SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2016-2017 Zitting 2016-2017
________________
6 juillet 2017 6 juli 2017
________________
Question écrite n° 6-1521 Schriftelijke vraag nr. 6-1521

de Güler Turan (sp.a)

van Güler Turan (sp.a)

au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères et européennes, chargé de Beliris et des Institutions culturelles fédérales

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken en Europese Zaken, belast met Beliris en Federale Culturele Instellingen
________________
Accord de libre-échange entre l'Union européenne et le Canada (CETA) - Ratification - Investment Court System (système juridictionnel des investissements) - Accord sur le climat - Concurrence déloyale Vrijhandelsakkoord tussen de Europese Unie en Canada (CETA) - Ratificatie - Investment Court System - Klimaatakkoord - Oneerlijke concurrentie 
________________
accord de libre-échange
Canada
ratification d'accord
Cour de justice (UE)
entreprise multinationale
accord commercial (UE)
vrijhandelsovereenkomst
Canada
ratificatie van een overeenkomst
Hof van Justitie (EU)
multinationale onderneming
handelsovereenkomst (EU)
________ ________
6/7/2017Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 10/8/2017)
30/11/2017Antwoord
6/7/2017Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 10/8/2017)
30/11/2017Antwoord
________ ________
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-1520 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-1520
________ ________
Question n° 6-1521 du 6 juillet 2017 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 6-1521 d.d. 6 juli 2017 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Le gouvernement flamand a approuvé le 2 juin 2017 un avant-projet de ratification de l'accord de libre-échange « CETA » qui a été conclu entre l'Union européenne (UE) et le Canada et signé à Bruxelles le 30 octobre 2016.

Un des éléments les plus controversés de cet accord était l'« Investment Court System » (ICS) qui crée un circuit juridique séparé pour le règlement des différends entre les multinationales et les autorités.

Préalablement à la signature de cet accord, un accord a été conclu au sein de la Belgique prévoyant que la Belgique demanderait l'avis de la Cour de justice de l'Union européenne sur la compatibilité de l'ICS avec les traités européens. Cette demande d'avis juridique n'est pas encore finalisée, mais la Belgique devrait la déposer à la Cour dans les prochaines semaines.

D'où mes questions au ministre :

1) Le ministre reconnaît-il que dans l'accord intra-belge, il est indiqué que le gouvernement fédéral demandera un avis juridique sur l'ICS ?

2) Où en est cette demande ? Quel est le calendrier fixé pour son dépôt ?

3) Y a-t-il eu une concertation avec les entités fédérées sur la manière d'aborder la procédure de ratification ?

4) Avez-vous une idée du calendrier de l'autorité fédérale et des entités fédérées en ce qui concerne la ratification ?

5) La ratification de la Belgique est subordonnée à une approbation de l'autorité fédérale et des entités fédérées. Pourquoi l'autorité flamande est-elle tellement expéditive et n'attend-elle pas l'avis qui doit être demandé conformément à l'accord intra-belge ?

6) Étant donné que de nombreuses entreprises américaines auront, grâce au CETA, directement accès au marché européen et que les États-Unis se sont retirés de l'accord sur le climat, j'aimerais savoir si, selon vous, cela n'entraînera pas une concurrence déloyale au détriment des PME belges et européennes qui, elles, doivent satisfaire à des règles environnementales strictes ? Comment allez-vous y remédier ?

 

De Vlaamse regering keurde op 2 juni 2017 een voorontwerp tot ratificatie van het vrijhandelsakkoord « CETA » goed, dat werd afgesloten tussen de Europese Unie (EU) en Canada en ondertekend te Brussel op 30 oktober 2016.

Eén van de meest controversiële elementen van dit verdrag was het « Investment Court System » (ICS), waarbij een apart juridisch circuit wordt gecreëerd voor de beslechting van geschillen tussen multinationals en overheden.

Voorafgaand aan de ondertekening van dat akkoord werd er binnen België een akkoord afgesloten waarbij werd afgesproken dat België het Europees Hof van Justitie advies ging vragen over de verenigbaarheid van het ICS met de Europese verdragen. Dit verzoek tot juridisch advies werd nog niet afgerond, maar zou in de loop van de komende weken door België bij het Hof worden neergelegd.

Vandaar enkele vragen aan de minister :

1) Erkent u dat er in het intra-Belgisch akkoord staat dat de federale regering een juridisch advies zou vragen omtrent ICS ?

2) Hoever staat men met deze vraag ? Wat is de timing hiervan ?

3) Is er met de deelstaten overleg geweest over de aanpak van de ratificatieprocedure ?

4) Hebt u zicht op wat de timing is van de federale overheid en de andere deelstaten omtrent de ratificatie ?

