SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2018-2019 Zitting 2018-2019
________________
11 janvier 2019 11 januari 2019
________________
Question écrite n° 6-2113 Schriftelijke vraag nr. 6-2113

de Lionel Bajart (Open Vld)

van Lionel Bajart (Open Vld)

à la ministre du Budget et de la Fonction publique, chargée de la Loterie nationale et de la Politique scientifique

aan de minister van Begroting en van Ambtenarenzaken, belast met de Nationale Loterij en Wetenschapsbeleid
________________
Œuvres d'art dérobées - Deuxième Guerre mondiale - Bien public - Pays-Bas - Site web Roofkunst - Wereldoorlog II - Publiek bezit - Nederland- Website 
________________
vol
oeuvre d'art
Seconde Guerre mondiale
bien culturel
juif
propriété des biens
site internet
commerce de l'art
diefstal
kunstvoorwerp
Tweede Wereldoorlog
cultuurgoed
jood
eigendom van goederen
internetsite
handel in kunstvoorwerpen
________ ________
11/1/2019Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 14/2/2019)
22/2/2019Antwoord
11/1/2019Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 14/2/2019)
22/2/2019Antwoord
________ ________
Réintroduction de : question écrite 6-1314 Réintroduction de : question écrite 6-1314
________ ________
Question n° 6-2113 du 11 janvier 2019 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 6-2113 d.d. 11 januari 2019 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Je me réfère aux questions écrites (n°s 6-891 et 6-893) que j'ai posées antérieurement, et aux réponses communiquées par la secrétaire d'État à l'Égalité des chances, aux Personnes handicapées et à la politique scientifique.

Selon la banque de données «Herkomst Gezocht », il y a, aux Pays-Bas, 1.621 peintures dont on ignore à qui elles appartiennent parce que les propriétaires sont décédés, qu'ils se sont enfuis ou qu'ils n'ont fait aucune déclaration. Il y a également des œuvres qui, après la guerre, ont été envoyées par erreur d'Allemagne aux Pays-Bas.

De nombreux collectionneurs d'art, tant aux Pays-Bas que dans notre pays, ont été contraints de vendre leurs biens à des intermédiaires qui intervenaient pour le compte de personnes appartenant au régime nazi. Il est aussi arrivé que les nazis volent ou confisquent eux-mêmes les œuvres de prisonniers politiques ou de juifs persécutés.

Les Pays-Bas ont mis sur pied une commission d'avis indépendante qui rend, entre autres, des avis au ministre sur des réclamations portant sur des objets de la collection du Royaume et des œuvres d'art en possession de l'État (niveau local, provinces, etc.).

Notre pays a déjà mené des recherches à ce sujet. Le 31 décembre 2007, la Commission de dédommagement des membres de la Communauté juive de Belgique a terminé l'examen et le traitement des demandes de dédommagement. Le secrétariat de la Commission a également mis un terme à ses travaux. Depuis le 1er janvier 2008, le suivi est assuré par les services de la Chancellerie du premier ministre et relève aujourd'hui du SPF Politique scientifique.

Vous dites dans votre réponse : « En réalité, il y est question de moins de dix œuvres d'art importantes ».

J'apprends aujourd'hui par la presse que parmi les 78 peintures qui sont revenues de l'Allemagne nazie après la guerre et qui se trouvent dans nos musées, beaucoup n'ont pas d'origine définie. Contrairement à nos voisins, comme les Pays-Bas, notre pays n'a jamais rendu publiques les oeuvres qui avaient été prises en dépôt.

Cette question concerne une matière transversale - Communautés. Tant les musées fédéraux que les musées relevant des Communautés possèdent des œuvres d'art volées et ils ont éventuellement des prétentions à faire valoir concernant des œuvres orphelines se trouvant à l'étranger. Il s'agit d'une responsabilité partagée où la coopération est de mise si l'on veut arriver à une politique correcte de restitution des œuvres d'art volées et ce, tant de la part de nos musées vers d'autres pays et les propriétaires légitimes que de la part d'autres pays vers nos musées.

Je souhaiterais dès lors poser les questions suivantes à ce sujet :

1) Comment réagissez-vous aux récentes révélations indiquant qu'une partie importante de ces 78 peintures qui sont revenues d'Allemagne après la guerre n'ont pas d'origine définie ? Comment cela cadre-t-il avec votre réponse précédente faisant état de moins de dix œuvres ? Pouvez-vous me communiquer le nombre exact d'œuvres ainsi que leur description respective (peintre, sujet, dimensions, etc.) ? Dans la négative, pourquoi, étant donné que ces œuvres sont aux mains des pouvoirs publics ?

