SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2014-2015 Zitting 2014-2015
________________
21 janvier 2015 21 januari 2015
________________
Question écrite n° 6-404 Schriftelijke vraag nr. 6-404

de Jean-Jacques De Gucht (Open Vld)

van Jean-Jacques De Gucht (Open Vld)

au vice-premier ministre et ministre de la Sécurité et de l'Intérieur, chargé de la Régie des bâtiments

aan de vice-eersteminister en minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, belast met de Regie der gebouwen
________________
Wahabisme - Écoles radicales - Sûreté de l'État - Défense - Collaboration avec les Communautés Wahabisme - Radicale scholen - Staatsveiligheid - Handhaving - Samenwerking met de Gemeenschappen 
________________
islam
intégrisme religieux
extrémisme
groupe religieux
sûreté de l'Etat
poursuite judiciaire
relation État-région
régions et communautés de Belgique
radicalisation
islam
religieus conservatisme
extremisme
godsdienstige groep
staatsveiligheid
gerechtelijke vervolging
verhouding land-regio
gewesten en gemeenschappen van België
radicalisering
________ ________
21/1/2015Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 19/2/2015)
5/5/2015Antwoord
21/1/2015Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 19/2/2015)
5/5/2015Antwoord
________ ________
Aussi posée à : question écrite 6-405 Aussi posée à : question écrite 6-405
________ ________
Question n° 6-404 du 21 janvier 2015 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 6-404 d.d. 21 januari 2015 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Les prêcheurs de haine font régulièrement parler d’eux dans la presse et ce, aussi bien chez nous qu’à l’étranger. Sous le couvert d’évènements « culturels » ou de conférences, par exemple, des réunions de haine aux allures paramilitaires sont organisées, lors desquelles on incite implicitement ou parfois explicitement à la haine. En outre, des écoles illégales seraient également exploitées. Dans certains cas, les écoles sont fondées à la demande expresse du régime, avec des fonds provenant d’Arabie Saoudite. Elles permettent de mettre à exécution le projet des autorités saoudiennes, à savoir propager le wahabisme, islam officiel du pays. Le wahabisme est un mouvement radical d’allégeance sunnite. Cette doctrine se base sur une interprétation radicale de la religion musulmane. La Sûreté de l'État fait mention de ces écoles. Elles représentent un problème dans son combat contre le radicalisme. Des initiatives d’enseignement radicales, en majeure partie par des personnes privées, utilisent généralement les cours d’arabe et de religion musulmane pour propager l’islam radical. Ces cours sont dispensés dans différents endroits : mosquées ou écoles/centres musulmans. Le terme « école » est défini comme étant un établissement où on dispense des cours ; ce terme a donc également trait aux instituts, centres ou salles de classe islamiques qui ont été fondés par des mosquées ou des associations.

Cette question a trait à une matière transversale relevant des Communautés : le contrôle de l’enseignement officiel est une compétence des Communautés ; la question concerne également la Sûreté de l'État qui est une compétence fédérale.

C’est pourquoi je souhaite poser les questions suivantes au ministre :

1) Y a-t-il déjà eu une concertation entre le gouvernement fédéral et les ministres de l’Enseignement des Communautés pour résoudre efficacement le problème de ces écoles illégales et en freiner la propagation ?

2) Ces écoles sont-elles contrôlées quant à l'incitation à la haine et au radicalisme, et dans quelle mesure la Sûreté de l'État peut-elle ici intervenir activement ?

3) Les soi-disant professeurs de ces écoles ont-ils déjà été poursuivis en justice pour cause de propagation de haine et d’infraction à la législation anti-discrimination ? Pouvez-vous expliquer la situation au moyen de chiffres ?

4) Dans notre pays, existe-t-il des programmes de déradicalisation pour les individus qui ont assisté à ces cours et, le cas échéant, n’y a-t-il pas un besoin urgent d’en prévoir, en collaboration ou non avec les Communautés ? Pouvez-vous expliquer ?

5) Avez-vous connaissance du rapport de recherche néerlandais « Teruggang en uittreding. Processen van deradicalisering ontleed » (Recul et abandon. Analyse des processus de déradicalisation) qui a été envoyé à la Seconde Chambre en 2008 ? Avez-vous l’intention de développer des initiatives dans ce sens ? Si oui, pouvez-vous nous en expliquer le contenu ?

 

Regelmatig duiken haatpredikers in het nieuws op en dit zowel in ons land als in het buitenland. Onder het mom van bijvoorbeeld " culturele " evenementen of lezingen worden er haatbijeenkomsten met paramilitaire trekjes georganiseerd waar impliciet en soms expliciet wordt aangezet tot haat. Daarnaast zouden ook illegale scholen worden gerund. In bepaalde gevallen worden de scholen gesticht op uitdrukkelijke vraag van het regime en met fondsen uit Saudi-Arabië. Ze beantwoorden aan het voornemen van de Saudische autoriteiten om de officiële islam van het land, het wahabisme, te propageren. Het wahabisme is een fundamentele vertakking van het soennisme. Die doctrine baseert zich op een strenge interpretatie van de islamitische godsdienst. De Staatsveiligheid maakt gewag van deze scholen. Ze vormen een probleem in haar strijd tegen het radicalisme. Radicale onderwijsinitiatieven, voor het grootste deel het werk van privépersonen, maken over het algemeen gebruik van de lessen Arabisch en islamitische godsdienst om de radicale islam te verspreiden. Deze lessen worden op verschillende plaatsen gegeven, in moskeeën en islamitische scholen of centra. De term " school " wordt gedefinieerd als een inrichting waar les gegeven wordt, en heeft dus ook betrekking op islamitische instituten, centra of lesruimtes die opgericht zijn door moskeeën of verenigingen.