5) De Belgische ratificatie is ook afhankelijk van een goedkeuring door de federale overheid en de andere deelstaten. Waarom is de Vlaamse overheid in dezen zo voortvarend en wacht ze niet op het advies dat moet gevraagd worden overeenkomstig het intra-Belgisch akkoord ?

6) Vermits via CETA veel Amerikaanse bedrijven rechtstreeks toegang zullen krijgen tot de Europese markt en Amerika zich nu uit het klimaatakkoord heeft teruggetrokken, had ik graag vernomen of dit volgens u geen oneerlijke concurrentie zal betekenen voor Belgische en Europese kmo's die wel aan strenge milieuvoorschriften moeten voldoen ? Hoe zult u dit opvangen ?

 
Réponse reçue le 30 novembre 2017 : Antwoord ontvangen op 30 november 2017 :

Dans la déclaration du Royaume de Belgique relative aux conditions aux pleins pouvoirs par l'État fédéral et les entités fédérées pour la signature du CETA, la Belgique stipule en effet qu’un avis sera demandé à la Cour européenne de Justice concernant la compatibilité de l'Investment Court System (ICS) avec les Traités européens, notamment à la lumière de l'avis de février 2015.

Sur ma proposition, le Comité de concertation du 6 septembre 2017 est parvenu à un accord sur l'élaboration de la demande d'avis belge à la Cour de Justice. Sur la base de cet accord, j'ai soumis le 7 septembre 2017 la demande d'avis au nom du Royaume de Belgique à la Cour de Justice. Dans une prochaine phase, la Cour invitera tous les États membres de l'Union européenne (UE) à transmettre leurs observations écrites. Ensuite, des auditions orales seront organisées au sein de la Cour. Aujourd'hui, nous espérons que la Cour donnera son avis au cours du premier semestre 2019.

Le Conseil des ministres fédéraux a déjà approuvé le 2 juin 2017 l’avant-projet de loi d’ assentiment au CETA. À l’heure actuelle, par conséquent, seul un avis du Conseil d’État est encore nécessaire avant que ce dossier de ratification puisse être transmis au Parlement fédéral. Bien entendu, chaque entité fédérée reste entretemps compétente pour le traitement de ses propres procédures de ratification.

Le CETA contient des règlementations visant à prévenir un « treaty shopping » (potentiellement illégitime) des entreprises américaines. Si des entreprises américaines voulaient faire usage du CETA pour augmenter leur accès au marché européen, celles-ci seraient de toute façon tenues aux obligations du CETA, ainsi qu’aux obligations habituelles d’accès au marché européen. Le retrait des États-Unis de l’Accord de Paris sur le climat n’y change rien.

In de verklaring van het Koninkrijk België betreffende de voorwaarden wat betreft de volledige bevoegdheid van de Federale Staat en de deelentiteiten om CETA te ondertekenen stelt België inderdaad dat het Europees Hof van Justitie om een advies zal verzocht worden over de verenigbaarheid van het Investment Court System (ICS) met de Europese Verdragen, met name in het licht van advies februari 2015.

Op mijn voorstel heeft het Overlegcomité van 6 september 2017 een akkoord bereikt over de uitwerking van de Belgische adviesvraag aan het Hof van Justitie. Op basis van dit akkoord heb ik op 7 september 2017 de adviesvraag in naam van het Koninkrijk België bij het Hof ingediend. In een volgende fase zal het Hof nu alle EU-lidstaten uitnodigen om hun schriftelijke observaties over te maken, waarna mondelinge hoorzittingen zullen georganiseerd worden bij het Hof. Vandaag is het onze verwachting dat het Hof haar advies zal verlenen in de eerste helft van 2019.

De federale Ministerraad keurde op 2 juni 2017 reeds het voorontwerp van wet goed ter instemming met CETA. Momenteel is bijgevolg enkel nog een advies door de Raad van State vereist teneinde dit ratificatiedossier aan het Federaal Parlement over te kunnen maken. Uiteraard blijft iedere deelstaat ondertussen bevoegd voor de afhandeling van haar eigen ratificatieprocedure.

CETA bevat regelgeving teneinde een (mogelijkerwijze ongerechtvaardigde) « treaty shopping » door Amerikaanse bedrijven te voorkomen. Voor zover Amerikaanse bedrijven wel van CETA gebruik zouden kunnen maken teneinde hun markttoegang tot de Europese Unie (EU) te vergroten zijn zij echter aan de verplichtingen van CETA onderworpen, alsmede aan de gebruikelijke verplichtingen voor toegang tot de Europese markt. De terugtrekking van de Verenigde Staten (VS) uit het klimaatakkoord van Parijs heeft hier niets aan veranderd.