires légitimes que de la part d'autres pays à nos musées.

Je souhaiterais dès lors poser les questions suivantes:

1) Où en est-on en ce qui concerne la mise en place du site web central proposé? Quand celui-ci sera-t-il opérationnel? Pourriez-vous préciser le calendrier et le contenu?

2) Êtes-vous disposé, comme l'ont fait les Pays-Bas, à faire effectuer une nouvelle recherche concernant les tableaux qui se trouvent dans nos musées et qui peuvent éventuellement être qualifiés d' «œuvres d'art volées»? Pourriez-vous préciser le calendrier et le budget? Si oui, qui va mener cette recherche? Si non, pourquoi et pourriez-vous préciser votre réponse?

 

Op 7 december 2020 diende ik een schriftelijke vraag nr. 7-910 in, over «Roofkunst - Wereldoorlog II - Compensatie - Screening museumcollecties». Tussen 1933 en 1945 werden veel Joodse kunstverzamelaars, maar ook iedereen die als vijand werd gezien door het Derde Rijk, gedwongen hun bezittingen te koop aan te bieden. Het gebeurde ook dat de nazi's de werken roofden of in beslag namen of lieten nemen. Later belandden veel van deze werken in musea. Ons land voerde hieromtrent eerder onderzoek. De opvolging hiervan valt heden onder de programmatorische federale overheidsdienst (POD) Wetenschapsbeleid.

In het Vlaams Parlement, op 16 december 2021, stelde ik een parlementaire vraag om uitleg nr. 963 (2021-2022) over de restitutie van Joodse roofkunst (zie: https://www.vlaamsparlement.be/nl/parlementair-werk/commissies/commissievergaderingen/1581662/verslag/1585728). Daaruit bleek dat het Departement Cultuur, Jeugd, Media van de Vlaamse regering dit najaar hierover navraag heeft gedaan bij de POD Wetenschapsbeleid maar ze tot op heden nog geen antwoord op haar schrijven heeft mogen ontvangen.

Alle Vlaamse musea met werken in hun collectie afkomstig van de Dienst voor Economische Recuperatie hebben inmiddels een pagina op hun website geplaatst die deze werken linkt aan hun Tweede Wereldoorlogherkomst. Deze pagina's bevatten ook een vraag om meer informatie over de herkomst van deze werken. Wat de Vlaamse musea betreft is alle voorbereidende werk dus afgerond. Daarom dienen we zo snel als mogelijk een centrale website te finaliseren waar de slachtoffers van deze laffe kunstroof en hun naasten de werken alsnog kunnen terugvinden en dit naar het Nederlandse voorbeeld.

Deze vraag betreft een transversale aangelegenheid met de Gemeenschappen. Zowel federale musea als de musea die ressorteren onder de Gemeenschappen zijn in het bezit van roofkunst en zij hebben mogelijke claims op weeskunst. Het betreft een gedeelde verantwoordelijkheid waarbij samenwerking aangewezen is, om te komen tot een correct restitutiebeleid en desgevallend compensatiebeleid en dit zowel vanuit onze musea naar andere landen en de rechtmatige eigenaren alsook vanuit andere landen naar onze musea toe.

Ik had hieromtrent dan ook volgende vragen:

1) Hoe ver staat u met het opzetten van de voorgenomen centrale website? Tegen wanneer zal deze operationeel zijn? Kan u uitvoerig het tijdschema en de inhoud toelichten?

2) Bent u bereid om – naar het voorbeeld van Nederland – opdracht te geven om opnieuw onderzoek te laten uitvoeren naar de schilderijen die zich in onze musea bevinden en die mogelijks vallen onder de noemer «roofkunst»? Kan u concreet toelichten wat het tijdschema en het budget zijn? Zo ja, wie gaat dit onderzoek concreet voeren? Zo neen, waarom niet en kan u dit toelichten?

 
Réponse reçue le 1 février 2022 : Antwoord ontvangen op 1 februari 2022 :

1) Au total, un musée est encore actif dans la vérification de la provenance des œuvres d’art de sa collection, sur la base des données fournies et en photographiant les pièces. Cette action est considérablement retardée par la pandémie de Covid-19 et l’accessibilité limitée des locaux du musée pour le personnel de l’institution. Lorsque cette action sera achevée dans les prochains mois, la base de données centrale sera opérationnelle endéans le délai d’un mois et contiendra toutes les œuvres d’art du Bureau d'intervention et de restitution (BIR) qui se trouvent dans les musées en Belgique.

2) Dans le nouveau projet de contrat d’administration pour la politique scientifique fédérale, la recherche sur la provenance est incluse comme action prioritaire et comprend, en premier lieu, le passé colonial et les objets d’art d’autres cultures. Sur la base des demandes du public ou de nouvelles informations sur la provenance, en réponse aux données disponibles sur les sites web des musées et de la base de données centrale sur les œuvres d’art spoliées pendant la Seconde Guerre mondiale, actuellement moins de cinq questions en quatre ans, la nécessité d’une enquête plus approfondie sera examinée.

1) Eén museum is nog bezig met het verifiëren van de herkomst van kunstwerken in zijn verzameling op basis van de doorgegeven gegevens en door het fotograferen van de stukken. Deze actie wordt aanzienlijk vertraagd door de Covid-19-pandemie en de beperkte toegankelijkheid van de museumruimtes voor de medewerk(st)ers van de instelling. Wanneer deze actie is afgerond in de komende maanden, zal de centrale databank, binnen een maand operationeel zijn en alle kunstwerken van de Dienst voor economische recuperatie (DER) die zich in de musea in België bevinden bevatten.

2) In de nieuwe ontwerpbestuursovereenkomst voor het federaal Wetenschapsbeleid is herkomstonderzoek opgenomen als een prioritaire actie en waaronder op de eerste plaats het koloniale verleden en kunstobjecten uit andere culturen vallen. Op basis van publieksaanvragen of nieuwe herkomstinformatie, als reactie op de beschikbare gegevens op de websites van de musea en de centrale databank in verband met tijdens de Tweede Wereldoorlog geroofde kunstwerken, momenteel minder dan vijf vragen op vier jaar tijd, zal worden nagegaan of verder onderzoek noodzakelijk is.