SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2016-2017 Zitting 2016-2017
________________
22 décembre 2016 22 december 2016
________________
Question écrite n° 6-1206 Schriftelijke vraag nr. 6-1206

de Rik Daems (Open Vld)

van Rik Daems (Open Vld)

au vice-premier ministre et ministre de l'Emploi, de l'Economie et des Consommateurs, chargé du Commerce extérieur

aan de vice-eersteminister en minister van Werk, Economie en Consumenten, belast met Buitenlandse Handel
________________
Gastro-nationalisme - Protectionisme - Libre circulation des biens - Tendance au sein de l'Union européenne - Industrie alimentaire belge - Impact - Position du gouvernement belge - Concertation avec les Régions Gastronationalisme - Protectionisme - Vrij verkeer van goederen - Tendens in de Europese Unie - Belgische voedingsindustrie - Impact - Standpunt van de Belgische regering - Overleg met de Gewesten 
________________
libre circulation des marchandises
liberté du commerce
restriction à la concurrence
industrie alimentaire
étiquetage
protectionnisme
vrij verkeer van goederen
vrijheid van het handelsverkeer
concurrentiebeperking
levensmiddelenindustrie
etiketteren
protectionisme
________ ________
22/12/2016Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 26/1/2017)
24/7/2017Antwoord
22/12/2016Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 26/1/2017)
24/7/2017Antwoord
________ ________
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-1207
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-1208
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-1207
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-1208
________ ________
Question n° 6-1206 du 22 décembre 2016 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 6-1206 d.d. 22 december 2016 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Les réflexes protectionnistes augmentent partout dans le monde. C'est une nouvelle particulièrement mauvaise pour notre économie ouverte et nos exportations. Singulièrement, l'Union européenne n'est plus elle non plus une garantie de la libre circulation des biens.

La Commission européenne laisse à la France la latitude d'instaurer, à titre exceptionnel, la mention obligatoire sur l'étiquette de l'origine de la viande et des produits laitiers utilisés comme ingrédients dans les denrées alimentaires. Il s'agit d'un « test » qui peut durer deux ans et est imposé par décret ministériel. Cette mesure va particulièrement loin. Si un producteur pense que l'utilisation d'ingrédients provenant d'un pays déterminé constitue un atout, il peut en tirer parti en le mentionnant lui-même sur l'étiquette. Je n'y voit aucun inconvénient. Par contre, si l'indication de l'origine devient une obligation, cela est particulièrement néfaste pour les producteurs alimentaires et pour nos agriculteurs.

Les producteurs français ont déjà indiqué qu'ils donneraient la préférence à la viande et au lait français. La Commission européenne sape ici les fondements de la libre circulation des biens et des services. L'introduction de règles d'étiquetage différentes pour les produits fabriqués à l'intérieur ou à l'extérieur de la France équivaut à l'instauration de barrières commerciales.

L'obligation d'indiquer l'origine impose d'adapter très fréquemment les étiquettes, avec les coûts et la complexité de la production et de la logistique qui en découlent. Cela peut également conduire à du gaspillage alimentaire, étant donné que les producteurs sont découragés d'utiliser de manière optimale les excédents alimentaires. Comparativement aux coûts supplémentaires d'étiquetage, l'utilisation de trop petites quantités d'excédents ne sera peut-être plus intéressante.

L'obligation de mentionner l'origine sur l'étiquette coûtera de l'argent au consommateur. Voici deux ans, cette même Commission européenne s'était d'ailleurs opposée à ce système, estimant que la charge administrative était imprévisible et que l'impact négatif sur le commerce européen serait trop important.

Il semblerait que l'Italie, le Portugal et la Lituanie veuillent également instaurer une indication d'origine similaire sur les étiquettes.

Caractère transversal de la question : les Régions sont compétentes en matière d''économie et d'agriculture. Le gouvernement fédéral fait fonction de relais entre la Commission européenne et les organes reconnus de paiement pour les transferts financiers réalisés dans le cadre de la politique agricole commune et il assure la gestion et le budget du Fonds agricole fédéral.

Je souhaiterais dès lors poser les questions suivantes :

1) Pouvez-vous me dire très concrètement quelle est la position du gouvernement belge sur la décision de la France d'imposer l'indication de l'origine des produits laitiers ou à base de viande sur l'étiquette ? Dans quelle mesure notre gouvernement a-t-il communiqué cette position à la Commission européenne ?

