SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2020-2021 Zitting 2020-2021
________________
31 mars 2021 31 maart 2021
________________
Question écrite n° 7-1165 Schriftelijke vraag nr. 7-1165

de Tom Ongena (Open Vld)

van Tom Ongena (Open Vld)

au vice-premier ministre et ministre de la Justice et de la Mer du Nord

aan de vice-eersteminister en minister van Justitie en Noordzee
________________
Diversité - Racisme anti-asiatique - Chiffres et tendances - Mesures (Covid-19) Diversiteit - Anti-Aziatisch racisme - Cijfers en tendensen - Maatregelen (Covid-19) 
________________
lutte contre la discrimination
racisme
épidémie
Asie
statistique officielle
bestrijding van discriminatie
racisme
epidemie
Azië
officiële statistiek
________ ________
31/3/2021Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 29/4/2021)
7/7/2021Antwoord
31/3/2021Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 29/4/2021)
7/7/2021Antwoord
________ ________
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 7-1166 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 7-1166
________ ________
Question n° 7-1165 du 31 mars 2021 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 7-1165 d.d. 31 maart 2021 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Depuis l'apparition de la pandémie de Covid-19 en 2020, l'intolérance s'est accrue de manière générale. Les personnes sont de plus en plus isolées par les mesures de quarantaine et le mécontentement grandit face aux mesures corona. Cela s'est exprimé de différentes manières, allant des manifestations aux déclarations racistes.

En l'occurrence, ce sont surtout les personnes d'origine asiatique qui étaient visées. Comme le coronavirus vient de Chine, toute personne ayant une apparence asiatique est, dans le meilleur des cas, jugée «suspecte» et, dans le pire des cas, accusée de répandre intentionnellement la Covid-19. Les personnes d'origine asiatique, qui n'avaient jusqu'à présent quasi jamais été la cible de telles attaques, ont subitement fait l'objet de reproches racistes dans plusieurs grandes villes.

Cela peut aller d'une interpellation au refus d'accès à des facilités (au motif que les Asiatiques seraient, selon les explications données, «très probablement» porteurs du virus). Une femme s'est même fait cracher en plein visage car elle aurait «amené le virus en Belgique» (cf. https://www.demorgen.be/nieuws/corona doet meldingen van discriminatie pieken~b2cfd825/?referrer=https%3A%2F%2Fwww.google.com%2F).

À Bruxelles, une jeune femme d'origine coréenne a fait l'objet de menaces physiques le 25 février 2021. Elle témoigne : «J'ai tenté de prendre un autre chemin, mais j'ai dû traverser la rue. Il a commencé à crier de plus en plus fort et à me poursuivre. Il me traitait de «Chinoise de merde» et disait que le coronavirus était de ma faute. Il m'a suivie jusqu'à chez moi. Je ne suis plus sortie depuis.» (traduction) (https://www.bruzz.be/samenleving/anti aziatisch racisme hij achtervolgde me en riep dat de pandemie mijn schuld was 2021).

Els Keytsman, directrice d'Unia, avait déjà expliqué auparavant ce qui suit : «Nous constatons une forte tendance à désigner des coupables et des boucs émissaires» (traduction). «C'est une tendance contre laquelle nous devons lutter. Par peur, d'aucuns montrent d'autres du doigt et, sans raison claire ou preuve tangible, regardent avec méfiance les personnes d'origine asiatique, les jeunes, les personnes âgées ou les personnes d'origine étrangère en général (traduction) (cf. https://www.unia.be/nl/artikels/unia neemt het op voor samen leven ook in tijden van coronacrisis).

Le phénomène a atteint son comble aux États-Unis : dans la région de la baie de San Francisco en Californie, plusieurs personnes âgées d'origine asiatique ont subi des attaques arbitraires qui furent fatales pour certaines d'entre elles (cf. https://www.npr.org/2021/02/12/966940217/anger and fear as asian american seniors targeted in bay area attacks?t=1614597238204). Cela a provoqué des manifestations réclamant une protection de la communauté asiatique.