Deze vraag betreft een transversale aangelegenheid Gemeenschappen : de controle van het officieel onderwijs is een gemeenschapsbevoegdheid ; de vraag betreft ook de Staatsveiligheid die een federale bevoegdheid is.

Ik had dan ook volgende vragen voor de minister:

1) Is er reeds overleg geweest tussen de federale overheid en de onderwijsministers van de Gemeenschappen om deze illegale scholen efficiënt aan te pakken en de verspreiding ervan terug te dringen ?

2) Worden deze scholen gecontroleerd wat betreft het verspreiden van haat en radicalisme en in hoeverre kan de Staatsveiligheid hier actief ingrijpen ?

3) Werden de zogenaamde lesgevers van deze scholen al in vervolging gesteld op basis van het verspreiden van haat en het overtreden van de antidiscriminatiewetgeving ? Kan dit cijfermatig worden toegelicht ?

4) In hoeverre bestaan er in ons land deradicaliseringsprogramma's voor de mensen die deze lessen bijwoonden en is hier geen dringende behoefte om hierin al of niet in samenwerking met de Gemeenschappen te voorzien ? Kunt u toelichten ?

5) Kent u het Nederlandse onderzoeksrapport "Teruggang en uittreding. Processen van deradicalisering ontleed " dat naar de Tweede Kamer werd gezonden in 2008 ? Bent u zinnens initiatieven in die zin te ontwikkelen ? Zo neen, waarom niet ? Zo ja, kunt u de inhoud ervan toelichten?

 
Réponse reçue le 5 mai 2015 : Antwoord ontvangen op 5 mei 2015 :

L’honorable membre trouvera ci-après la réponse à ses questions :

Remarque préalable : la même question a été posée le 8 mars 2013 par votre collègue Sénatrice, Madame Martine Taelman.

De nombreuses matières dans cette question ne relèvent pas de mes compétences exclusives. Je peux communiquer les éléments de réponse suivants :

1) Tout comme les autres thèmes, ce point pourra faire, si souhaité par les entités fédérées, l’objet d’une concertation au sein de la plate-forme radicalisme de la Conférence interministérielle.

2) Cette question ne relève pas de mes compétences mais de celles de mon collègue Koen Geens, ministre de la Justice.

3) Cette question ne relève pas de mes compétences mais de celles de mon collègue Koen Geens, ministre de la Justice.

4) À ma connaissance, il n’existe aujourd’hui aucun programme de déradicalisation pour les personnes qui ont suivi ces cours. Comme vous le savez, la lutte contre la radicalisation dans les écoles relève plutôt des compétences des entités fédérées.

Le service public fédéral (SPF) Intérieur examine toutefois toutes les possibilités de jouer un rôle de coordination en Belgique et un rôle intermédiaire à l’échelle européenne. Ainsi, nous examinons actuellement la possibilité de pouvoir développer un projet de déradicalisation en matière de stratégie de sortie avec le soutien de l’Europe, en particulier dans le cadre du « Internal Security Fund ».

5) J’ai effectivement pris connaissance de ce rapport de recherche datant de 2008. Depuis lors, d’autres recherches intéressantes ont également été publiées en matière de déradicalisation. Vous pouvez être certain que mes services restent attentifs aux initiatives prises par nos pays voisins. Nous sommes en effet prêts à discuter toutes les initiatives notamment au sein de la conférence interministérielle.

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vragen :

Opmerking vooraf : dezelfde vraag werd op 8 maart 2013 door uw collega-senator, mevrouw Martine Taelman, reeds gesteld.

Heel wat van de materies in deze vraag vallen niet onder mijn exclusieve bevoegdheden. Ik kan volgende elementen van antwoord geven :

1) Net zoals andere thema’s zal dit het voorwerp kunnen uitmaken, indien gewenst door de deelstaten, van overleg binnen het platform radicalisering van de interministeriele conferentie.

2) Deze vraag valt niet onder mijn bevoegdheden, maar behoort tot die van mijn collega, Koen Geens, minister van Justitie.

3) Deze vraag valt niet onder mijn bevoegdheden, maar behoort tot die van mijn collega, Koen Geens, minister van Justitie.

4) Er bestaat vandaag – bij mijn weten althans – geen deradicaliseringsprogramma voor de personen die deze lessen hebben gevolgd. Zoals u weet, valt de strijd tegen de radicalisering in de scholen in de eerste plaats onder de opdrachten van de deelstaten.

Vanuit Binnenlandse Zaken onderzoeken wij wel alle mogelijkheden om coördinerende rol in België en een intermediaire rol naar het Europese niveau te spelen. Zo onderzoeken we momenteel de mogelijkheid om een deradicaliseringsproject rond exitstrategie met steun van Europa te kunnen ontwikkelen, meer bepaald in het kader van het « Internal Security Fund ».

5) Ik heb inderdaad kennis genomen van dat onderzoeksrapport uit 2008. Sinds dat onderzoek werden ook andere interessante onderzoeken over deradicalisering gepubliceerd. U mag er zeker van zijn dat mijn diensten aandacht blijven besteden aan de verschillende initiatieven die onze buurlanden nemen. Wij staan open om alle initiatieven, met name in de interministeriële conferentie, te bespreken.