2) Êtes-vous disposée, ainsi que je vous l'ai déjà demandé antérieurement, à mettre sur pied, comme l'ont fait les Pays-Bas, un site internet sur lequel toutes les œuvres suspectes seront présentées ? Dans la négative, pourquoi, étant donné l'origine incertaine de plusieurs œuvres ? Dans l'affirmative, pouvez-vous préciser le calendrier et le contenu de cette initiative ?

 

Ik verwijs naar mijn eerdere schriftelijke vragen (nrs. 6-891 en 6-893) en het antwoorden van de Staatssecretaris voor Gelijke Kansen, Personen met een Handicap en Wetenschapsbeleid.

Nederland heeft luidens de databank « Herkomst Gezocht » 1621 schilderijen staan waarvan het land niet weet tot wie ze behoren omdat de eigenaars overleden zijn, gevlucht zijn of geen aangifte deden. Er staan ook werken op die na de oorlog per vergissing vanuit Duitsland naar Nederland werden verzonden.

Veel kunstverzamelaars in zowel Nederland als ons land werden gedwongen hun bezittingen te koop aan te bieden aan tussenpersonen die optraden namens personen binnen het naziregime. Het kwam ook voor dat de nazi's de werken rechtstreeks roofden of in beslag namen bij politieke gevangenen of bij de vervolging van de Joden.

Nederland heeft een onafhankelijke adviescommissie opgericht die ondermeer de minister advies geeft over claims op voorwerpen in de rijkscollectie en de kunstwerken in het bezit van de Staat (lokaal, provinciën, enz).

Ons land voerde hieromtrent eerder onderzoek. Ik verwijs naar de Commissie voor de Schadeloosstelling van de leden van de Joodse Gemeenschap van België die het onderzoek en de behandeling van de aanvragen tot schadeloosstelling op 31 december 2007 heeft beëindigd. Het Secretariaat van de Commissie heeft eveneens de werkzaamheden stopgezet. De opvolging wordt sinds 1 januari 2008 verzekerd door de diensten van de Kanselarij van de eerste minister en vallen heden onder de FOD Wetenschapsbeleid.

U stelde in uw antwoord en ik citeer het volgende : « In werkelijkheid handelt het in België over minder dan tien belangrijke kunstwerken. »

Heden verneem ik via de pers dat veel van de 78 schilderijen die na de oorlog terugkeerden uit nazi-Duitsland en die in onze musea zitten geen sluitende herkomst hebben. In tegenstelling tot onze buurlanden zoals Nederland heeft ons land de stukken die in bewaring werden genomen nooit openbaar gemaakt.

Het betreft een transversale aangelegenheid voor wat de Gemeenschappen betreft. Zowel federale musea als de musea die ressorteren onder de Gemeenschappen zijn in het bezit van roofkunst en zij hebben mogelijke claims op weeskunst. Het betreft een gedeelde verantwoordelijkheid waarbij samenwerking aangewezen is om te komen tot een correct restitutiebeleid van roofkunst en dit zowel vanuit onze musea naar andere landen en de rechtmatige eigenaren alsook vanuit andere landen naar onze musea toe.

Ik had hieromtrent dan ook volgende vragen :

1) Hoe reageert u op de recente onthullingen waarbij er wordt aangegeven dat een aanzienlijk aantal van de 78 schilderijen die na de oorlog terugkeerden geen duidelijke herkomst hebben ? Hoe past dit binnen uw eerder antwoord waarin er sprake was van minder dan tien stuks ? Kan u het exacte aantal alsook hun respectieve omschrijving (schilder, onderwerp, afmetingen, enz.) bij deze mededelen ? Zo neen, waarom niet, gezien zij in handen van de overheid zijn ?

2) Kan u heden aangeven of u, zoals ik reeds eerder bepleitte, bereid bent naar het Nederlandse voorbeeld een website op te zetten waar alle verdachte stukken duidelijk worden weergegeven ? Zo neen, waarom niet, gezien er duidelijk problemen zijn met de origine van diverse stukken ? Zo ja, kan u dit gedetailleerd toelichten naar timing en inhoud toe ?