Parallèlement à la pandémie actuelle, l'aspect géopolitique joue aussi un rôle. Donald Trump ne s'est pas caché pour dire que la Covid-19 était la «grippe chinoise» ou le «virus chinois», rendant ainsi le climat ambiant vis-à-vis des personnes de cette origine beaucoup plus tendu. Dans cette nouvelle guerre froide, où l'Occident se dresse de plus en plus contre la puissance croissante de la Chine (citons, par exemple, les mesures prises contre Huawei), il n'est pas étonnant que les personnes d'origine asiatique soient de plus en plus perçues comme «l'ennemi».

La présente question porte sur une compétence transversale partagée avec les Communautés et les Régions. Le Centre pour la lutte contre le racisme a en effet été interfédéralisé en 2014 et rendu compétent, à cette occasion, pour des matières régionales et communautaires. Pour qu'il puisse accomplir sa mission, il est important qu'il dispose de tous les indicateurs relatifs au racisme, la lutte contre le racisme constituant son core business. La coopération offre de nombreuses opportunités de s'y atteler de manière efficace, sur les plans tant de la prévention que de la coercition.

J'aimerais dès lors vous poser les questions suivantes :

1) Existe-t-il des données chiffrées spécifiques concernant des plaintes relatives à des faits de racisme envers des personnes d'origine asiatique ? Quels sont les profils (âge, sexe, domicile, nature, etc.) ? De tels faits sont-ils plus ou moins fréquents dans certaines régions ou provinces ? Quelles sont les tendances ?

2) Comment pouvons-nous protéger au mieux les communautés concernées contre ce genre de phénomènes ? Quelles solutions générales les pouvoirs publics peuvent-ils offrir en la matière ? Quel rôle l'enseignement pourrait-il jouer ?

3) Mis à part la pandémie, quelles sont les autres évolutions sociétales qui interviennent en l'occurrence ?

 

Sinds de Covid-19-pandemie in 2020 is de intolerantie in het algemeen gestegen. Mensen raakten meer geïsoleerd door de quarantainemaatregelen en ook het ongenoegen over de coronamaatregelen is gestegen. Dit uitte zich in verschillende vormen, gaande van protesten tot racistische uitlatingen.

Bij dat laatste zijn het vooral de mensen van Aziatische origine die hierdoor in het bijzonder getroffen worden. Het coronavirus komt uit China dus iedereen met een Aziatisch uiterlijk wordt in het beste geval als «verdacht» bestempeld, in het slechtste geval een moedwillige verspreider van Covid-19. Mensen van Aziatische origine die tot dan toe zo goed als nooit geviseerd werden, kregen plots in verschillende grootsteden te maken met racistische verwijten.

Dit gaat van het naroepen, tot het weigeren van faciliteiten wegens afkomst (omdat Aziaten «zeer waarschijnlijk» virusdragers zijn, was de uitleg), tot spuwen in het gezicht van een vrouw omdat ze «het virus zou binnengebracht hebben in België» (cf. https://www.demorgen.be/nieuws/corona-doet-meldingen-van-discriminatie-pieken~b2cfd825/?referrer=https%3A%2F%2Fwww.google.com%2F).

In Brussel werd een jonge vrouw met Koreaanse roots op 25 februari 2021 fysiek bedreigd omwille van haar afkomst. Dit was haar getuigenis: «Ik probeerde een andere route te kiezen, maar ik moest de straat oversteken. Hij begon steeds harder te schreeuwen en achtervolgde me. Hij noemde me «une Chinoise de merde», en zei dat het coronavirus allemaal mijn schuld was. Hij is me tot mijn huis gevolgd. Ik ben sindsdien niet meer naar buiten geweest.» (cf. https://www.bruzz.be/samenleving/anti-aziatisch-racisme-hij-achtervolgde-me-en-riep-dat-de-pandemie-mijn-schuld-was-2021).

