SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2017-2018 Zitting 2017-2018
________________
2 février 2018 2 februari 2018
________________
Question écrite n° 6-1771 Schriftelijke vraag nr. 6-1771

de Johan Verstreken (CD&V)

van Johan Verstreken (CD&V)

à la ministre de l'Énergie, de l'Environnement et du Développement durable

aan de minister van Energie, Leefmilieu en Duurzame Ontwikkeling
________________
Extraction de gaz à Groningue - Démantèlement - Exportations de gaz vers la Belgique - Réduction - Conséquences - Solutions alternatives - Réseau de gaz belge - Adaptation Gaswinning in Groningen - Afbouw - Export van gas naar België - Inkrimping - Gevolgen - Alternatieve mogelijkheden - Belgisch gasnet - Aanpassing 
________________
gaz naturel
Pays-Bas
sécurité d'approvisionnement
exportation
extraction minière
aardgas
Nederland
zekerheid van voorziening
uitvoer
winning van delfstoffen
________ ________
2/2/2018Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 8/3/2018)
24/1/2019Rappel
23/5/2019Einde zittingsperiode
2/2/2018Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 8/3/2018)
24/1/2019Rappel
23/5/2019Einde zittingsperiode
________ ________
Question n° 6-1771 du 2 février 2018 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 6-1771 d.d. 2 februari 2018 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Motivation du caractère transversal de la question écrite : tant l'autorité fédérale que les autorités régionales sont compétentes en la matière. L'État fédéral est compétent pour le transport national de gaz et la sécurité d'approvisionnement du pays en gaz, mais les Régions sont compétentes pour la distribution de gaz.

La Seconde Chambre des Pays-Bas a récemment débattu de l'extraction de gaz à Groningue. Cela fait déjà quelques années que la production de gaz à Groningue fait l'objet de controverses. L'extraction de gaz contribue aux tremblements de terre et les habitants s'inquiètent de leur sécurité. Selon l'organisme public chargé du contrôle des mines (Staatstoezicht op de mijnen - SodM), la production de gaz doit dès lors être réduite de manière significative.

Les Pays-Bas fournissent également du gaz aux pays voisins - France, Belgique et Allemagne. Les obligations liées à ces livraisons courent encore jusqu'en 2030. Le marché européen étant centralisé, les Pays-Bas ne pourront pas se soustraire facilement à ces obligations internationales. À l'heure actuelle, l'accord officiel prévoit que les fournitures de gaz par les Pays-Bas devront être ramenées à zéro par étapes successives. Mais des rumeurs laissent entendre que les Pays-Bas ont déjà fait savoir officieusement qu'ils souhaitaient un démantèlement plus rapide.

Les fournisseurs alternatifs de gaz comme la Russie, la Norvège et le Qatar, livrent du gaz au pouvoir calorifique élevé, dont la composition est différente de celle du gaz ayant un pouvoir calorifique faible, qui provient des Pays-Bas et présente une concentration plus élevée en azote. Si la Belgique veut l'utiliser dans les conduites existantes, elle doit d'abord adapter son réseau de gaz. La société de transport de gaz Fluxys a déjà commencé à réaliser des adaptations dans des entreprises. Mais il n'est pas évident d'accélérer le plan de conversion.

Je souhaiterais dès lors poser les questions suivantes à la ministre :

1) Que pense-t-elle de la demande des Pays-Bas d'accélérer la réduction des exportations de gaz ? A-t-elle reçu une demande officielle en la matière ?

2) Dans quelle mesure notre pays est-il préparé à la réduction des exportations de gaz des Pays-Bas vers la Belgique ? Dans quelle mesure des alternatives suffisantes sont-elles déjà disponibles ?

3) Où en est le plan de conversion devant permettre la transition vers d'autres solutions ?

 

Motivering van het transversale karakter van de schriftelijke vraag : zowel de federale overheid als de overheden van de gewesten hebben bevoegdheden ter zake. De federale Staat is bevoegd voor het nationale transport van gas en de veiligheid van de gasbevoorrading van het land, maar de gewesten zijn bevoegd voor de gasdistributie.

De Tweede Kamer in Nederland heeft onlangs gedebatteerd over de gaswinning in Groningen. De gasproductie in Groningen is al enkele jaren omstreden. De gaswinning werkt aardbevingen in de hand en de inwoners zijn bezorgd om hun veiligheid. Volgens het Staatstoezicht op de mijnen moet de gasproductie dan ook flink omlaag.

Nederland levert ook gas aan de buurlanden Frankrijk, België en Duitsland. De verplichtingen van die leveringen lopen nog tot 2030. Vanwege de centrale Europese markt kan Nederland niet zomaar van die buitenlandse verplichtingen af geraken. Tot op de dag van vandaag is de officiële afspraak dat tussen 2024 en 2030 de gasleveringen uit Nederland in verschillende stappen tot nul worden gebracht. Maar er zijn nu ook geluiden te horen dat Nederland al officieus heeft laten weten vragende partij te zijn voor een snellere uitdoving.

De alternatieve gasleveranciers zoals Rusland, Noorwegen en Qatar leveren hoogcalorisch gas dat een andere samenstelling heeft dan het laagcalorisch gas uit Nederland, dat een hogere concentratie aan stikstof heeft. Als België dat wil gebruiken in de bestaande leidingen, dan moet eerst het Belgisch gasnet worden aangepast. De gastransportmaatschappij Fluxys is reeds begonnen met aanpassingen uit te voeren in bedrijven. Maar het conversieplan versnellen is niet vanzelfsprekend.

Ik had graag de volgende vragen gesteld aan de geachte minister :

1) Hoe reageert ze op de vraag van Nederland om de inkrimping van de gasexport te versnellen? Heeft ze hierover een officiële vraag gekregen?

2) In welke mate is België voorbereid op de inkrimping van de gasexport vanuit Nederland naar België ? In welke mate zijn er reeds voldoende alternatieven voorhanden ?

3) Wat is de stand van zaken inzake het conversieplan om over te schakelen naar alternatieve mogelijkheden ?