2) Quel est l'impact de cette indication obligatoire de l'origine instaurée en France sur l'industrie alimentaire et le secteur agricole belges ? Ne craignez-vous pas que cela nuise à notre part de marché en France et à nos exportations vers ce pays ?

3) Dans quelle mesure discutez-vous avec nos producteurs de denrées alimentaires, avec nos agriculteurs et avec les Régions de cette tendance, définie comme du gastro-nationalisme ou du nationalisme alimentaire ? Quelles mesures concrètes prendrez-vous pour combattre cette tendance ?

4) Condamnez-vous sans ambiguïté l'obligation de mentionner l'origine sur l'étiquette et pensez-vous qu'une telle mesure soit une forme de protectionnisme ? Dans la négative, pourquoi ?

5) Le cas échéant, entreprendrez-vous des démarches juridiques pour vous opposer aux règles annoncées quant à l'indication de l'origine, celles-ci étant contraires à la libre circulation des biens, pierre angulaire de l'Union européenne ?

6) Savez-vous si d'autres États membres de l'Union européenne souhaitent recourir à ces règles relatives à l'indication de l'origine sur les étiquettes ? Mon information selon laquelle le Portugal, l'Italie et la Lituanie seraient demandeurs est-elle exacte ? Pouvez-vous détailler votre réponse et préciser très concrètement le lieu, le calendrier et le contenu des mesures envisagées par ces pays, et ce que vous comptez faire pour faire obstacle à cette forme de protectionnisme ?

7) Êtes-vous disposé à mettre la question du « gastro-nationalisme » à l'ordre du jour du Conseil de l'Union européenne et de la prochaine concertation avec les ministres européens de l'Agriculture ? Dans l'affirmative, pouvez-vous préciser votre réponse ? Dans la négative, pourquoi ?

 

Overal in de wereld nemen de protectionistische reflexen toe. Dit is bijzonder slecht nieuws voor onze open economie en onze export. Vreemd genoeg blijkt ook de Europese Unie zelf niet langer garant te staan voor het vrij verkeer van goederen.

De Europese Commissie geeft Frankrijk de ruimte om bij wijze van uitzondering een verplichte herkomstetikettering voor vlees en zuivel als ingrediënten in voedsel door te voeren. Het gaat om een « test » die twee jaar kan duren en die wordt opgelegd per ministerieel decreet. Deze maatregel gaat bijzonder ver. Indien een producent meent dat het verwerken van ingrediënten van een bepaald land een troef is, kan deze dit uitspelen door dit zelf op de etiket te vermelden. Daar heb ik geen problemen mee. De verplichting daarentegen is bijzonder nefast voor de voedselproducenten en onze landbouwers.

Franse producenten hebben al aangegeven de voorkeur te zullen geven aan het inkopen van Frans vlees en melk. De Europese Commissie ondermijnt hiermee de fundamenten van het vrij verkeer van goederen en diensten. Het invoeren van aparte etiketteringsregels voor producten gemaakt binnen of buiten Frankrijk staat gelijk met het optrekken van handelsbarrières.

De verplichte herkomstetikettering leidt tot zeer frequente aanpassingen van etiketten, met bijbehorende kosten en complexiteit van productie en logistiek. Ook kan dit leiden tot voedselverspilling gezien producenten worden ontmoedigd om reststromen optimaal te benutten. De hoeveelheid restproduct kan immers, in verhouding tot de extra etiketteringskosten, te klein zijn om te gebruiken.

De verplichte oorsprongsetikettering gaat de consument geld kosten. Diezelfde Europese Commissie oordeelde twee jaar geleden negatief over een dergelijk systeem omdat de administratieve last niet te overzien is en de negatieve impact op de Europese handel te groot zou zijn.

Naar verluidt willen ook Italië, Portugal en Litouwen vergelijkbare oorsprongsetiketteringen doorvoeren.

Transversaal karakter van de vraag : de Gewesten zijn bevoegd voor economie en landbouw. De federale regering fungeert als contactpunt tussen de Europese Commissie en de erkende betaalorganen van onder andere transfers van financiële middelen, in het kader van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid en zij staat in voor het beheer en de begroting van het federaal Landbouwfonds.