«Wij constateren dat er een sterke neiging is om schuldigen of zondebokken aan te wijzen» reageerde Els Keytsman, directeur van Unia eerder al. «Dat is een trend waar we tegen moeten ingaan. Angst heeft sommigen ertoe aangezet om anderen met de vinger te wijzen en om, zonder duidelijke reden of tastbaar bewijs, wantrouwig te kijken naar personen met Aziatische roots, jongeren, ouderen of mensen van vreemde origine in het algemeen.» (cf. https://www.unia.be/nl/artikels/unia-neemt-het-op-voor-samen-leven-ook-in-tijden-van-coronacrisis).

Het drieste dieptepunt hiervan deed zich voor in de Verenigde Staten. In de Californische Bay Area werden verschillende bejaarde personen met Aziatische roots willekeurig aangevallen met de dood voor sommigen tot gevolg (cf. https://www.npr.org/2021/02/12/966940217/anger-and-fear-as-asian-american-seniors-targeted-in-bay-area-attacks?t=1614597238204). Dit zorgde voor protesten voor de bescherming van de Aziatische gemeenschap.

Naast de pandemie speelt ook het geopolitieke verhaal mee. Donald Trump maakte er geen geheim van dat Covid-19 de «China flu» of «the Chinese virus» was, met als gevolg dat hij het klimaat voor mensen met deze afkomst veel gevaarlijker maakte. In deze nieuwe koude oorlog, waarbij het Westen zich steeds verder afzet tegen het groeiende machtsblok van China (zoals bijvoorbeeld met maatregelen tegen Huawei), is het ook geen wonder dat men meer en meer mensen van Aziatische afkomst begint te percipiëren als «de vijand».

Deze vraag betreft een transversale aangelegenheid met de Gemeenschappen én de Gewesten. Het Centrum voor racismebestrijding werd immers in 2014 geïnterfederaliseerd. Het werd daarbij bevoegd voor Gewest- en Gemeenschapsmateries. Om zijn taak te kunnen volbrengen is het belangrijk dat het over alle indicatoren met betrekking tot racisme beschikt. De strijd tegen racisme is hierbij een kerntaak. Ook biedt samenwerking veel kansen om dit efficiënt aan te pakken en dit zowel wat betreft preventie als handhaving.

Graag had ik dan ook volgende vragen voorgelegd aan de geachte minister:

1) Zijn er specifieke cijfers over aangiftes met betrekking tot racisme tegenover mensen met Aziatische roots? Welke profielen (leeftijd, geslacht, woonplaats, geaardheid, enz.) hebben ze? Zijn er bepaalde gebieden of provincies waar dit meer of minder gebeurt? Zijn er tendensen?

2) Hoe kan men het best deze gemeenschappen wapenen tegen dit soort fenomenen? Welke algemene oplossingen kan de overheid hieromtrent bieden? Welke rol zou het onderwijs kunnen spelen?

3) Behalve de pandemie, welke andere maatschappelijke ontwikkelingen spelen hierin mee?

 
Réponse reçue le 7 juillet 2021 : Antwoord ontvangen op 7 juli 2021 :

1) L’asiaphobie, cette forme de racisme s’exprimant par le mépris, l’hostilité ou la haine envers les personnes d’origine asiatique ou supposées telles, se rapporte au critère de l’origine nationale, qui est un critère protégé par la loi antiracisme. En plus un motif de haine peut dans certains délits de droit commun donner lieu à l’application d’un circonstance aggravante.

Concernant les chiffres disponibles au sein de la police, je me permets de vous renvoyer à la réponse formulée par ma collègue, Annelies Verlinden, ministre de l’Intérieur à la question n°7-1166.