 
Réponse reçue le 22 février 2019 : Antwoord ontvangen op 22 februari 2019 :

1) Concernant la réponse de l’ancienne secrétaire d’État à la Politique scientifique je ne peux m’exprimer à sa place pour préciser son propos. Ce que je peux par contre vous préciser c’est que la grande majorité des 78 œuvres en question sont des tableaux.

2) Dans le cadre de cette thématique un groupe de travail interfédéral (la Communauté flamande, la Communauté française et le service fédéral de la Politique scientifique) a été créé fin 2017. Après consultation des musées concernés dans lesquels se trouvent les 78 œuvres (het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten, Anvers ; het Rubenshuis, Anvers ; het Museum M (anciennement Museum Van der Kelen-Mertens), Louvain ; het Stedelijk Museum Wuyts-Van Campen, Lier ; het Groeningemuseum, Bruges ; het Stedelijk Museum voor Schone Kunsten, Gand ; het Stedelijk Museum Hof van Busleyden, Malines ; le Musée des Beaux-Arts, Liège ; le Musée des Beaux-Arts, Tournai ; les Musées des Beaux-Arts de Belgique, Bruxelles et les Musées d'Art et Histoires, Bruxelles), ces peintures et œuvres d'art appliqué ont été déjà en partie – ou le seront ultérieurement – mises en ligne sur les sites web respectifs des musées, en indiquant la provenance connue et en demandant des informations complémentaires sur la provenance.

Quelques exemples de musées qui ont déjà mis en ligne la provenance de quelques-unes des 78 œuvres en 2018 :

– les MRBAB, Bruxelles : https://cultural-goods-wwii.fine-arts-museum.be/nl/kunstwerken 0;

– le KMSK, Anvers : https://www.kmska.be/nl/Onderzoek/Nieuws/cultuurgoederen-tweede-wereldoorlog.html ;

– le Museum M, Louvain : https://www.mleuven.be/en/second-world-war-provenance-study ;

– le Museum Wuyts-Van Campen, Lier : https://www.lier.be/Homepage/Gezocht_herkomst_vooroorlogse_schilderijen.

Dans le cadre de la digitalisation des collections des musées en cours et du développement des bases de données, le champ relatif à l’origine des pièces, en particulier concernant la période d’avant-guerre et les années de guerre fera l’objet d’une attention particulière de la part des différents musées dans la mesure où cette information peut être obtenue.

1) Wat het antwoord van de voormalige staatssecretaris van Wetenschapsbeleid betreft, kan ik mezelf niet in haar plaats stellen om het doel ervan te verduidelijken. Wat ik wel kan preciseren is dat het overgrote deel, van de 78 vermelde werken schilderijen zijn.

2) In het kader van dit thema werd eind 2017 een interfederale werkgroep (de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap en de federale dienst voor Wetenschapsbeleid) opgericht. Na raadpleging van de betreffende musea waarin de 78 werken te vinden zijn (het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten, Antwerpen ; het Rubenshuis, Antwerpen ; het Museum M (voormalig Museum Van der Kelen-Mertens), Leuven ; het Stedelijk Museum Wuyts-Van Campen, Lier ; het Groeningemuseum, Brugge ; het Stedelijk Museum voor Schone Kunsten, Gent ; het Stedelijk Museum Hof van Busleyden, Mechelen ; le Musée des Beaux-Arts, Luik ; le Musée des Beaux-Arts, Doornik ; de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België, Brussel en de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis, Brussel), werden deze schilderijen en werken van toegepaste kunst al gedeeltelijk op de respectievelijke websites van het museum gezet, met vermelding van de herkomst of de vraag naar meer informatie.

Enkele voorbeelden van de musea die de herkomst van enkele van de 78 werken reeds in 2018 online hebben gezet :

– de KMSKB, Brussel : https://cultural-goods-wwii.fine-arts-museum.be/nl/kunstwerken ;

– het KMSK, Antwerpen : https://www.kmska.be/nl/Onderzoek/Nieuws/cultuurgoederen-tweede-wereldoorlog.html ;

– het Museum M, Leuven : https://www.mleuven.be/en/second-world-war-provenance-study ;

– het Museum Wuyts-Van Campen Lier : https://www.lier.be/Homepage/Gezocht_herkomst_vooroorlogse_schilderijen.

In het kader van de digitalisering van museumcollecties en de ontwikkeling van databanken, zal het veld met betrekking tot de oorsprong van de stukken, en voornamelijk voor de periode vóór en tijdens de oorlog, speciale aandacht krijgen van de verschillende musea, voor zover deze informatie kan worden verkregen.