Ik had dan ook volgende vragen :

1) Kunt u zeer concreet meedelen wat het standpunt van de Belgische regering is betreffende de invoering van oorsprongsetikettering van vlees- en melk producten in Frankrijk ? In hoeverre werd dit standpunt door onze regering ter kennis gebracht van de Europese Commissie ?

2) Wat is de impact van deze oorsprongsetikettering in Frankrijk op onze voedingsindustrie en de landbouwsector ? Vreest u geen aantasting van ons marktaandeel en onze export naar Frankrijk ?

3) In hoeverre staat u in overleg met onze voedselproducenten en landbouwers en de Gewesten om deze opstekende tendens die wordt omschreven als gastronationalisme of voedselnationalisme ? Hoe gaat u dit concreet tegengaan ?

4) Veroordeelt u klaar en duidelijk de oorsprongsetikettering en valt dit wat u betreft onder protectionisme ? Zo neen, waarom niet ?

5) Gaat u desgevallend juridische stappen ondernemen om de op til staande oorsprongsetiketteringsregels te bestrijden gezien deze strijdig zijn met het vrij verkeer van goederen, wat de hoeksteen is van de Europese Unie ?

6) Heeft u weet van andere Lidstaten van de Europese Unie die beroep wensen te doen op deze oorsprongsetiketteringsregels ? Klopt mijn informatie volgens dewelke Portugal, Italië en Litouwen vragende partij zouden zijn ? Kan u dit uitvoerig toelichten en zeer concreet meedelen wat de plaats, het tijdschema en de inhoud zijn, en hoe u dit protectionisme gaat voorkomen ?

7) Bent u bereid om dit « gastronationalisme » te agenderen op de Raad van de Europese Unie en op het eerstvolgende overleg met de Europese landbouwministers ? Zo ja, kan u dit toelichten ? Zo neen, waarom niet ?

 
Réponse reçue le 24 juillet 2017 : Antwoord ontvangen op 24 juli 2017 :

1.      La Belgique s’est toujours opposée à une réglementation étendue en matière d’indication de l’origine pour les denrées alimentaires et certainement à des mesures nationales qui impliquent une indication de l’origine en raison de leur impact sur le marché intérieur et parce que l’industrie alimentaire belge pourrait dès lors être placée dans une position concurrentielle défavorable en tant que secteur économique orienté vers l’exportation. 

Suite à l’annonce faite par les autorités françaises des règles d’étiquetage obligatoire de l’origine pour le lait et la viande utilisés comme ingrédients dans les aliments, le ministre de l’Agriculture, Monsieur Willy Borsus ainsi que son collègue luxembourgeois, ont encore répété ce point de vue dans une lettre commune à la Commission.   

2.      Le décret français, qui présente les mesures applicables comme un projet pilote d’une durée limitée, mentionne que la réglementation n’est pas applicable aux produits qui sont légalement fabriqués et étiquetés dans les autres Etats membres de l’Union européenne (UE).  Dans la pratique, on constaterait toutefois déjà que les distributeurs français demandent aussi aux fournisseurs situés dans d’autres Etats membres d’étiqueter leurs produits conformément à ce qui est prévu dans le décret. Le décret, qui est d’application jusqu’au 31 décembre 2018, prévoit un rapport concernant l’application des mesures et sa transmission à la Commission avant fin 2018.

Il est très probable que les mesures françaises aient un impact sur les possibilités d’exportation et les parts de marché des secteurs belges concernés. Les secteurs élaborent actuellement eux-mêmes un monitoring qui doit évaluer cet impact. Mes services suivent l’évolution de cette initiative. 

3.      La problématique de l’indication de l’origine fait déjà l’objet de concertation avec les secteurs depuis longtemps. La concertation avec les régions relève des compétences de mon collègue, le Ministre de l’Agriculture, Willy Borsus. 

