SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2018-2019 Zitting 2018-2019
________________
20 février 2019 20 februari 2019
________________
Question écrite n° 6-2364 Schriftelijke vraag nr. 6-2364

de Christophe Lacroix (PS)

van Christophe Lacroix (PS)

à la ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, et de l'Asile et la Migration

aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, en van Asiel en Migratie
________________
Épisiotomie - Chiffres - Disparité dans la pratique opératoire - Violences obstétricales - Limitation du taux d'épisiotomie - Initiatives - Collaboration avec les entités fédérées Episiotomie - Cijfers - Ongelijkheid in de chirurgische praktijk - Verloskundig geweld - Beperking van het aantal episiotomieën - Initiatieven - Samenwerking met de deelstaten 
________________
maternité
chirurgie
moederschap
chirurgie
________ ________
20/2/2019Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 21/3/2019)
23/5/2019Einde zittingsperiode
20/2/2019Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 21/3/2019)
23/5/2019Einde zittingsperiode
________ ________
Question n° 6-2364 du 20 février 2019 : (Question posée en français) Vraag nr. 6-2364 d.d. 20 februari 2019 : (Vraag gesteld in het Frans)

Selon la littérature consacrée et les données du Centre d'épidémiologie périnatale, la Belgique aurait un taux moyen de 32 % de pratique d'épisiotomie lors des accouchements. Ce chiffre monterait à 43 % pour un premier accouchement.

Ces chiffres, qui sont des moyennes arythmiques, ne reflètent pas la grande disparité qui existe concernant cet acte entre les établissements hospitaliers belges. Alors que certains hôpitaux pratiqueraient cette incision dans 65 % des cas, d'autres, ne la feraient que dans 11 % des cas.

Cette banalisation d'une pratique jugée invasive, sans que la patiente ne soit informée du geste, et a fortiori sans qu'elle puisse y donner son accord, pose question.

La littérature ad hoc ne semble pas démontrer la pertinence de la systématisation de l'épisiotomie, voire même son intérêt tout court. De plus en plus de praticiens et de patientes considèrent ainsi qu'en dehors des cas stricts où l'usage est clairement démontré, on peut parler de violences obstétricales.

En France, au Centre hospitalier universitaire (CHU) de Besançon, cela fait trente ans que le taux d'épisiotomie est très bas (moins de 1 % pour 2018) et certains hôpitaux belges tentent de mettre en place des initiatives similaires. Des centres pilotes privilégient ainsi la relation avec la parturiente et la physiologie de son périnée. L'accouchement est ainsi moins traumatique et la prise en charge post-partum est simplifiée.

Cette question écrite relève de la compétence du Sénat vu son caractère transversal. La santé publique est une matière fédérale et la politique de prévention releve des entités fédérées.

1) Pourriez-vous me dire ce qu'il est prévu pour encourager de telles plateformes accompagnant les femmes qui accouchent d'une manière plus physiologique ?

2) Comment pourrait-on expliquer cette si grande disparité de chiffres dans les pratiques opératoires en admettant que l'on parte de la prémisse que les périnées des femmes ne différent pas selon les localités du Royaume ?

Pour ma part, j'estime qu'il serait opportun de se pencher sur la question. On pourrait en effet penser qu'il s'agit d'une habitude médicale, d'une volonté de gagner du temps ou d'un geste effectué par facilité, mais au détriment de la santé des patientes.

3) Par rapport à cette problématique, des contacts sont-ils pris avec vos collègues des entités fédérées ? Quel est l'état de la question ?

 

Volgens de gespecialiseerde literatuur en de gegevens van het studiecentrum voor perinatale epidemiologie in Wallonië en Brussel (CEpiP) heeft België een gemiddeld percentage episiotomie van 32% bij de bevalling. Bij een eerste bevalling zou dit cijfer stijgen tot 43%.

Deze cijfers zijn rekenkundige gemiddelden en geen weerspiegeling van de grote verschillen die er tussen de Belgische ziekenhuizen bestaan. Sommige ziekenhuizen zouden in 65% van de gevallen een knip maken, andere slechts in 11% van de gevallen.

Deze banalisering van een praktijk die als invasief wordt beschouwd, zonder dat de patiënt daarvan op de hoogte is, en a fortiori zonder dat zij haar toestemming kan geven, roept vragen op.

De vakliteratuur lijkt de relevantie van de systematisering van episiotomie niet aan te tonen, het belang ervan al helemaal niet. Steeds meer zorgverleners en patiënten zijn van mening dat we, afgezien van strikte gevallen waarin deze praktijk duidelijk is aangewezen, kunnen spreken van verloskundig geweld.

In Frankrijk, is in het Centre hospitalier universitaire (CHU) van Besançon, het aantal episiotomieën al dertig jaar zeer laag (minder dan 1% voor 2018) en sommige Belgische ziekenhuizen proberen soortgelijke initiatieven op te zetten. Pilootcentra geven bij de bevalling dus de voorkeur aan een meer vrouwvriendelijke behandeling van het perineum. De bevalling is daardoor minder traumatisch en de postpartumzorg wordt vereenvoudigd.

Deze schriftelijke vraag valt onder de bevoegdheid van de Senaat gezien het transversale karakter ervan. Volksgezondheid is een federale aangelegenheid en de deelstaten zijn bevoegd voor preventie.

1) Wat wordt er overwogen om platforms te stimuleren voor vrouwen die op een meer vrouwvriendelijke wijze willen bevallen?

2) Hoe kan dit grote verschil in de praktijk verklaard worden, als we ervan uitgaan dat de perinea van vrouwen niet van plaats tot plaats verschillen?

Persoonlijk denk ik dat het goed zou zijn om deze problematiek te onderzoeken. Misschien is het een medische gewoonte, ingegeven door de wens om tijd te besparen of meer gemak te bieden, maar die ten koste gaat van de gezondheid van de patiënten.

3) Worden in dit verband contacten gelegd met uw collega's in de deelstaten? Wat is de stand van zaken?