SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2015-2016 Zitting 2015-2016
________________
22 octobre 2015 22 oktober 2015
________________
Question écrite n° 6-755 Schriftelijke vraag nr. 6-755

de Alain Destexhe (MR)

van Alain Destexhe (MR)

à la ministre de la Mobilité, chargée de Belgocontrol et de la Société nationale des chemins de fer belges

aan de minister van Mobiliteit, belast met Belgocontrol en de Nationale Maatschappij der Belgische spoorwegen
________________
Port de Bruxelles - Fret - Acheminement ferroviaire - Diminution - Raisons - Société nationale des chemins de fer belges (SNCB) - Offre de services - Compétitivité - Intervention éventuelle d'autres opérateurs Haven van Brussel - Vrachtvervoer - Transport per spoor - Afname - Oorzaken - Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (NMBS) - Aanbod van diensten - Concurrentievermogen - Eventuele tussenkomst van andere operatoren 
________________
installation portuaire
Société nationale des chemins de fer belges
transport combiné
transport de marchandises
haveninstallatie
Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen
gecombineerd vervoer
goederenvervoer
________ ________
22/10/2015Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 26/11/2015)
30/3/2016Antwoord
22/10/2015Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 26/11/2015)
30/3/2016Antwoord
________ ________
Question n° 6-755 du 22 octobre 2015 : (Question posée en français) Vraag nr. 6-755 d.d. 22 oktober 2015 : (Vraag gesteld in het Frans)

Les transports ferroviaires sont une compétence fédérale, mais le Port de Bruxelles appartient et est géré par la Région de Bruxelles-Capitale.

Au cours des dernières années, l'activité ferroviaire pour des entreprises qui utilisent le Port de Bruxelles a significativement diminuée.

Ainsi, auparavant, un grand nombre d'entre elles utilisaient le chemin de fer.

Deux facteurs semblent avoir joué un rôle dans cette diminution :

- d'une part, la réduction de l'offre ferroviaire, la Société nationale des chemins de fer belges (SNCB) ne semblant plus capable de faire parvenir des trains aux entreprises, et plus encore en respectant les délais ;

- d'autre part, le coût du transport routier a fortement baissé par rapport au transport ferroviaire. Cette situation est assez aberrante car, pour plusieurs entreprises, il s'agit de volumes extrêmement importants qui nécessitent parfois des dizaines de camions pour remplacer un seul train.

En conséquence, l'activité ferroviaire desservant le Port de Bruxelles est devenue quasiment marginale.

Le trafic en Région de Bruxelles-Capitale est déjà très largement congestionnée et de plus en plus polluée ; et cet afflux de camions au cœur du territoire bruxellois n'a pas beaucoup de sens du point de vue de la mobilité et de l'environnement.

L'intermodalité bateau / voie fluviale-transport routier est assurée, mais pas l'intermodalité voie fluviale-transport ferroviaire.

Mes questions sont les suivantes :

1) Pourriez-vous m'expliquer pourquoi l'activité ferroviaire de fret a significativement diminué vis-à-vis des entreprises qui utilisent le Port de Bruxelles, cela alors même que des entreprises sont demanderesses de transport ferroviaire ?

2) Quelle est l'offre que la SNCB ou ses filiales logistiques mettent encore à disposition des entreprises établies ou qui utilisent Port Bruxelles ?

3) Comment évaluez-vous la compétitivité de l'offre de prix de la SNCB ou de ses filiales ?

4) Si la SNCB ne veut plus desservir ces entreprises, est-il légalement possible que d'autres opérateurs ferroviaires utilisent les infrastructures d'Infrabel ou de la SNCB pour le faire ?

 

Het spoorwegvervoer is een federale bevoegdheid, maar de Haven van Brussel behoort toe aan het Brussels Hoofdstedelijk Gewesten en wordt erdoor beheerd .

De voorbije jaren is de spoorwegactiviteit van de ondernemingen die de Haven van Brussel gebruiken gevoelig verminderd.

Vroeger gebruikte een groot deel van hen de spoorweg.

Twee factoren schijnen bij deze afname een rol te hebben gespeeld :

- enerzijds de vermindering van het spooraanbod, aangezien de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (NMBS) er niet meer in lijkt te slagen om treinen tot bij de ondernemingen te laten rijden, en al zeker niet met inachtname van de reistijden;

- anderzijds is de kostprijs van het wegvervoer sterk gedaald ten overstaan van het spoorwegvervoer. Dit is een abnormale toestand, want voor verschillende ondernemingen gaat het hier om zeer belangrijke volumes waar soms tientallen vrachtwagens één enkele trein dienen te vervangen.

Bijgevolg is de spoorwegactiviteit rond de Haven van Brussel bijna marginaal geworden.

Het verkeer in het Brussels Hoofdstelijk Gewest is reeds zwaar overbelast en steeds meer vervuild ; de toevloed van vrachtwagens in het hart van het Brussels Gewest is op het vlak van de mobiliteit en van het leefmilieu niet erg zinvol.

De intermodaliteit tussen schip/waterwegen en wegvervoer is gegarandeerd, maar niet deze tussen waterwegen en spoorwegvervoer.

Dit zijn mijn vragen :

1) Kunt u mij uitleggen waarom het vrachtvervoer per spoor van de ondernemingen die de Haven van Brussel gebruiken een zo aanzienlijke daling heeft gekend, terwijl deze ondernemingen vragende partij zijn voor spoorwegvervoer ?

2) Welk aanbod wordt door de NMBS of haar logistieke filialen ter beschikking gesteld van de gevestigde ondernemingen die de Haven van Brussel gebruiken ?

