SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2018-2019 Zitting 2018-2019
________________
10 janvier 2019 10 januari 2019
________________
Question écrite n° 6-2062 Schriftelijke vraag nr. 6-2062

de Rik Daems (Open Vld)

van Rik Daems (Open Vld)

au vice-premier ministre et ministre des Finances, chargé de la Lutte contre la fraude fiscale, et Ministre de la Coopération au développement

aan de vice-eersteminister en minister van Financiën, belast met Bestrijding van de fiscale fraude, en Minister van Ontwikkelingssamenwerking
________________
Green bonds (obligations vertes) - Exemples de l'étranger - Transition énergétique - Financement - Parcs éoliens en mer du Nord Green bonds - Voorbeelden uit het buitenland - Energietransitie - Financiering - Windparken op de Noordzee 
________________
obligation financière
émission de valeurs
marché financier
développement durable
label écologique
emprunt public
énergie éolienne
énergie douce
politique en matière de changement climatique
obligatie
uitgifte van effecten
geldmarkt
duurzame ontwikkeling
milieukeurmerk
overheidslening
windenergie
zachte energie
beleid inzake klimaatverandering
________ ________
10/1/2019Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 14/2/2019)
18/2/2019Antwoord
10/1/2019Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 14/2/2019)
18/2/2019Antwoord
________ ________
Herindiening van : schriftelijke vraag 6-1704 Herindiening van : schriftelijke vraag 6-1704
________ ________
Question n° 6-2062 du 10 janvier 2019 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 6-2062 d.d. 10 januari 2019 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Au cours de ces trois dernières années, le marché des obligations vertes a été multiplié par douze. Alors qu'il représentait environ 8 milliards d'euros au total voici trois ans, il atteint déjà plus de 100 milliards d'euros aujourd'hui. Un « green bond » est une obligation destinée au financement de projets durables, par exemple, des prêts investis dans l'immobilier durable ou dans des transports publics plus durables. Cela fonctionne comme suit : un investisseur institutionnel, par exemple un fonds de pension, achète un « titre de créance » à une banque ou à une entreprise. L'emprunt sert à financer des projets durables et il est assorti d'un taux d'intérêt fixe. En achetant ces obligations vertes, les investisseurs institutionnels savent exactement quel en sera l'impact durable. Un troisième intervenant contrôle si l'argent est utilisé de manière transparente.

On s'attend à ce que cette catégorie d'investissement augmente énormément dans les années à venir. La plupart des obligations sont émises par des banques de développement, comme la Banque européenne d'investissement, et des entreprises. Plusieurs pays préparent également l'émission d'obligations vertes, mais l'annonce d'une obligation verte belge se fait encore attendre alors que les obligations vertes offrent à l'État belge, ainsi qu'aux entités fédérées, une excellente occasion de concilier responsabilité sociale et investissement dans des projets innovants. Fin 2016, la Pologne a été le premier pays à émettre une obligation d'État verte. Celle-ci satisfait aux « Green Bond Principles » qui explicitent préalablement les projets éligibles. Par la suite, l'impact fait l'objet de rapports. Après la Pologne, la France a aussi émis une obligation d'État verte. Cette émission a obtenu un grand succès et a rapporté sept milliards d'euros. L'émission de ces obligations vertes par Paris doit assurer un suivi clair des accords de Paris sur le climat.

Caractère transversal de cette question : le changement climatique est une matière transversale et va au-delà de l'environnement à lui seul. Le thème est intégré dans la politique relative aux transports, à la fiscalité, à l'énergie, etc. Il en résulte des chevauchements de responsabilités entre les différents niveaux de pouvoir. Cette répartition complexe exige des structures assurant une bonne coordination entre les différentes autorités concernées. Les Régions sont compétentes en matière d'environnement et d'énergie. Tant les Régions que l'autorité fédérale sont compétentes pour le marché belge de l'électricité et du gaz. L'autorité fédérale est compétente pour la production et la transmission de l'énergie. La CREG intervient en tant que régulateur. L'exécution de l'accord sur le climat nécessitera de nombreux moyens et les obligations vertes s'inscrivent dans ce cadre.

Je souhaiterais dès lors poser les questions suivantes :

1) Quelle est votre position par rapport aux obligations vertes et pensez-vous également que celles-ci pourraient être un élément important dans le financement de la transition énergétique et ce, entre autres, à la lumière des engagements que nous avons pris dans le cadre de la « Conférence sur le climat – COP 21 » ?

2) Êtes-vous prêt, en concertation avec les Régions, à émettre un green bond, ou obligation verte, comme l'ont fait la France, le Luxembourg et la Pologne ? Avez-vous déjà entrepris des démarches, ou comptez-vous en entreprendre ? Pouvez-vous préciser concrètement le contenu, les montants, les projets et le calendrier ? Dans la négative, pourquoi ?