En complément, UNIA a également publié son rapport 2020 dans le cadre duquel il fait état des dossiers ouverts par UNIA. En matière de dossiers pour discrimination basée sur des critères dits « raciaux », UNIA a ouvert 956 dossiers sur l’année 2020, soit une augmentation de 20,8 % comparativement à la moyenne de ces cinq dernières années mais seulement 0,5 % d’augmentation par rapport à l’année 2019. Cette année, c’est dans le domaine des médias (25,5 %) qu’UNIA enregistre le plus de dossiers pour ce critère dit ‘racial’ et principalement à la suite de publications sur Facebook et Twitter.

2) Le problème du racisme anti-asiatique sera évidemment traité dans le cadre du plan d’action interfédéral contre le racisme, actuellement en cours d’élaboration. Une partie de ce plan se focalisera sur l’éducation qui constitue l’un des éléments fondamentaux pour lutter contre les discriminations.

3) Outre la pandémie, l’ère numérique crée un essor de contenus illégaux, et plus particulièrement, de discours de haine en ligne.

Pour cette raison, notre gouvernement suit également de manière attentive les négociations du Digital Services Act au niveau de l’Union européenne. Ce nouvel instrument entend notamment renforcer les obligations à charge des services de la société de l’Information en matière de contenus illégaux en ligne et ce, de manière transversale. Le Digital Services Act qui doit être l’occasion de mettre en place un cadre juridique ambitieux, efficace et proportionné de régulation de la fonction de modération des contenus sur les plateformes numériques, qui permette d’assurer la protection de l’ordre public, en ce compris la lutte contre les discours de haine en ligne, mais aussi la liberté d’expression des utilisateurs des plateformes numériques.

1) Asiafobie, een vorm van racisme die tot uiting komt door minachting, vijandigheid of haat ten aanzien van personen van Aziatische of vermeend Aziatische afkomst, heeft betrekking op het criterium ‘nationale afkomst’, dat een door de antiracismewet beschermd criterium is. Bovendien kan een haatmotief bij bepaalde gemeenrechtelijke misdrijven ook aanleiding geven tot het toepassen van een verzwarende omstandigheid.

Met betrekking tot de cijfers die beschikbaar zijn binnen de politie verwijs ik naar het antwoord van mijn collega, Annelies Verlinden, minister van Binnenlandse Zaken, op vraag nr. 7-1166.

Daarnaast heeft UNIA tevens zijn verslag 2020 gepubliceerd waarin melding wordt gemaakt van de door UNIA geopende dossiers. Op het vlak van dossiers inzake discriminatie op grond van zogenaamde ‘raciale’ criteria, heeft UNIA 956 dossiers geopend voor 2020, dat is een stijging van 20,8 % in vergelijking met het gemiddelde van de afgelopen vijf jaar, maar een stijging met slechts 0,5 % in vergelijking met 2019. Dit jaar registreert UNIA in het domein ‘media’ (25,5 %) de meeste dossiers voor het zogenaamde ‘raciale’ criterium en dit voornamelijk naar aanleiding van berichten op Facebook en Twitter.

2) Het probleem van het anti-Aziatische racisme zal uiteraard worden behandeld in het kader van het interfederaal actieplan tegen racisme dat thans wordt uitgewerkt. Een deel van dat plan zal worden toegespitst op het onderwijs dat één van de fundamentele elementen is om discriminatie te bestrijden.

3) Naast de pandemie zorgt het digitale tijdperk ervoor dat illegale content en, meer in het bijzonder, online haatspraak in opmars zijn.

Om die reden volgt onze regering tevens de onderhandelingen van de Digital Services Act op het niveau van de Europese Unie op aandachtige wijze op. Dit nieuwe instrument strekt er met name toe de verplichtingen van de diensten van de informatiemaatschappij inzake online illegale content te versterken, en dit op transversale wijze. De Digital Services Act moet de gelegenheid vormen om een ambitieus, effectief en evenredig juridisch kader in te stellen voor de regulering van de functie van inhoudsmoderatie op de digitale platformen, waardoor de bescherming van de openbare orde, met inbegrip van de strijd tegen online haatspraak, maar ook de vrijheid van meningsuiting van gebruikers van digitale platformen verzekerd worden.