3) Hoe evalueert u de competitiviteit van de prijszetting van de NMBS of van haar filialen ?

4) Gesteld dat de NMBS deze ondernemingen niet langer wil bedienen, bestaat er dan een wettelijke mogelijkheid die andere spoorwegoperatoren toelaat de infrastructuur van Infrabel of van de NMBS te gebruiken ?

 
Réponse reçue le 30 mars 2016 : Antwoord ontvangen op 30 maart 2016 :

Le marché du transport de marchandises est ouvert à la concurrence depuis plusieurs années. C’est sur un marché libéralisé que B-Logistics aussi (l’ancienne filiale marchandises de la SNCB) exerce ses activités. Je rappelle que depuis octobre 2015, le groupe franco-suisse de capital-investissement Argos Soditic possède une participation majoritaire dans B-Logistics. Depuis la libéralisation du fret ferroviaire, plusieurs opérateurs ferroviaires sont donc actifs sur le marché.

Les entreprises localisées dans le Port de Bruxelles choisissent d’abord le mode de transport qui leur convient le mieux. Si elles optent pour le train, elles ont le choix du fournisseur.

B-Logistics a réalisé un revirement profond et une transformation vers une organisation dynamique et compétitive. De plus, elle a fortement amélioré sa position concurrentielle en renforçant son orientation client, en améliorant l’efficacité et la fiabilité de ses opérations et en misant pleinement sur l’innovation. Cela commence à porter ses fruits: cette année, les volumes s’accroissent légèrement pour la première fois depuis la crise de 2009.

Pour les clients avec lesquels B-Logistics a un contrat de transport, à partir de ou vers la Région Bruxelles-Capitale, les volumes ont légèrement baissé durant les cinq dernières années (-20 %). Leurs origines et destinations sont surtout Forest et Schaerbeek (75-25).

Cette baisse est partiellement due au fait qu’une partie du trafic a été repris par la concurrence (autres modes de transport et / ou autres opérateurs ferroviaires). Elle est due également à la crise économique. Par conséquent, il est économiquement plus difficile pour une entreprise ferroviaire en restructuration, telle que B-Logistics, d’y consacrer des moyens en permanence. De plus, l’infrastructure dans le Port n’est pas adaptée à une augmentation significative du trafic. Vu la densité du trafic voyageurs et les problèmes de capacité sur la ligne entre Leuven et Bruxelles, l’accessibilité de la Région pour le fret ferroviaire est relativement limitée.

En tant qu'entreprise commerciale, B-Logistics cherche en permanence à développer ses activités. Si des opportunités économiques se présentent, elle ne manquera pas de développer son réseau en fonction de la demande.

B-Logistics est tout à fait disposée à réfléchir avec les acteurs politiques et économiques concernés à la manière d’accélérer le modal shift vers le rail et d’améliorer la mobilité en général en diminuant le nombre de camions.

De markt van het goederenvervoer is al verschillende jaren opengesteld voor concurrentie. Het is op een vrijgemaakte markt dat ook B Logistics (het vroegere goederenfiliaal van de NMBS) werkzaam is. Ik herinner eraan dat sinds oktober 2015 de Frans-Zwitserse equitygroep Argos Soditic een meerderheidsbelang heeft in B Logistics. Sinds de liberalisering van het goederenvervoer per spoor zijn er aldus verschillende spoorwegoperatoren actief op de markt.

De bedrijven in de Haven van Brussel kiezen in de eerste plaats zelf het vervoermiddel dat hen het meest geschikt lijkt. Als ze voor de trein opteren, dan kunnen ze zelf een leverancier kiezen.

B Logistics heeft een belangrijke turnaround gerealiseerd en werd getransformeerd in een dynamische en competitieve organisatie. Bovendien heeft de onderneming haar concurrentiepositie verbeterd door nog klantgerichter te werken, de doeltreffendheid en betrouwbaarheid van de operaties te verbeteren en door volop in te zetten op innovatie. Die aanpak begint zijn vruchten af te werpen, want de volumes kenden dit jaar voor het eerst sinds de crisis van 2009 weer een lichte groei.

Voor de klanten waarmee B Logistics een vervoersovereenkomst heeft van of naar het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, liepen de volumes de voorbije vijf jaar licht terug (-20 %). De herkomst en de bestemming zijn voornamelijk Vorst en Schaarbeek (75-25).

Deze daling is deels toe te schrijven aan een gedeeltelijke overname van het volume door de concurrentie (andere vervoersmodi en / of andere spoorwegoperatoren), maar ook aan de economische crisis. Daardoor is het voor een spoorwegonderneming in herstructurering, zoals B Logistics, economisch gezien moeilijker om hier permanent middelen voor in te zetten. Bovendien is de infrastructuur van de Haven niet aangepast aan een sterke verkeersgroei. Door het drukke reizigersverkeer en de capaciteitsproblemen op de lijn tussen Leuven en Brussel is het Gewest relatief beperkt toegankelijk voor het goederenverkeer per spoor.

B Logistics is als commerciële onderneming voortdurend op zoek naar manieren om haar activiteiten verder te ontwikkelen. Indien er zich economische opportuniteiten voordoen, zal B Logistics het niet nalaten om haar net aan te passen op basis van de vraag.

B Logistics is volledig bereid om samen met de betrokken politieke en economische actoren na te denken over hoe de modal shift naar het spoor versneld kan worden en hoe de mobiliteit in het algemeen kan worden verbeterd door het verminderen van het aantal vrachtwagens.