4.      Le principe de l’indication du pays d’origine ou du lieu de provenance pour les denrées alimentaires figure déjà depuis longtemps dans la réglementation de l’UE. Jusqu’à l’entrée en application du règlement (UE) n° 1169/2011 du Parlement européen et du Conseil du 25 octobre 2011 concernant l’information des  consommateurs sur les denrées alimentaires le 13 décembre 2014, cette indication ne devait toutefois figurer sur l’emballage que dans le cas où l’absence de cette information aurait pu induire le consommateur en erreur. Ceci est un principe accepté mondialement, y compris en Belgique. Avec le règlement précité (UE) n° 1169/2011, une nouvelle étape a été franchie. Les règles en question ont été étendues et renforcées, ce qui en Belgique n’a pas été perçu favorablement de manière unanime. Il en est ressorti toutefois une réglementation harmonisée qui est d’application dans toute l’Union européenne. Des mesures nationales qui sont introduites dans ce contexte et qui vont encore plus loin que les règles européennes mettent en danger le fonctionnement du marché intérieur et peuvent de facto aboutir à du protectionnisme, ce qui est défavorable pour les secteurs belges concernés dont une grande partie de leurs débouchés est orientée vers le marché européen. Je ne suis donc pas en faveur de telles mesures et je les désapprouve fermement.  

5.      En concertation avec le ministre Borsus, je veux examiner les possibilités d’agir contre des mesures pareilles. 

6.      En plus de la France, il y a effectivement encore un certain nombre d’États membres qui ont en vue des mesures nationales en matière d’indication de l’origine. La plupart d’entre eux les présentent également comme un projet limité dans le temps et prévoient un rapport d’évaluation.

En Lituanie, le pays d’origine du lait devra être indiqué pour le lait et pour certains produits laitiers qui contiennent du lait en tant qu’ingrédient. Le décret s’applique jusqu’au 31 décembre 2018. 

Le Portugal prévoit l’indication du pays de traite et du pays de transformation pour le lait et certains produits laitiers et ceci pendant une période qui se termine le 31 décembre 2019.  

Il y a deux mesures envisagées par la Grèce. La première vaut pour le lait et les produits laitiers, pour lesquels il faut indiquer le pays de traite, le pays de transformation du lait et le pays d’emballage de la denrée alimentaire. Ce décret sera d’application pendant 30 mois à partir de sa date de publication. Une deuxième mesure concerne l’indication du pays d’abattage pour la viande de lapin, préemballée ou non.  

La Finlande prévoit, d’une part, une mesure concernant l’indication d’origine pour le lait et le lait en tant qu’ingrédient dans certains produits laitiers et, d’autre part, une mesure pour la viande (bovine, porcine, ovine, caprine et de volaille) utilisée comme ingrédient. Pour le lait et le lait en tant qu’ingrédient, c’est le pays de traite qui doit être indiqué. Pour la viande comme ingrédient, il sera demandé d’indiquer le pays d’élevage de l’animal et le pays d’abattage. La mesure débute le 1er mars 2017 et prend fin le 28 février 2019, avec un rapport prévu au plus tard le 31 décembre 2018.  

L’Italie exige jusqu’au 31 mars 2019 une indication pour le lait et le lait en tant qu’ingrédient. Un rapport sera déposé le 31 décembre 2018.  

La Roumanie envisagerait également une mesure pour le lait et le lait en tant qu’ingrédient.  

7.      Mettre le « Gastronationalisme » à l’agenda du Conseil de l’Union européenne en vue d’une concertation entre les ministres européens de l’Agriculture relève des compétences de mon collègue, le  Ministre de l’Agriculture.

1.      België heeft zich steeds gekant tegen een vergaande reglementering inzake de aanduiding van de oorsprong voor levensmiddelen en zeker tegen nationale maatregelen die een oorsprongsaanduiding invoeren wegens de effecten voor de interne markt en omdat de Belgische voedingsindustrie daar een concurrentieel nadeel van kan ondervinden gezien de exportgerichtheid van deze economische sector. 

Naar aanleiding van de Franse aankondiging van verplichte oorsprongsetiketteringsregels voor melk en vlees als ingrediënt in voedsel heeft de Minister van Landbouw, de heer Willy Borsus, in een gezamenlijk schrijven met zijn Luxemburgse collega,  dit standpunt aan de Commissie nogmaals herhaald.   

