SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2016-2017 Zitting 2016-2017
________________
21 février 2017 21 februari 2017
________________
Question écrite n° 6-1291 Schriftelijke vraag nr. 6-1291

de Jean-Jacques De Gucht (Open Vld)

van Jean-Jacques De Gucht (Open Vld)

au ministre de la Mobilité, chargé de Belgocontrol et de la Société nationale des chemins de fer belges

aan de minister van Mobiliteit, belast met Belgocontrol en de Nationale Maatschappij der Belgische spoorwegen
________________
Trafic aérien - Gêner délibérément les pilotes avec un rayon laser - Chiffres - Nouvelle législation Vliegverkeer - Doelbewust hinderen piloten met een laserstraal - Cijfers - Nieuwe wetgeving 
________________
aviation civile
sécurité aérienne
appareil à radiations
circulation aérienne
burgerluchtvaart
veiligheid van het luchtverkeer
stralingsapparaat
luchtverkeer
________ ________
21/2/2017Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 23/3/2017)
27/6/2017Rappel
7/7/2017Antwoord
21/2/2017Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 23/3/2017)
27/6/2017Rappel
7/7/2017Antwoord
________ ________
Aussi posée à : question écrite 6-1290 Aussi posée à : question écrite 6-1290
________ ________
Question n° 6-1291 du 21 février 2017 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 6-1291 d.d. 21 februari 2017 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

En réponse à des questions écrites antérieures (notamment nos 4-4252, 5-5063, 6-942 et 6-943), vous indiquez qu'il y a eu cinq incidents en 2009, que ce chiffre est passé à 80 en 2010 et à 136 en 2011. En 2015, il était question d'une diminution significative du nombre d'incidents.

L'éblouissement du cockpit d'un avion peut aveugler temporairement le pilote et donc, provoquer un accident. Les États-Unis étudient actuellement l'opportunité de réglementer la vente des lasers de forte puissance. De tels incidents sont également fréquents chez nos voisins. Aux Pays-Bas, le nombre d'incidents a continué à augmenter en 2015. La Vereniging van Nederlandse Verkeersvliegers (VNV-Association néerlandaise des pilotes de ligne) estime que ces pointeurs laser doivent être considérés comme des armes prohibées.

Des poursuites peuvent être intentées sur la base des articles 30, 30bis et 31 de la loi du 27 juin 1937 relative à la réglementation de la navigation aérienne. Est punissable quiconque accomplit ou tente d'accomplir un acte de nature à compromettre la navigabilité ou la sécurité de vol d'un aéronef, ou quiconque commet un fait de nature à mettre en péril les personnes se trouvant à bord d'un aéronef.

À la question de savoir si la réglementation actuelle était suffisante, le secrétaire d'État a répondu ce qui suit : « Si le nombre d'incidents s'élevait fortement, l'adoption de nouvelles mesures serait examinée. ».

Des chiffres récents provenant du Royaume-Uni révèlent que le nombre d'incidents y est aussi en augmentation. Je me réfère à cet égard à un incident survenu en février 2016 : un pilote a été pris d'un malaise et l'avion de Virgin Atlantic a dû faire demi-tour. Pour notre législation comme pour celle du Royaume-Uni, il faut établir qu'il y a eu tentative de mettre l'avion en danger. C'est précisément la raison pour laquelle la législation va être adaptée et que toutes les activités au laser se déroulant aux abords d'un aéroport seront sanctionnées par une amende de 2.500 livres et par d'éventuelles peines de prison.

Cette question concerne une matière régionale transversale. Les Régions sont compétentes pour les aéroports régionaux. Ainsi, la Flandre compte deux aéroports régionaux – Anvers et Ostende. Dans ce contexte, il est également renvoyé à la Commission flamande de la navigation aérienne et à la note concernant la sécurisation et la sécurité des aéroports régionaux – recommandations.

D'où les questions suivantes :

1) Il ressort des questions précédentes que des plaintes ont également été enregistrées dans notre pays concernant l'aveuglement de pilotes par l'éblouissement du cockpit. Pour les années 2014, 2015 et 2016, pouvez-vous citer les aéroports concernés ? Disposez-vous de chiffres annuels sur ces incidents par aéroport régional ?

2) La diminution du nombre d'incidents observée en 2015 se poursuit-elle ou est-il question, en 2016, d'une augmentation considérable du nombre d'incidents par rapport aux années précédentes ? Pouvez-vous fournir des explications ?

3) Des attaques coordonnées à l'aide de plusieurs lasers ont-elles déjà été constatées dans notre pays ?

4) Ces incidents ont-ils, à certains moments, mis en danger la sécurité des passagers et, dans l'affirmative, quel était le nombre de vols concernés ?

5) Des directives supplémentaires ont-elles été données aux aéroports régionaux et nationaux, au personnel de sécurité, à la police et aux pilotes concernant ces rayons laser ?

