SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2017-2018 Zitting 2017-2018
________________
12 octobre 2017 12 oktober 2017
________________
Question écrite n° 6-1581 Schriftelijke vraag nr. 6-1581

de Anne Barzin (MR)

van Anne Barzin (MR)

à la secrétaire d'État à la Lutte contre la pauvreté, à l'Égalité des chances, aux Personnes handicapées, et à la Politique scientifique, chargée des Grandes Villes, adjointe au Ministre de la Sécurité et de l'Intérieur

aan de staatssecretaris voor Armoedebestrijding, Gelijke Kansen, Personen met een beperking, en Wetenschapsbeleid, belast met Grote Steden, toegevoegd aan de Minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken
________________
Obligation scolaire - Abaissement à l'âge de trois ans - Concertation avec les Communautés - Impact financier pour les Communautés Leerplicht - Verlagen van de leerplicht naar de leeftijd van drie jaar - Overleg met de Gemeenschappen - Financiële impact voor de Gemeenschappen 
________________
enseignement obligatoire
école maternelle
schoolplicht
kleuterschool
________ ________
12/10/2017Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 17/11/2017)
9/12/2018Dossier gesloten
12/10/2017Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 17/11/2017)
9/12/2018Dossier gesloten
________ ________
Heringediend als : schriftelijke vraag 6-2122 Heringediend als : schriftelijke vraag 6-2122
________ ________
Question n° 6-1581 du 12 octobre 2017 : (Question posée en français) Vraag nr. 6-1581 d.d. 12 oktober 2017 : (Vraag gesteld in het Frans)

L'article 1er de la loi du 29 juin 1983 relative à l'obligation scolaire prévoit que " le mineur est soumis à l'obligation scolaire pendant une période de douze années commençant avec l'année scolaire qui prend cours dans l'année où il atteint l'âge de six ans et se terminant à la fin de l'année scolaire, dans l'année au cours de laquelle il atteint l'âge de dix-huit ans ".

La question de l'abaissement de l'âge de l'obligation scolaire fait débat depuis déjà plusieurs années.

Plusieurs études ont démontré que l'enseignement maternel présente une grande importance dans la scolarité des enfants en termes de socialisation, de maîtrise de la langue et d'apprentissages. Les enfants non scolarisés au niveau maternel rencontrent davantage de difficultés quand ils arrivent en primaire.

En février 2016, le Sénat a approuvé un rapport d'information concernant la nécessaire collaboration entre l'autorité fédérale, les Communautés et les Régions en vue de développer une approche commune dans la lutte contre la pauvreté infantile dans notre pays (doc. Sénat, n° 6-162/1 à 4).

Ce document souligne l'importance de l'enseignement maternel dans cette lutte contre la précarité et recommande de ramener à trois ans l'âge de l'obligation scolaire.

Étant donné que la problématique abordée relève de la loi du 29 juin 1983 relative à l'obligation scolaire ; que l'enseignement de manière générale est une matière régie au niveau communautaire ; que le Sénat s'est déjà saisi de la question à travers le thème de la pauvreté infantile dans un rapport d'information et que dans ce cadre, les trois niveaux de pouvoir étaient concernés ; il s'agit par conséquent d'une question transversale.

Mes questions sont dès lors les suivantes :

1) Quelle est l'analyse de l'honorable secrétaire d'État sur cette proposition de prévoir l'obligation scolaire dès trois ans ?

2) Comment envisage-t-elle la collaboration avec les Communautés sur ce dossier ? Une concertation est-elle prévue ?

3) Des analyses de l'impact financier d'une telle mesure pour les entités fédérées ont-elles déjà été réalisées ? Si oui, quelles en sont les conclusions ?

 

Artikel 1 van de wet van 29 juni 1983 houdende de leerplicht bepaalt: “Voor de minderjarige is er leerplicht gedurende de periode van twaalf jaren die aanvangt met het schooljaar dat begint in het jaar waarin hij de leeftijd van zes jaar bereikt en eindigt op het einde van het schooljaar in het jaar tijdens hetwelk hij achttien jaar wordt.”

Sinds enkele jaren is er sprake van de verlaging van de leeftijd waarop de leerplicht begint.

Verschillende studies hebben aangetoond dat de kleuterschool zeer belangrijk is in de schoolloopbaan van kinderen, wat betreft de socialisatie, taalbeheersing en leerprocessen. Kinderen die niet naar de kleuterklas gaan, ondervinden meer moeilijkheden in het eerste leerjaar.

In februari 2016 keurde de Senaat een informatierapport goed betreffende de noodzakelijke samenwerking tussen de federale overheid, de Gemeenschappen en de Gewesten inzake de gezamenlijke aanpak van de strijd tegen kinderarmoede in ons land, Senaat, nr. 6-162 /1 tot 4).

Dat document wijst op het belang van het kleuteronderwijs in de strijd tegen de armoede en beveelt aan om de leerplicht op drie jaar te brengen.

Aangezien het om een aangelegenheid gaat die is opgenomen in de wet van 29 juni 1983 betreffende de leerplicht en onderwijs in het algemeen onder de bevoegdheid valt van de deelstaten; aangezien de Senaat het probleem al behandeld heeft in een informatieverslag over kinderarmoede en in dat verband drie beleidsniveau's betrokken waren, betreft het een transversale aangelegenheid.

Ik heb volgende vragen:

1) Wat vindt de staatssecretaris van dit voorstel om de leerplicht te laten aanvangen op de leeftijd van drie jaar?

2) Hoe schat zij de samenwerking tussen de gemeenschappen in met betrekking tot dit dossier? Is er overleg gepland?

3) Werd de financiële impact van een dergelijke maatregel voor de deelstaten al geanalyseerd? Zo ja, wat zijn daarvan de conclusies?