2.      Het Franse decreet, dat de ingevoerde maatregelen voorstelt als een proefproject van beperkte duur, vermeldt dat de reglementering niet van toepassing is op producten die legaal zijn geproduceerd en geëtiketteerd in de andere Europese Unie (EU)–Lidstaten. In de praktijk zou het evenwel reeds zo zijn dat de Franse distributeurs ook aan de leveranciers uit andere EU–landen vragen hun producten te etiketteren zoals in het decreet wordt voorzien. Het decreet, dat van toepassing is tot 31 december 2018, voorziet in een rapport omtrent de toepassing van de maatregelen dat aan de Commissie al moet worden overgemaakt voor eind 2018. Dat de Franse maatregel een impact heeft op de exportmogelijkheden en het marktaandeel van de betrokken Belgische sectoren is zeer waarschijnlijk. De sectoren werken momenteel zelf een monitoring uit die deze impact moet inschatten. Mijn diensten volgen dit initiatief verder op.  

3.      Omtrent de problematiek van de oorsprongsaanduiding is er reeds geruime tijd overleg met de sectoren. Het overleg met de gewesten hieromtrent behoort tot de bevoegdheden van mijn collega, de Minister van Landbouw, Willy Borsus. 

4.      Het principe van de aanduiding van een land van oorsprong of een plaats van herkomst voor levensmiddelen is reeds lang ingeschreven in de EU reglementering. Tot voor het van toepassing worden van verordening (EU) nr. 1169/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende de verstrekking van voedselinformatie aan consumenten op 13 december 2014, werd dit evenwel beperkt tot de situatie waarbij de consument mogelijk zou worden misleid indien deze informatie op de verpakking zou ontbreken. Dit is mondiaal een aanvaard principe, zo ook in België. Met de voornoemde verordening (EU) nr. 1169/2011 werd een stap verder gezet en werd deze regeling uitgebreid en aangescherpt. Iets waar België niet onverdeeld gelukkig mee was. Tot daar betreft het evenwel een geharmoniseerde regeling die voor de Europese Unie in zijn totaliteit van toepassing is. Nationale maatregelen die in deze context worden geïntroduceerd en die nog verder gaan dan de Europese regels brengen de werking van de interne markt in het gevaar en kunnen de facto uitmonden in protectionisme wat ongunstig is voor de betrokken Belgische sectoren die voor een groot deel van hun afzet op de EU–markt zijn aangewezen. Ik ben er dan ook geen voorstander van en keur dergelijke maatregelen af. 

5.      In overleg met minister Borsus wil ik nagaan wat er mogelijk is om tegen dergelijke maatregelen op te treden. 

6.      Naast Franrijk zijn er inderdaad nog een aantal lidstaten die nationale maatregelen inzake de oorsprongsaanduiding op het oog hebben. De meeste stellen die eveneens als een project beperkt in de tijd voor en voorzien in een evaluatierapport.

In Litouwen zal het land van oorsprong van de melk moeten worden aangeduid voor melk en bepaalde zuivelproducten die melk als ingrediënt hebben. De regeling loopt tot 31 december 2018.

Portugal voorziet voor melk en bepaalde melkproducten de aanduiding van het land van het melken en het land van de verwerking en dit voor een periode die eindigt op 31 december 2019.

Er staan twee maatregelen op stapel voor Griekenland. De eerste geldt voor melk en melkproducten, waarbij zowel het land van het melken als het land van de verwerking van de melk en het land van het verpakken van het levensmiddel moet worden aangeduid. Deze regeling gaat 30 maanden vanaf haar publicatiedatum in stand gehouden worden. Een tweede maatregel voorziet in de aanduiding van het land van slachten voor vlees van konijnen al dan niet verpakt.

Finland voorziet in één maatregel een oorsprongsaanduiding voor melk en melk als ingrediënt in bepaalde zuivelproducten enerzijds en voor vlees (van rund, varken, schapen en geiten, pluimvee)  als ingrediënt anderzijds. Voor melk en melk als ingrediënt dient het land van melken te worden aangegeven. Voor vlees als ingrediënt wordt er naar het land van het houden van het dier en het land van slachten gevraagd. De maatregel gaat in op 1 maart 2017 en loopt af op 28 februari 2019 waarbij een verslag voorzien wordt uiterlijk op 31 december 2018.

Italië vereist tot 31 maart 2019 een vermelding voor melk en melk als ingrediënt. Een verslag wordt neergelegd op 31 december 2018.

Ook Roemenië zou een regeling voor melk en melk als ingrediënt in het vooruitzicht stellen.

7.      Het “Gastronationalisme” agenderen op de Raad van de Europese Unie voor een overleg met de Europese landbouwministers valt onder de bevoegdheden van mijn collega, de Minister van Landbouw.