6) Êtes-vous partisan, à l'instar du Royaume-Uni, d'un renforcement de la loi du 27 juin 1937 relative à la réglementation de la navigation aérienne, afin de rendre punissable l'usage malveillant de rayons laser aux abords d'un aéroport, que l'avion ait ou non été mis en danger ?

7) Combien de condamnations pour aveuglement au moyen de rayons laser ont-elles déjà été prononcées ? En 2012, il y en a eu deux. Comment expliquez-vous ces chiffres ?

 

Op eerdere schriftelijke vragen (onder andere nrs. 4-4252, 5-5063, 6-942 en 6-943) meldt u dat er in 2009 vijf incidenten plaatsvonden en er in 2010 sprake was van een toename tot tachtig incidenten. In 2011 vonden honderd zesendertig incidenten plaats. In 2015 was er sprake van een significante vermindering van het aantal incidenten.

Het beschijnen van de cockpit van een vliegtuig kan de piloot tijdelijk verblinden en dus mogelijk een ongeluk veroorzaken. In de Verenigde Staten wordt onderzocht in hoeverre de verkoop van sterke lasers moet worden aangepakt. Ook in onze buurlanden blijken zich dergelijke incidenten veel voor te doen. In Nederland blijkt het aantal incidenten verder op te lopen in 2015. De Vereniging van Nederlandse Verkeersvliegers (VNV) wil dat dergelijke laserpennen als verboden wapens worden beschouwd.

Wat betreft de wetgeving is vervolging mogelijk bij toepassing van de artikelen 30, 30bis en 31 van de wet van 27 juni 1937 betreffende de regeling der luchtvaart. Een persoon is strafbaar wanneerdie een daad verricht of poogt te verrichten die de luchtwaardigheid of de vliegzekerheid van een luchtvaartuig in gevaar kan brengen, of die een feit pleegt dat van die aard is dat de veiligheid van de personen aan boord van een luchtvaartuig in het gedrang wordt gebracht.

Op de vraag of de huidige wetgeving volstond, antwoordde u toen als volgt : « Indien het aantal incidenten sterk zou toenemen, zal de invoering van nieuwe maatregelen onderzocht worden. »

Uit recente cijfers uit het Verenigd Koninkrijk blijkt het aantal incidenten aldaar op te lopen. Ik verwijs hierbij naar een incident waarbij in februari 2016 een piloot onwel werd en een vlucht van Virgin Atlantic rechtsomkeer moest maken. Zowel in onze wetgeving als in de wetgeving in het Verenigd Koninkrijk moet worden aangetoond dat er gepoogd werd het vliegtuig in gevaar te brengen. Net daarom gaat men de wetgeving aanpassen en alle activiteiten met lasers in de buurt van een luchthaven strafbaar stellen met een boete ten belope van 2 500 pond en mogelijke gevangenisstraffen.

Het betreft een transversale gewestelijke aangelegenheid. De Gewesten zijn bevoegd voor de regionale luchthavens. Zo telt Vlaanderen met de vliegvelden van Antwerpen en Oostende twee regionale luchthavens. In deze context wordt tevens verwezen naar de Vlaamse Luchtvaartcommissie en de « Nota betreffende de beveiliging van en veiligheid op regionale luchthavens : Aanbevelingen ».

Graag had ik hieromtrent dan ook volgende vragen voorgelegd :

1) Uit vorige vragen weet ik dat ook in ons land klachten werden geregistreerd inzake het verblinden van piloten door het beschijnen van de cockpit. Kan u meedelen voor respectievelijk 2014, 2015 en 2016 in welke luchthavens deze plaatsvonden ? Beschikt u over cijfers van incidenten op jaarbasis per regionale luchthaven ?

2) Zet de afname van het aantal incidenten in 2015 zich voort of is er sprake van een substantiële toename van het aantal incidenten in 2016 ten opzichte van de vorige jaren ? Kan u dit toelichten ?

3) Werden er reeds gecoördineerde aanvallen vastgesteld met meerdere lasers ?

4) Kan u meedelen of deze incidenten de veiligheid van de passagiers op enig ogenblik in gevaar brachten ? Zo ja, om hoeveel vluchten ging het ?

5) Werden er bijkomende richtlijnen gegeven aan de nationale en de regionale luchthavens, het veiligheidspersoneel, de politie en de piloten wat betreft deze laserstralen ?

6) Bent u voorstander om naar het voorbeeld van het Verenigd Koninkrijk de wet van 27 juni 1937 betreffende de regeling der luchtvaart aan te scherpen zodat het kwaadwillig gebruik van laserstralen in de buurt van een luchthaven een strafbaar feit op zich wordt, los van het in gevaar brengen van het vliegtuig ?

7) Kan u meedelen hoeveel veroordelingen voor het verblinden met lasers er reeds werden uitgesproken ? In 2012 waren er twee veroordelingen. Hoe verklaart u deze cijfers ?