3) L'émission d'obligations vertes est en plein développement et notre secteur financier peut peut-être développer lui aussi une niche dans ce domaine. Moyennant des incitants fiscaux, cela peut également convaincre les citoyens de consacrer une partie de leur épargne à l'économie durable. Vous êtes-vous déjà concerté à ce sujet avec le secteur financier et ses fédérations ainsi qu'avec les diverses organisations impliquées concrètement dans l'économie durable ? Dans la négative, pourquoi ? Dans l'affirmative, pouvez-vous fournir des explications détaillées ?

4) Les obligations vertes peuvent-elles jouer un rôle dans le financement des parcs éoliens en mer du Nord ? Pouvez-vous développer votre réponse ?

 

De afgelopen drie jaar is de markt van groene obligaties vertwaalfvoudigd. Waar die drie jaar geleden in totaal zo'n 8 miljard euro waard was, is deze inmiddels al meer dan 100 miljard euro waard. Een « green bond » is een obligatie waarmee beleggers investeren in duurzame projecten, bijvoorbeeld in leningen voor duurzaam vastgoed of voor de verduurzaming van het openbaar vervoer. Het werkt zo : een institutionele belegger, bijvoorbeeld een pensioenfonds, koopt een « schuldbewijs » van een bank of een bedrijf. De lening dient als financiering voor duurzame projecten en er wordt een vaste rente voor vergoed. Door een dergelijke groene obligatie te kopen, weten institutionele beleggers precies welke duurzame impact er wordt gemaakt. Een derde partij controleert of de besteding van het bedrag op een transparante manier gebeurt.

De verwachting is dat deze beleggingscategorie de komende jaren zeer sterk zal groeien. Het merendeel van de obligaties wordt uitgegeven door ontwikkelingsbanken, zoals de Europese Investeringsbank, en ondernemingen. Verschillende landen bereiden eveneens de uitgifte van green bonds voor, maar de aankondiging van een Belgische groene staatsobligatie laat tot nu toe nog op zich wachten, terwijl green bonds de Belgische staat alsook de deelstaten toch een prachtige kans bieden om maatschappelijke verantwoordelijkheid te combineren met investeringen in innovatieve projecten. Polen had eind 2016 de primeur met de uitgifte van een groen staatspapier. Het voldoet aan de zogenaamde « Green Bond Principles », waarmee vooraf duidelijkheid wordt gegeven over geschikte projecten. Achteraf wordt gerapporteerd over de impact. Na de emissie van Polen heeft ook Frankrijk een groene staatsobligatie op de markt gebracht. Deze uitgifte was een groot succes en bracht zeven miljard euro op. De uitgifte van deze green bonds door Parijs moet een duidelijke opvolging geven aan het klimaatakkoord van Parijs.

Transversaal karakter van deze vraag : de klimaatverandering is een transversaal onderwerp en gaat over meer dan alleen het milieu. Het thema is geïntegreerd in het beleid met betrekking tot transport, fiscaliteit, energie, enz. Dat resulteert in overlappende verantwoordelijkheden tussen de verschillende beleidsniveaus. Die complexe verdeling vereist structuren voor een goede coördinatie tussen de verschillende betrokken autoriteiten. De gewesten zijn bevoegd voor leefmilieu en energie. Zowel de gewesten als de federale overheid zijn bevoegd voor de Belgische elektriciteits-en aardgasmarkt. De federale overheid is bevoegd voor de productie en transmissie van energie. De CREG treedt op als regulator. De uitvoering van het klimaatakkoord zal veel middelen vergen en hierbinnen passen de green bonds.

Ik had dan ook volgende vragen :

1) Wat is uw houding ten opzichte van de green bonds en bent u het ermee eens dat zij een belangrijk element kunnen vormen in de financiering van de energietransitie, en dit onder meer in het licht van de verplichtingen die we hebben aangegaan naar aanleiding van de « Klimaatconferentie COP21 » ?

2) Bent u bereid om in samenspraak met de gewesten werk te maken van de uitgifte van een green bond of groene obligatie naar het voorbeeld van Frankrijk, Luxemburg en Polen ? Hebt u reeds stappen ondernomen of zult u die ondernemen ? Kunt u zeer concreet de inhoud, de bedragen, de projecten en de timing toelichten ? Zo neen, waarom niet ?

3) De uitgifte van green bonds is in volle ontwikkeling en ook onze financiële sector kan hier mogelijks een niche uitbouwen. Mits fiscale stimuli kan dit ook de burger overtuigen om een deel van zijn spaargeld aan te wenden voor de duurzame economie. Hebt u hieromtrent reeds met de financiële sector en hun federaties samengezeten alsook met de diverse organisaties die zich concreet inzetten rond de duurzame economie ? Zo neen, waarom niet ? Zo ja, kunt u dit uitvoerig toelichten ?

4) Kunnen de zogenaamde green bonds een rol spelen in de financiering van de windparken op de Noordzee ? Kunt u dit meer toelichten ?

 
Réponse reçue le 18 février 2019 : Antwoord ontvangen op 18 februari 2019 :

1) Je suis particulièrement positif en ce qui concerne le marché des « green bonds » et je me réjouis du fait que l’État fédéral ait soutenu ce marché en croissance via l’émission de l’OLO verte. Je suis en effet convaincu que ce marché constituera une source de financement pour les projets et les dépenses qui se feront dans le cadre de nos engagements.

2) Bent u bereid om in samenspraak met de Gewesten werk te maken van de uitgifte van een green bond of groene obligatie naar het voorbeeld van Frankrijk, Luxemburg en Polen ? Kunt u concreet toelichten of u reeds stappen heeft ondernomen of gaat ondernemen en kan u dit zeer concreet de inhoud, de bedragen, de projecten en de timing toelichten ? Zo neen, waarom niet ?

L’OLO verte a été inspirée par le modèle français. Étant donné qu’il ne peut y avoir qu’une seule autorité responsable pour les engagements financiers à l’égard des investisseurs, les régions ne pouvaient jouer aucun rôle dans l’émission de l’OLO verte. Mon administration, et en particulier l’Agence fédérale de la Dette, est tout-à-fait prête à partager son expérience en la matière avec les autres niveaux de pouvoir tels que les régions.

L’OLO verte a été émise le 26 février pour un montant de 4,5 milliards d’euros, et ce à un prix compétitif. Cette recette est allouée à des projets liés à trois défis environnementaux, à savoir le changement climatique, la biodiversité et des ressources naturelles. Cinq secteurs environnementaux sont concernés (entre autres le transport, le rendement énergétique, et l’énergie renouvelable). Une synthèse détaillée est disponible sur le site internet de l’Agence fédérale de la Dette (section « OLO verte »).

3) Le gouvernement en affaires courantes n’a pas discuté de l’octroi d’incitants fiscaux aux épargnants privés qui investissent dans des emprunts ou produits verts. Il n’y a ainsi aucune proposition spécifique sur la table et il serait donc prématuré d’en discuter avec le secteur financier.

4) Les promoteurs des parcs éoliens peuvent évidemment émettre des emprunts verts pour financer leurs projets. Le soutien de ces parcs éoliens par le gouvernement fédéral rentre par ailleurs dans le périmètre de l’OLO verte. Le prochain rapport d’affectation montrera dans quelle mesure les revenus de l’OLO verte y ont été affectés.

1) Ik sta bijzonder positief tegenover de green bonds, en het verheugt mij dat de federale overheid die groeiende markt ondersteund heeft met de uitgifte van de groene OLO. Ik ben er inderdaad van overtuigd dat die markt een financieringsbron zal vormen voor de projecten en de uitgaven die in het kader van onze verplichtingen gedaan zullen worden.

2) De groene OLO heeft zich op het Franse model geïnspireerd. Omwille van het feit dat er slechts één overheid verantwoordelijk kan zijn voor de financiële verplichtingen tegenover de beleggers, konden de Gewesten geen rol spelen in de uitgifte van de groene OLO. Mijn administratie, en in het bijzonder het Federaal Agentschap van de Schuld, is zeker bereid zijn om de opgedane ervaringen te delen met andere bestuursniveaus zoals de Gewesten.

De groene OLO werd op 26 februari uitgegeven voor een bedrag van 4,5 miljard euro, en dit tegen een scherpe prijs. De opbrengsten ervan worden besteed aan projecten die gerelateerd zijn aan drie milieu-uitdagingen, namelijk de klimaatverandering, de biodiversiteit en de natuurlijke hulpbronnen. Er zijn vijf groene sectoren betrokken (onder andere transport, energie-efficiëntie, en hernieuwbare energie). U kunt het gedetailleerde overzicht vinden op de website van het Federaal Agentschap van de Schuld (sectie ‘Groene OLO’).

3) De regering in lopende zaken heeft het toekennen van fiscale stimuli aan de privé-spaarders die in groene leningen of producten investeren niet besproken. Er ligt ook geen concreet voorstel op tafel, en het zou dan ook voorbarig zijn om hierover met de financiële sector te overleggen.

4) Enerzijds kunnen de ontwikkelaars van de windparken uiteraard groene leningen uitgeven ter financiering van hun projecten. De ondersteuning van die windparken door de federale overheid maakte anderzijds inderdaad deel uit van de scope van de groene OLO. Het eerstvolgende allocatierapport zal aantonen in welke mate de opbrengsten van de groene OLO daaraan besteed werden.