 
Réponse reçue le 7 juillet 2017 : Antwoord ontvangen op 7 juli 2017 :

1. Voir Tableau 1

2. A la lecture du tableau, on constate une légère diminution (-5 %) des incidents en 2016.

3. De telles attaques combinées n’ont jamais été portées à la connaissance de nos services.

4. Ces incidents mettent la sécurité des passagers en danger à des degrés divers, mais le risque est classé comme « très faible ».

5. Aucune directive supplémentaire n’a été donnée depuis 2014 aux aéroports nationaux ou régionaux, au personnel de sécurité, à la police ni aux pilotes. La Direction Générale du Transport Aérien continue de surveiller de tels incidents et, si nécessaire de prendre des mesures appropriées en coopération avec les parties prenantes concernées.

6. Les dispositions pénales en vigueur dans les articles 30, 30a et 31 de la loi du 27 Juin 1937 sont, d'une part, suffisamment pertinentes pour être en mesure d'inclure ces faits et de les poursuivre pénalement, y compris l'utilisation de faisceaux laser contre le personnel ATS, et les peines sont d’autre part adéquatement proportionnées à la gravité de ces infractions. Les procureurs et magistrats sont généralement satisfaits de ces articles, et modifier la loi en mentionnant spécifiquement une nouvelle infraction serait dommageable juridiquement.

7. La Direction Générale du Transport Aérien n’est pas automatiquement informée des condamnations pour l'utilisation de lasers dans l'espace aérien belge. La DGTA ne dispose pas de chiffres sur les procès-verbaux établis et le nombre de condamnations. La DGTA a été informée de deux condamnations pour usage de laser dans le dernier trimestre de 2012. Le contrevenant a été condamné à une peine effective conformément aux articles 30, 30a et 31 de la loi du 27 Juin 1937. La poursuite de ces infractions est entravée notamment par la difficulté de localiser et d’identifier les auteurs.

Annexe :

Tab.1:


Laser Beams Incidents 2012-2016


 

2012

2013

2014

2015

2016

EBBR (Brussels)

89

87

113

71

73

EBLG

(Liège)

25

37

33

20

16

EBCI

(Charleroi)

46

37

33

22

31

EBAW

(Antwerp)

11

13

9

7

5

EBKT

(Kortrijk)

0

1

2

0

1

EBOS

(Oostende)

7

9

10

3

2

other

-

15

22

27

15


178

199

222

150

143


1. Zie tabel 1.

2. Bij lezing van de tabellen, stelt men een kleine vermindering (-5 %) van de incidenten in 2016 vast.

3. Dergelijke gecombineerde aanvallen werden nog nooit aan onze diensten gemeld.

4. Deze incidenten brengen de veiligheid van de passagiers in diverse gradaties in gevaar, maar het risico wordt als “erg zwak” ingeschaald.

5. Sinds 2014 werd er aan de nationale en de regionale luchthavens, het veiligheidspersoneel, de politie en de piloten geen enkele bijkomende richtlijn gegeven. Het directoraat-generaal Luchtvaart blijft toezien op dergelijke incidenten en zal, indien nodig, in samenwerking met de betrokken stakeholders de gepaste maatregelen nemen.

6. De van kracht zijnde strafbepalingen in de artikelen 30, 30a en 31 van de wet van 27 juni 1937 zijn enerzijds voldoende ad rem om ook deze feiten te omvatten en strafrechtelijk te kunnen vervolgen, het gebruik van laserbundels tegen ATS-personeel inbegrepen, en anderzijds staan de straffen goed in verhouding tot de ernst van deze overtredingen. De procureurs en de magistraten zijn doorgaans tevreden met deze artikelen en de wet wijzigen door specifiek een nieuwe overtreding erin te vermelden, zou juridisch nefast zijn.

7. Het directoraat-generaal Luchtvaart wordt niet automatisch op de hoogte gebracht van veroordelingen voor het gebruik van lasers in het Belgische luchtruim. Het DGLV beschikt niet over cijfers over de processen-verbaal die werden opgesteld en over het aantal veroordelingen. Het DGLV werd op de hoogte gebracht van 2 veroordelingen voor het gebruik van een laser in het laatste trimester van 2012. De overtreder werd conform de artikelen 30, 30a en 31 van de wet van 27 juni 1937 veroordeeld tot een effectieve straf. De vervolging van deze overtredingen wordt vooral gehinderd door de moeilijkheid om de daders te lokaliseren en te identificeren.

Bijlage:

Tab.1:


Laser Beams Incidents 2012-2016


 

2012

2013

2014

2015

2016

EBBR (Brussels)

89

87

113

71

73

EBLG

(Liège)

25

37

33

20

16

EBCI

(Charleroi)

46

37

33

22

31

EBAW

(Antwerp)

11

13

9

7

5

EBKT

(Kortrijk)

0

1

2

0

1

EBOS

(Oostende)

7

9

10

3

2

other

-

15

22

27

15


178

199

222

150

143